Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JOHN G. PATON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JOHN G. PATON

Aan het werk op Aniwa.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het nieuwe arbeidsveld van Paton was het betrekkelijk kleine eiland Aniwa. Het was ongeveer twee uur gaans lang en een klein uur gaans breed. Het was helemaal omringd door koraalriffen betrekkelijk vlak. Door gebrek aan heuvels en bergen, was de regenval zeer schaars. Toch was het geen dor eiland, want de vochtige lucht en de overvloedige dauw zorgden er voor, dat Aniwa een aardige plantengroei had.

De 8ste Augustus 1866 voer het nieuwe zendingsschip, de Dayspring, naar de plaats van bestemming. Wat waren de inboorlingen van de verscheidene eilanden verbaasd weer blanken te zien!

den verbaasd weer blanken te zien! „Wat is dat? " vroegen ze elkander af. „Wij hebben hen allen vermoord of weggejaagd. We hebben hun huizen geplunderd en hen van alles beroofd. Als wij zo behandeld waren geworden, zou niets in staat zijn geweest ons terug te doen komen. Maar zij komen terug met een mooi nieuw schip en met telkens meer zendelingen.

Doen zij het om handel te drijven en geld te verdienen, zoals de andere blanken? Neen, maar om ons van hun God en van Zijn Zoon Jezus te vertellen. Als hun God hen zo leert handelen, mogen wij Hem ook wel dienen."

Onderweg vernam Paton, tot zijn grote droefheid, dat zijn oude, trouwe vriend Abraham was overleden. Indertijd had Abraham een zilveren horloge van Paton ten geschenke gekregen, en bij zijn sterven, had de gelovige inboorling tot de omstanders gezegd: „Geef dat horloge aan Missi, aan mijn eigen Missi Paton. Zeg hem, dat ik naar Jezus ben gegaan."

Uiterlijk werden Paton en zijn vrouw door de inboorlingen van Aniwa vriendelijk ontvangen. Enkele onderwijzers van Aneitium hadden voor een tijdelijke woning gezorgd. Het was slechts een grote hut, uit vlechtwerk van riet en suikerbladeren met latwerk gemaakt. De aarden vloer, bestrooid met witte koraal, zag er netjes uit. Het enigste vertrek moest ook dienst doen als kerk en school. Onder een grote boom werd het eten gekookt, en elke keer als het middagmaal werd genuttigd, was er een toeloop van een menigte inlanders, die nieuwsgierig toekeken bij het eten.

Spoedig waren de blanken te Aniwa in het noodhuis op hun gemak. Paton merkte al gauw, dat de bewoners er niet zo diefachtig waren als op Tanna. Toch grepen ze ook spoedig naar knots of strijdbijl om hun verzoeken kracht bij te zetten. Ook waren ze volslagen heidenen. Van de grond af moest Paton beginnen. Door geneesmiddelen uit te reiken probeerde hij het vertrouwen van de bevolking te winnen. Van deze geneesmiddelen verwachtten de arme mensen wonderen. Direct moesten de pillen en drankjes helpen en zo niet, dan was er heel wat te overwinnen om ze nogmaals tot innemen van de medicamenten te bewegen.

Op een vastgesteld uur werd de bel geluid, als sein dat er spreekuur werd gehouden. Iedereen kon dan naar het woonhuis van de zendeling komen, hetzij om raad, hetzij om geneesmiddelen. Jammer was, dat de bevolking zo bijgelovig was, vooral op het gebied van ziekte. Men geloofde aan ziektemakers; dat waren mensen, die anderen ziek maakten. Men moest maar gissen, wie ziektemaker was. Had men iemand op het oog, dan werd deze overladen met geschenken. Hielp het niet, en volgde op de ziekte de dood, dan kwam de wraak. De ziektemaker werd gedood, ja nog erger: ook de familie moest het soms ontgelden, of de hele stam waartoe de ziektemaker behoorde.

Het spreekt vanzelf dat er zodoende nogal eens onderlinge twisten plaats vonden.

Na enige tijd werd de bouw begonnen van een nieuw huis. In die tijd had er een voorval plaats, dat de zendeling niet beter kon noemen dan „het wonder van het sprekende hout."

Hij vertelt er het volgende van:

„Terwijl ik op zekere dag druk aan het timmeren was, had ik enige spijkers en gereedschappen nodig. Ik nam een stukje geschaafd hout, schreef er enige woorden met potlood op, en verzocht ons oude opperhoofd Namakei dit even aan mijn vrouw te brengen, die mij dan zenden zou, wat ik hebben moest.

Met de grootste verbazing zag de man mij aan, en vroeg: „Maar wét moet ge dan hebben? "

„Dat zal het hout haar wel zeggen, " was mijn antwoord.

De man dacht echter, dat ik hem voor de gek hield, en zei, wel wat verstoord: „Wie heeft er nu ooit gehoord dat hout sprak!"

Het kostte mij heel wat moeite hem over te halen om er toch maar mee heen te gaan. Maar hij deed het toch eindelijk en was niet weinig verwonderd toen hij zag, hoe mijn vrouw eerst even op het hout keek en toen het benodigde halen ging. Hij bracht het mij met het stukje hout terug, en gaf mij door tekenen te kennen, dat hij er nog niets van begreep en spoedig een uitleg verlangde.

In gebroken Tannees, dat hij ook wel een beetje verstond, las ik hem de woorden voor, en zeide hem toen, dat op dezelfde wijze God tot ons sprak in Zijn Boek. Daar, zei ik, stond Gods wil geschreven; en wanneer hij nu lezen leerde, zou hij weldra God tot zich horen spreken uit de bladen van het Boek, evenals mijn vrouw mij gehoord had uit dat stuk hout.

Dit wekte in de ziel van die arme heiden een groot verlangen om het Woord van God in zijn eigen taal gedrukt te zien. Hij deed zijn uiterste best mij de woorden van zijn taal te helpen leren; en toen ik zó ver was, dat ik gedeelten van de Heilige Schrift er in vertalen kon, was zijn blijdschap onbegrensd en zijn hulp onwaardeerbaar. Het wonder van een sprekend blad papier was zeker niet kleiner dan dat van „het sprekende hout."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1952

Daniel | 8 Pagina's

JOHN G. PATON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1952

Daniel | 8 Pagina's