Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

8. Mensen onder elkaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

8. Mensen onder elkaar

Lezen: Efeze 5:22-6:9

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op knelpunten de weg gewezen
De apostel belicht concreet verschillende verbanden waarin een christen kan staan. Het valt op dat hij telkens dat facet noemt, waar je - ook nu - in de praktijk de problemen ziet. Zie hoofdstuk 5:22 (vrouwen), 5:25 (mannen), 6:1 (kinderen), 6:4 (vaders), 6:5 (slaven) en 6:9 (heren). Telkens stelt Gods Geest ook de verhouding tot Christus centraal!

Onderdanige vrouwen
De gehuwde vrouwen worden geroepen hun ‘eigen’ mannen onderdanig te zijn (vers 22). Het gaat hier om het huwelijksleven binnen de gemeente van Christus (aanwijzingen voor het maatschappelijk leven vinden we elders in de Heilige Schrift, zie bijvoorbeeld Spreuken 31 voor huwelijk én maatschappij). Uit het geheel van dit gedeelte blijkt dat de lijnen vanuit de schepping gezaghebbend zijn (vers 31). Tegelijk wordt heel duidelijk dat de verhouding tot Christus hier de toon aangeeft: ‘in de Heere’ (vers 22). Dat is sinds de zondeval wel nodig! Alleen zo komen de zaken weer op hun plaats. De vergelijking in de verzen 23 en 24 werkt uit wat vers 22 zegt. Christus is het Hoofd, Zijn gemeente is Zijn lichaam. Hij behoudt – wat een rijk woord! - Zijn lichaam, Zijn gemeente is Hem onderdanig. De conclusie is dat de vrouwen hun eigen mannen ook onderdanig behoren te zijn. Het ‘in alles’ is uiteraard niet gebruikt om gehoorzaamheid in te sluiten aan bevelen tegen Gods wil, maar om eigenmachtige uitzonderingen te voorkomen. Later noemt de apostel de plaats van de vrouw opnieuw, met een enkele typering: het blijkt te gaan om onderwerping met ‘vreze.’ Dat is geen angstige, slaafse vrees, maar diepe hoogachting (vers 33). De opdracht tot onderdanigheid laat zien dat deze niet vanzelfsprekend is!

Liefhebbende mannen
De gehuwde mannen worden geroepen tot liefde. Ook hier ligt een zwak punt. Iemand schreef dat liefkríjgen mannen meer ligt dan liefhébben. Nu, of dat dan liefde is. In elk geval mag geen man zich erbij neerleggen. In de verzen 25-32 blijkt uitvoerig hoe vers 2 hier in een concrete situatie toegepast wordt: Christus’ liefde levert de norm. Christus’ Zelfovergave ten goede van Zijn gemeente, de bruid die Hij reinigt - waar ook de doop en het Woord bij betrokken zijn - vormen rijke stof om conclusies uit te trekken. De man moet zijn vrouw liefhebben als zichzelf! Gaat het over de verborgenheid van de eenwording van man en vrouw, dan is die groot als afgeleide van de diepere eenheid tussen Christus en Zijn kerk – elders in de Schrift ‘de vrouw van het Lam’ genoemd. Je kunt zeggen: het origineel is Zijn liefde, het beeld moet die van de man zijn. In vers 33 klinkt ook de conclusie voor mannen: Iedere man. ‘elk in het bijzonder’. moet Christus’ liefde navolgen. Dat is actueel!

Gehoorzame kinderen
Ouders gehoorzaam zijn, dat is de opdracht die rechtstreeks tot de kinderen klinkt. Gehoorzaam ‘in de Heere.’ Dat betekent: Hij heeft de hoogste autoriteit, Christus vraagt deze gehoorzaamheid. De apostel voegt er de verwijzing naar het vijfde gebod aan toe (6:2). Het is er een uitdrukkelijk voorbeeld van dat de tien geboden door de nieuwtestamentische vermaningen niet terzijde geschoven zijn. Wat God daarin heeft geopenbaard, is Zijn wil, ook voor de christelijke gemeente van vandaag. Het is ‘het eerste gebod met een belofte.’ De termen ‘in het land’ klinken hier algemener. De uitdrukking ‘het eerste gebod met een belofte’ is wel weergegeven met: ‘een hoofdgebod, met een belofte.’ Andere verklaringen: de belofte bij het tweede gebod is een algemenere belofte, en geldt alle geboden. En: mogelijk is hier alleen gelet op wat wij de tweede tafel noemen (zie Matth. 19:17-19). In het houden van Gods geboden is grote loon! Wie denkt niet aan onze tijd, waarin de onenigheid – ook in kerkelijke kring - tussen de generaties groot is?! Liefde die verkouden zal, is een teken van het laatste der dagen! (2 Tim. 3:1-4, zie ook Matth. 24:12 en Matth. 10:35)

Vaders in Gods weg
Uit het korte, veelzeggende vers (6:4) over de plicht van de vader blijkt dat we als het over onenigheid gaat niet één kant op moeten kijken. ‘Tot toorn verwekken’ is het gevaar dat vaders lopen. Zij hebben daartegenover zo’n hoge opdracht: opvoeden in de lering en vermaning des Heeren. Hier geldt eveneens, dat het in lijn is met het Oude Testament. Deuteronomium 6:8 zegt: ‘Gij zult ze – Gods woorden - uw kinderen inscherpen.’ De toevoeging ‘van de Heere’ tekent ook hier, dat het gaat om een opvoeding waarin Christus’ maatstaf het uitgangspunt en de norm is! In de uitdrukking ‘lering en vermaning’ gaat het om het aanwennen van zaken met de bijbehorende bindende aanwijzingen. In het boek Spreuken vinden we allerlei zaken. Ik denk met name aan Spreuken 22:6. Het gaat erom Gods daden niet te vergeten en Zijn geboden te bewaren (Psalm 78).

Slaven die hun plaats kennen
De dienstknechten – dat woord betekent ‘slaven’ – hebben nodig dat ze met ‘vrezen en beven’ en ‘eenvoudigheid van het hart’ hun werk doen. Met diep respect en niet stiekem, met loyaliteit. Elders vinden we dat een slaaf zich – zelfs bij problemen - niet moest onttrekken. Kon hij wettig vrij worden, dan was dat te verkiezen (1 Petrus 2, Filémon, en 1 Korinthe 7). Het slot van vers 5 van hoofdstuk 6: ‘Gelijk als aan Christus’ herinnert aan wat van de vrouwen gevraagd wordt (5:22). Het gevaar van vleien wordt duidelijk in het volgende vers: ogendienst, iets doen wat de meester positief opvalt, evenwel met een verkeerd motief. Het gaat er echter om de wil van God ‘van harte’ te doen, als dienstknecht van Chrístus! Hij is de Heere Die ieder vergeldt naar de werken! Dat geldt slaaf én vrije (6:8). In onze andere omstandigheden liggen de verhoudingen anders. Dat de band met Christus alleen juist motiveert tot gehoorzaamheid is hetzelfde gebleven! Bepalend is nog: is er liefde tot Hém en wordt het loon van Hém verwacht?

De meesters en dé Meester
Meesters moeten hetzelfde doen: er rekening mee houden dat ze leven voor Gods aangezicht. Bij Hem is ‘geen aanneming van de persoon.’ Geen aardse positie legt gewicht in de schaal. In dit ene vers (6:9) legt de apostel opnieuw een gevoelige zenuw bloot. Leidinggeven zonder op de Meester te letten, is christelijke meesters onwaardig, maar is wel een gevaar dat zij lopen. Liefde komt uit in het ‘nalatende de dreiging.’ Het beroep dat Paulus doet op Filémon om als een broeder met Onesimus om te gaan, is veelzeggend!

Liefde in de praktijk
Terugziende zie je lijnen uitgewerkt die al eerder getrokken worden. Waar liefde woont, woont ze in het hart en komt ze uit in woorden en in daden!

Vragen:
1. Welke plaats hebben man en vrouw in het huwelijk? (5:22-33) Wat zegt in dit verband de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente? Bespreek zo lessen voor het huwelijksleven van vandaag.
2. Wat zegt de apostel tot de kinderen? (6:1-3) Wat tot de vaders? (6:4) Trek de lijnen door naar nu.
3. Het gaat ook over de slaven en hun meesters (6:5-9). Wat zijn hun plichten? Wat betekent het voor onze samenleving?
4. Welk motief moet vooral de onderlinge omgang stempelen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

8. Mensen onder elkaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 2006

Kerkblad | 12 Pagina's