OORSPRONG EN FUNKTIE VAN HET AMBT

A. F. N. Lekkerkerker, OORSPRONG EN FUNKTIE VAN HET AMBT, 232 blz., Boekencentrum, Den Haag, 1971.

In een inleidend hoofdstuk poneert de schrijver, dat de kern van alle moeilijkheden en verwarring ten aanzien van de leer en tie praxis van het kerkelijk ambt ligt in de wijze, waarop wij de oorsprong en functie van het ambt met elkaar verbinden.

De h< x)fdmoot van het boek wordt gevomid door tekening van het ambt in de oecumene, in de Romana, in het Nieuwe Testament (de eerste beslissing ter zake van de kwestie van het ambt valt nog altijd bij de exegese van het Nieuwe Testament - en daarmee verbonden ook die van het Oude Testament), en bij de

reformatoren. Zo ontvangt de lezer informatie over de opvattingen van Schweizer, Kaseraan, Von Campenhausen, H. N. Ridderbos e.a. In een slothoofdstuk komen vragen aan de orde over het voorzitterschap van de kerkeraad, het ambt voor het leven, over emeritus en quasi-emeritus (dit laatste is een nog minder gelukkige kwalificatie dan het eerste, maar vooruit: verba valent usu), over ordinatie, de vrouw in het ambt, apostolische successie (verwijzing naar Hippolytus). De slotconclusie is deze: Ambt is meer dan functie. Ambt is naar de oorsprong: opdracht van Godswege.

De lezer krijgt hier geen zware kost voorgeschoteld, wel nuttige - de huidige stormloop op het ambt blijft een opvallend verschijnsel - en nodige - ondanks het adagium van het titelblad.

De B.

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen