Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendingsdiacones in Amerongen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendingsdiacones in Amerongen

„Ik weet voor mezelf dat ik ook ongehuwd gelukkig kan zijn

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl de belangstelling voor het kloosterleven groeit, neemt de bereidheid om daadwerkelijk in te treden af. Het celibaat, gebrek aan privacy, de leiband van de gemeenschap en een leven in volkomen overgave schrikken de moderne mens af. Het zijn slechts enkelingen die de stap nemen. Ook het protestantse Zendingsdiaconessenhuis in Amerongen telt slechts weinig nieuwe intreders. Corina Smit is een van hen. „Bij alle moeilijkheden die er zijn, mag ik hier groeien in Hem.

Op het bureau in haar kamer, in het souterrain van het gemeenschapshuis, staat een portret van de grondlegster van de Amerongse leefgemeenschap. Gegrepen door het ideaal van het in Oost-Pruisen begonnen diaconessenwerk van het Gemeinschafts Diakonieverband stichtte de Duitse zendingsdiacones Johanna Bock in 1935 een Nederlandse communiteit. Van de vrouwen die toetreden wordt verwacht dat ze zich door God geroepen weten en bereid zijn zich in te zetten voor het grote doel: zielen winnen voor het Lam. Wie zich in dat ideaal kan vinden is welkom, ongeacht de kerkelijke kleur. De achtergrond van de zusters varieert van oud gereformeerd tot Leger des Heils. Ze kunnen daar gewoon lid blijven, al kerkt het merendeel in de hervormde gemeente van Amerongen.
Voorin de kerkzaal van het gemeenschapshuis, waar op maandagavond een samenkomst wordt gehouden en eens in de twee weken op zondagavond een kerkdienst, hangt een houten kruis. Door aan een witte knop te draaien, zet Corina Smit (29) het in een zacht schijnsel. Het symboliseert het verlangen waarmee ze naar Amerongen kwam.
Na haar officiële intreden per 1 december 1998 liep ze onder meer stage in Bethanië, het conferentiecentrum van de zendingsdiaconessen, en de verschillende buitenposten: het centrum voor psycho-sociale hulpverlening t Arendsnest in Amsterdam en het verpleeghuis in Rotterdam. Eind augustus startte ze de eenjarige opleiding gemeenteopbouw en evangelisatie aan het toerustingscentrum De Wittenberg in Zeist. Ter voorbereiding op de nu nog onbekende taak die wacht: in t Arendsnest, Bethanië, kinderevangelisatie of totaal ander werk.

Roemenië
Ze groeide op in hervormd-gereformeerd Ederveen. „Van jongsaf ben ik opgevoed met het christelijk geloof. Dat was voor mij niet weg te denken uit mn leven, maar bij het ouder worden heb ik een persoonlijke relatie met de Heere God mogen krijgen. Tijdens een verblijf in Roemenië heb ik Hem echt als mijn Vader in de Heere Jezus Christus leren kennen.
In het laatste jaar van mijn opleiding inrichtingswerk aan de Gereformeerde Sociale Academie in Ede kreeg ik het verlangen in het buitenland te gaan werken. Eerst dacht ik aan hulpverlening onder straatkinderen in Brazilië, maar het werd een kindertehuis in Roemenië. Daar heb ik twee jaar als vrijwilligster gewerkt, voor de Oost Europa Zending. De laatste periode combineerde ik het met vrijwilligerswerk in een psychiatrisch ziekenhuis.
In Roemenië maakte ze voor het eerst kennis met het werk van de Nederlandse zendingsdiaconessen. „Twee zusters kwamen met een groep jongeren opknapwerkzaamheden verrichten in het psychiatrisch ziekenhuis. Ik vond het leuk om landgenoten te ontmoeten, meer niet. Hadden ze me toen gezegd dat ik over een paar jaar ook bij de zendingsdiaconessen zou zitten, dan had ik waarschijnlijk keihard gelachen.

Motivatie
Terug in Nederland lukte het haar niet een baan te vinden. „Ik ben als uitzendkracht aan de slag gegaan en heb de vraag wat ik moest gaan doen in gebed gebracht. Inmiddels had ik contact gekregen met zuster Trijntje, een zendingsdiacones uit Putten, die daar een buitenpost leidde. Ik zat in die tijd in de verstandelijk-gehandicaptenzorg, maar dat werk gaf me niet de voldoening die ik ervan verwachtte. Ik verlangde ernaar meer direct in dienst van God te staan. Na een Kerstsamenkomst bij zuster Trijntje, in december 97, sprak die in een kort persoonlijk gesprek haar bezorgdheid uit over het feit dat zo weinig jonge zusters intraden. Onderweg naar huis had ik ineens het gevoel dat ik naar Amerongen moest. Tegelijk schrok ik ervoor terug. Ik heb de Heere daarom een bevestiging gevraagd. Die heb ik ook gekregen. Dat gaf me de vrijmoedigheid om een brief te schrijven.
In mei 98 begon de hervormd-gereformeerde inrichtingswerkster aan haar kennismakingsperiode bij de gemeenschap van zendingsdiaconessen. „Als ik er nu aan terugdenk, weet ik niet of mn motivatie helemaal zuiver was. Ik vond het heel moeilijk om mn christelijke overtuiging in een algemene instelling gestalte te geven. Misschien heeft dat ook een rol gespeeld in mn beslissing. Dat heeft me best beziggehouden. Als christen moet je in principe op elke post kunnen staan. Toch heb ik het gevoel behouden dat God een andere bedoeling met mn leven heeft dan werk in de gezondheidszorg.

Uniform
De reacties binnen het gezin waren zeer divers. „Mn vader heeft vanaf het begin achter me gestaan. Mn moeder vond het moeilijker. Die zag me nog liever teruggaan naar Roemenië. Dat is veranderd tijdens een ouderdag, door het contact met de diaconessen en andere ouders. Mn broertjes reageerden zoals je van pubers kunt verwachten. „Alles goed en best, maar zolang je dat stomme kapje op hebt, gaan we niet met je over straat. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen. Voor mij was dat uniform ook een drempel. Verschrikkelijk!
Nu ervaar ik het totaal anders. Wanneer je je werkelijk geroepen weet, merk je dat God je ook daarvoor klaarmaakt. In de proefperiode van een halfjaar, waarin je nog in burgerkleding loopt, ging ik er zelfs naar verlangen het uniform te mogen dragen. Het is niet alleen een teken dat je bij de zendingsdiaconessen hoort, maar het kan ook een aanleiding tot gesprek zijn.
De aanwas van nieuwe zusters is minimaal. De aankomende diacones verklaart het voor een belangrijk deel uit de consequenties. „Zo heb ik naast mijn vakantiedagen maar vier weekenden per jaar om naar huis te gaan. De tijd waarin je zelf je beslissingen neemt, is voorbij. Het gaat niet meer zo hiërarchisch toe als vroeger, maar je moet je wel schikken naar de regels.

Ongehuwd
Het afstand doen van het huwelijksideaal kostte de jonge zuster bij haar intrede weinig moeite. „Er was iemand tot wie ik me sterk aangetrokken voelde, maar tot een intensiever contact kwam het niet. Het was of de Heere dat blokkeerde. Nu ik hier een paar jaar ben, merk ik wel dat je mens blijft, met dezelfde gevoelens als voor die tijd. Daar moet je doorheen. Ik weet dat ik ze in het gebed aan God voor mag leggen. „Heere, U hebt me met deze gevoelens gemaakt, maar U hebt mij ook deze weg gewezen. Wilt U mij daarin helpen. Dat doet Hij ook. Paulus heeft erop gewezen dat er mensen zijn die de gave van het ongehuwd-zijn hebben. Ik weet voor mezelf dat ik ook ongehuwd gelukkig kan zijn. Ben je er pertinent van overtuigd dat dat bij jou niet het geval is, dan hoef je deze stap niet te zetten.
Het recente uittreden van een zuster, de motor achter het tienerevangelisatiewerk vanuit het gemeenschapshuis, kwam bij zuster Corina hard aan. Een oordeel wil ze niet vellen. „Zon stap is iets tussen jou en God. We kennen hier niet het afleggen van een gelofte aan de gemeenschap. Natuurlijk vind je het erg als zoiets gebeurt, maar die persoon is er voor mij niet minder om.

Niet eenvoudig
Na het voltooien van de studie wacht voor haarzelf een nieuwe mijlpaal. Op 1 december 2001 loopt de periode van aspirant-leerling-diacones af. Na een hernieuwde beslissing zich te binden aan de zendingsdiaconessen volgt de benoeming tot leerling-diacones, herkenbaar aan een kap met zes plooien. Pas na tien jaar vindt de inzegening tot diacones plaats, waarna de kap met vier plooien wordt uitgereikt. „Dan verbind je je min of meer definitief aan de gemeenschap. Die verschillende bezinningsmomenten dwingen je ertoe om elke keer weer na te gaan of je nog overtuigd bent van Gods roeping tot dit werk en deze wijze van leven.
Zonder omhaal van woorden erkent de jonge zuster dat het leven in een vrouwengemeenschap niet altijd eenvoudig is. „Je hebt een andere sfeer dan in een gemengde cultuur. Samenleven met een groep onder hetzelfde dak is sowieso niet gemakkelijk. Je wordt bij elkaar gezet terwijl je geen vriendinnen van elkaar bent. Ondanks de karakterverschillen die er zijn, moet je het samen zien te rooien. Meer dan eens heb ik gedacht: Ik ben niet geschikt voor dit leven, ik ben te veel een einzelgänger, ik kap ermee. Toch is het nooit zo ver gekomen, omdat je altijd weer uitkomt bij je roeping. Ik weet Wie me hier gebracht heeft. Als je het aan God over kunt geven, komt er weer vrede en rust. Bij alle moeilijkheden die er zijn, mag ik hier groeien in Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 oktober 2000

Terdege | 96 Pagina's

Zendingsdiacones in Amerongen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 oktober 2000

Terdege | 96 Pagina's