Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

23e Jaarvergadering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

23e Jaarvergadering

van het Landelijk Verband van Jongeiingsverenigingen der Gereformeerde Gemeenten

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het maken van vergelijkingen tussen bepaalde zaken of gebeurtenissen kan onwillekeurig leiden tot onbillijkheid.

Dat geldt ook voor de jaarvergaderingen van ons Landelijk Verband. Als we niet oppassen dan noemen we onze laatste jaarvergadering van 19 februari j.l. (, , 't lest heugt 't best!") de beste van alle en er zou zelfs reden voor zijn.

Maar het zou evengoed onredelijk zijn tegenover alle vorige jaarvergaderingen, die ieder op zich met dezelfde maatstaf gemeten kunnen worden en toch ook alle stuk voor stuk zo goed geslaagd genoemd mogen worden.

Misschien komt het ook wel, dat we onze verwachtingen niet zo hoog gespannen hadden. En wat is dat meegevallen. Een vergadering, speciaal voor onze jonge mensen, maar waar tot ieders blijdschap ditmaal wel acht predikanten in het midden waren, verscheidene studenten en veel kerkeraadsleden uit onze gemeenten. Een vergadering, waarop twee prachtige onderwerpen zijn behamdeld, en die in alle opzichten geslaagd mag heten.

Het is al begonnen met de

huishoudelijke vergadering

op woensdagavond 18 februari.

Wat een sfeer van vertrouwen en hartelijk samenleven! Bijna alle verenigingen waren door hun afgevaardigden vertegenwoordigd, meest jonge vrienden en achter de bestuurstafel de grijze, bijna 72-jarige voorzitter, die op die avond met 57 van de 60 stemmen evengoed werd herkozen.

Wat de huishoudelijke vergadering betreft, volstaan we met slechts een enkele opmerking, het geheel is breder genotuleerd voor de verenigingen.

Na de gebruikelijke opening spreekt de voorzitter in een kort welkomstwoord er zijn voldoening over uit, dat zovelen zijn opgekomen, dat we elkander in goede welstand mogen aantreffen en spreekt liij de wens uit dat de bespreking der vele huishoudelijke zaken een goed verloop mag hebben en de Heere Zijn onmisbare gunst en zegen gebiede over ons werk, waarin wij beogen het goede voor elkander te zoeken.

De notulen van de huishoudelijke vergadering op 18 febr. 1958, die aan alle verenigingen zijn gezonden, worden goedgekeurd.

Het hoofdbestuur ondergaat geen wijziging in zijn samenstelling; ds. A. Verhagen wordt herkozen als voorzitter, ook de bestuursleden ds. K. de Gier en dhr. G. H. Mijnders worden herkozen.

Bij de behandeling der vragen en voorstellen wordt het voorstel van de vereniging te Aagtekerke aanvaard en zal worden getracht een medewerker te vinden voor artikelen in „Daniël" voor de rubriek „Militairen", die voorheen zulk een belangrijke plaats in ons blad innam. Artikelen voor deze rubriek blijven gewenst voor hen die in dienst zijn of in dienst moeten en houden de belangstelling van hen die in dienst zijn geweest.

Een voorstel van de vereniging te Amsterdam-N. om voortaan de Huish.-en de Jaarvergadering op één dag te houden wordt verworpen; na een behoorlijke discussie zelfs met instemming van de vereniging te Amsterdam-N.

De vereniging te Berkenwoude vindt het

Grote belangstelling, ook van de zijde onzer predikanten, studenten en kerkeraden.

Twee prachtige onderwerpen van de Weleerw. Heer Ds. H. Ryksen, en de Weledele Heer drs. J. Kwekkeboom

Een aangename dag in liefde en saamhorigheid

beslist nodig dat er regelmatig boeken in „Daniël" besproken worden. De bibliotheken, of die uitgaan van een vereniging dan wel van een kerkelijke gemeente, zullen bij aankoop van boeken daar veel steun van ondervinden.

Ook dit wordt aanvaard, maar de moeilijkheid blijft ook hier de geschikte personen te vinden, hoewel het hoofdbestuur reeds personen op het oog heeft om met hen daarover te spreken.

Het voorstel van de vereniging te Gouda om tot begrip te komen van kadervorming leidt tot veel reacties.

Meest komen deze hier op neer, dat bekwaamheid om een vergadering te leiden van een J.V. of Studievereniging, geen zaak is, die door studie verkregen kan worden, maar meer neerkomt op persoonlijke aanleg van binnen uit.

Niettemin ziet de vergadering er het grote nut van in, dat men op de verenigingen niet al te afhankelijk moet zijn van één voorzitter, waarom het hoofdbestuur adviseert, dat vooral ook een ander bestuurslid van tijd tot tijd de vergadering leidt en daardoor bereikt wordt dat bij onstentenis van de voorzitter het verenigingswerk kan doorgaan en iemand daar niet plotseling vreemd komt voor te staan.

Een vraag van de vereniging te Leiden, hoe het komt dat zo weinige onzer predikanten zorgen voor een meditatie, is aanleiding dat z.s.m. aan alle predikanten de vraag naar hun medewerking opnieuw zal worden voorgelegd met daarbij de opmerking, dat deze vraag gedaan wordt namens de Huish. Verg., dus namens al onze verenigingen.

Ook het punt „kasmiddelen" van het L.V. komt onverwacht ter sprake.

De vereniging te Lemmer heeft nml. gevraagd naar de mogelijkheid op de jaarvergadering persoonlijk bezoek te ontvangen van het hoofdbestuur.

Omdat dit soms grote kosten meebrengt, Iaat de penningmeester eens wat licht vallen op de finantiële toestand van het L.V. Het totaal aantal leden is sinds 1946 beduidend minder en de contributie nog onveranderd. Er wordt clan ook zonder meer goedgevonden, clat de bijdragen der verenigingen worden verhoogd. Op voorstel van de vereniging te Middelburg zal er in „Daniël" ook geschreven worden over de „tekenen der tijden" gezien in het verband met Gods Woord. Het hoofdbestuur geeft als zijn mening te kennen — zulks in verband met een klacht van de vereen, te Moerkapelle over zoveel verderfelijke leesboeken met een neo-gereformeerde of remonstrantse tendenz — dat deze zaak wel valt buiten onze verantwoordelijkheid. Wij gevoelen ons terdege verantwoordelijk voor adviezen inzake studieboeken, maar durft een vereniging het aan ook een leesbibliotheek te houden, dan moet zij terdege de consequenties daarvan overwegen.

Nog enkele zaken zijn op deze huish. vergadering behandeld en komen uitvoerig voor in de notulen.

Eén der afgevaardigden spreekt zijn voldoening uit over deze vergadering. Wij kunnen dan ook spreken van een wel bijzonder geslaagde vergadering, die door ds. H. Rijksen met dankgebed is gesloten.

Om 10 uur, donderdag 19 februari, opent ds. A. Verhagen, voorzitter van het Landelijk Verband

de jaarvergadering

Op zijn verzoek wordt gezongen Psalm 36 : 2 en 3; daarna leest de voorzitter Markus 13 vanaf vers 28 en gaat voor in gebed.

Uit het openingswoord ontlenen we het volgende:

Het stemt mij tot blijdschap, U allen hartelijk welkom te mogen heten.

Dat wij ditmaal niet in Utrecht, maar te Gouda vergaderen, houclt verband met de plannen tot verbouw van de kerk in Utrecht.

Wij willen daarom ditmaal de kerkeraad van Gouda hartelijk dank zeggen voor hun bereidwilligheid en medeleven, waardoor wij in dit mooie gebouw onze jaarvergadering kunnen houden.

Wat staan wij in dit opzicht hier voor grote zorgen. Ieder die met ons meeleeft zal wat dat betreft onze vrees en zorg kunnen begrijpen en kunnen delen. Doch laat het ons een behoefte mogen zijn aan de kant des Heeren te mogen vallen. Hij alleen kan het wel maken, hoe cle weg ook zij, die Hij met ons houdt.

Wat verheugt ons de grote belangstelling, allereerst van de zijde der jeugd, maar niet minder zoveel belangstelling te ondervinden op deze dag van predikanten, studenten en kerkeraadsleden. Van harte hoop ik, clat alles op deze dag mag staan in het teken van de vreze des Heeren en strekken mag tot verheerlijking van Zijn naam.

Wel spijt het ons, dat ds. Kersten niet voor ons kan spreken vandaag, maar zijn toch ook weer dankbaar dat ds. H. Rijksen bereid werd gevonden dit werk over te nemen.

Wat onze tweede spreker betreft, werden we vanmorgen opgeschrikt door het bericht clat de moeder van drs. J. Kwekkeboom deze nacht is overleden. Wij leven daarin mede en hadden het kunnen begrijpen, als hij vandaag niet voor ons zou gesproken hebben, al was dat ook voor ons een teleurstelling geweest. Temeer waarderen wij zijn begrip voor ons, door toch te komen.

Hetgeen wij U uit Markus 13 hebben gelezen, geldt inzonderheid voor ons opkomend geslacht: „Waakt".

Waakzaamheid is noodzakelijk, vooral als wij letten op de ernst der tijden.

Het is ons nodig iets van die waakzaamheid te kennen. Het is Christus' bevel en het geldt alle schepselen.

Van nature slapen we, zonder indrukken van het gewicht des levens, terwijl de Rechter voor de deur staat.

Vreselijk!, zo slapende naar de eeuwigheid te gaan. En daarom, dat bevel doordringe ons.

Zoals in de gelijkenis van de vijgeboom uit de gedragingen van deze boom blijkt, dat de zomer voor de deur is, zo blijkt uit cle tekenen der tijden cle komst van Christus.

Hoe is het met ons? Gaan wij slapende door het leven? Toch zullen we tot het besef moeten komen, hoe diep ongelukkig wij zijn. Wij leven week aan week onder de waarheid; wat zegt het ons?

Het behage de Almachtige, Zijn grote genade, in Christus ontsloten, tot ons deel te maken.

De wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid, maar wie de wil Gods doet, blijft in der eeuwigheid.

En daarom wil ik deze samenkomst openen met het bevel van Christus: „Hetgeen ik U zeg, dat zeg ik U allen: Waakt!"

De Heere stelle de arbeid der verenigingen tot een rijke zegen en vervulle Zijn belofte, dat in de plaats van de vaderen de zonen zullen zijn.

Gisterenavond hebben we een aangename vergadering gehad, de Heere geve en versterke de band onderling.

Dat we ook vandaag iets mogen meenemen van des Heeren Woord is mijn hartelijke wens.

De voorzitter leest na dit openingswoord de Geloofsbelijdenis.

De heer M. Nijsse leest de telegrammen voor, die verzonden zullen worden aan H.M. Koningin Juliana en aan H.K.H. Prinses Wilhelmina.

Jaarverslagen

Uit het jaarverslag van cle secretaris blijkt, dat 37 verenigingen bij het Landelijk Verband zijn aangesloten. Er wordt op de verenigingen in het algemeen een behoorlijke activiteit aan de dag gelegd. Ook de ringverbanden vergaderen regelmatig, wat vooral van belang is voor het onderhouden van de vriendschapsbanden in een streek of ge-

west. Met het blad „Daniël" gaat het nog steeds goed, alleen het aantal abonnees kon wat hoger zijn, vooral met het oog op de onkosten, die op bepaalde punten nog steeds zijn gestegen.

De penningmeester geeft in zijn verslag een duidelijk beeld van de finantiële toestand van het L.V. Hoewel er herziening komt van de contributie, wat zeer zeker nodig is, laat de penningmeester toch een goed geluid horen. Dank zij de steun van een aantal kerkeraden, clie jaarlijks wat bijdragen voor ons werk, is er nog een mooi batig saldo.

Zowel secretaris als penningmeester worden bedankt voor hun verslag en hun werk voor het Landel. Verband.

Alvorens nu het woord te geven aan ds. H. Rijksen voor het uitspreken van zijn rede, spreekt cle voorzitter er zijn blijdschap over uit, clat ook ds. L. Rijksen, docent aan de Theol. School, in ons midden is met verscheidene studenten.

Dit wordt op hoge prijs gesteld, evenals de tegenwoordigheid van cle andere predikanten en kerkeraadsleden.

Het spijt ons, dat ds. Kersten geen kans heeft gezien voor ons te spreken, zoals reeds geregeld was, over „Het Duizendjarig Rijk".

Maar we zijn blij, dat ds. H. Rijksen zich beschikbaar heeft gesteld.

Na het zingen van Ps. 84 : 2 en 3 houdt ds. Rijksen zijn lezing over

„Terug naar Pinksteren? "

In het kort komt deze lezing hier op neer, dat de uitstorting des Heiligen Geestes gepaard ging met bijzondere geestesgaven, de chorismata. Geruime tijd zien we die bijzondere geestesgave in de eerste tijd van de christelijke kerk, cle kerk in haar kinderlijk stadium.

Later was dat niet meer nodig; de kerk kreeg meer en meer beschikking over het profetisch woord, toen clat werd vastgelegd in cle canon.

Sectarische bewegingen in onze tijd, zoals „Stromen van kracht" en de „Pinkstergemeente" willen terug naar die tijd, terug naar Pinksteren, omdat zij het een groot verlies achten, dat die bijzondere geestesgaven teloor zijn gegaan.

Spreker laat duidelijk zien wat die geestesgaven hebben betekend en het geëigende voor de eerste tijd der christelijke kerk. Breedvoerig schetst hij de grote verscheidenheid dezer gaven om dan ook te laten zien, dat deze langzamerhand aan de kerk zijn ontnomen en cle Heere aan Zijn kerk drie belangrijke blijvende gaven heeft geschonken, geloof, hoop en liefde, waarvan de liefde de meeste is.

Daar we tijdens het schrijven van dit verslag ds. Rijksen even hebben geraadpleegd, mogen we tot onze grote dankbaarheid zeggen, dat hij clit onderwerp voor onze , , Daniël"-lezers(essen) in de volgende vier a vijf nummers zal ten beste geven.

Van cle gelegenheid tot het stellen van vragen hebben velen gebruik gemaakt. Er waren heel mooie en practische vragij bij en in de beantwoording is gebleken (wij mogen dat toch wel met vrijmoedigheid zeggen) dat de Heere ook nu nog grote gaven schenkt naar Zijn welbehagen aan wie Hij wil.

Het ligt voor de hand, dat spreker een zeer hartelijk woord van dank ontvangt van onze voorzitter zowel voor het gesprokene als voor het beantwoorden der vragen.

De morgenvergadering wordt na het zingen van Ps. 89 : 7 door ds. H. Rijksen met dankgebed gesloten.

Middagvergadering

Om twee uur wordt de jaarvergadering heropend. Ds. K. de Gier laat zingen Ps. 25 : 6 en gaat voor in gebed.

Drs. J. Kwekkeboom, leraar te Goes, refereert nu zijn onderwerp

„Onze maatstaf bij 't waarderen van 't verleden."

Daar wij ook drs. Kwekkeboom bereid vonden deze lezing ter publicatie in „Daniël" af te staan, volstaan we met slechts een enkele opmerking over dit wel zeer interessante onderwerp.

Spreker begint te zeggen, dat geschiedenis datgene is, wat de Heere doet. Maar ook wat de mens doet. En nu zien we aan de ene kant de verantwoordelijkheid van de mens voor zijn daden en anderzijds Gods beschikking. Wij komen daar niet uit. Wat wij doen, doen wij door de wil Gods. Gods daden kunnen we niet begrijpen en van onze daden moeten wij rekenschap geven.

Spreker toont aan, clat al is het verleden op grote afstand, het onze plicht is een beeld der geschiedenis te vormen. Men kan uit verschillende dingen het verleden kennen. Zie Calvijn, Beza, Oranje, Cromrwell.

Die zich in 't verleden verdiept, leert deze mensen kennen.

Nimmer mogen de feiten verdraaid worden. Bij 't waarderen van 't verleden, bijv. van personen, moet voorop staan, hoe God over het leven van bepaalde mensen oordeelt. Al hebben ze dan grote, ogenschijnlijk belangrijke dingen tot stand gebracht, dan zijn ze in Gods ogen soms volkomen mislukt. Dan kunnen wij nu tot een foutieve maatstaf komen bij ons waarderen.

Spreker waarschuwt tegen het klakkeloos gebruik van bronnen, die dikwijls dezelfde fout hebben en bij wat geschreven is over het verleden ook zo vaak een verkeerde maatstaf hebben aangelegd.

Dit is slechts een greep uit het begin en het slot van deze lezing. Vooral omdat de vele belangstellenden het onderwerp in zijn geheel te lezen krijgen, zullen we ons niet verder wagen aan het weergeven van deze, alleszins interessante lezing.

sante lezing. Ook drs. Kwekkeboom ziet zich even later gesteld voor een massa vragen, die door hem echter op verbluffende wijze worden beantwoord.

De voorz. dankt ook hem heel hartelijk en bidt hem 's Heeren ondersteuning toe in het geleden, smartelijk verlies.

Er wordt nu een telegram gelezen van H.M. de Koningin, waarin H.M. dankt voor de wensen in ons telegram van hedenmorgen.

Gezongen wordt Ps. 98 : 2 en 4.

Ds. A. Vergunst spreekt dan een slotwoord en richt zich in ongeveer de volgende bewoordingen tot de vergadering: Als wij aan het einde van deze dag gekomen zijn, komt ons zo in de gedachte, dat alle dingen op de wereld een einde nemen. Niets is bestendig. Alles gaat voorbij, ook deze dag.

Ook alles, wat we in het leven verwachten, het ganse leven. Alles staat in het teken van de vergankelijkheid.

We hebben vanmiddag gehoord, dat God de geschiedenis maakt. Hij heeft de

draden in handen. God leidt die ganse wereld, de mensheid en wat er ook maar is, naar het einde.

Wij weten, dat het daarheen gaat, maar niemand weet van die dag en ure, dan de Heere alleen.

Christus heeft vele tekenen gegeven om er op te letten en te zullen weten, dat het grote einde nabij is en Hij komen zal.

Onmisbaar spreken de tekenen ervan, dat de dag van Christus' verschijning nabij is.

Zijn we er beangst voor? In de Catechismus wordt de vraag gesteld „Wat troost U de wederkomst van de Zoon des mensen"?

Die vraag willen we elkaar stellen. Is het een vertroostende gedachte? Alleen voor hen, die weten, dat Hij, Die komen zal, Dezelfde is, Die het gericht Gods gedragen heeft en de toorn uitgeblust is, kan dit tot troost zijn.

Wij zouden niet behoeven te vrezen, als wij Hem mochten verwachten.

Wanneer hij ons onbekend blijft, zal het echter een schrikkelijke verschijning betekenen.

Maar nu het nog niet zover is, mogen wij elkaar zeggen: „het kan nog, het is nog het heden der genade."

Zoekt en gij zult vinden, bidt en gij zult ontvangen, klopt en U zal opengedaan worden.

's Heeren nodigingen komen op veelvoudige wijze tot ons.

Nog is het heden, maar de tijd is haast voorbij en dan gaat de deur op het nachtslot.

Nu wij gaan scheiden, roepen wij U toe: Haast U, spoedt U om Uws levens wil.

Welgelukzalig dat volk, dat in alle droefenis en vervolging toch met opgeheven hoofd Hem zo mag verwachten en naar Zijn komst mag uitzien.

Welgelukzalig het volk, dat het alzo gaat, wiens God de Heere is.

Ds. Vergunst eindigt dan met dankgebed.

De talrijke bezoekers zullen aan deze vergadering(en) zeker een aangename herinnering behouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1959

Daniel | 8 Pagina's

23e Jaarvergadering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1959

Daniel | 8 Pagina's