Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (1)

Bekijk het origineel

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze maand is het 175 jaar geleden, dat de Afscheiding plaats vond die het kerkelijke leven in ons land diepgaand heeft beïnvloed.Op maandagavond 13 oktober 1834 tekende de kerkenraad van de Hervormde gemeente te Ulrum de Acte van Afscheiding of Wederkering. De volgende dag -14 oktober 1834 - werd een ledenvergadering gehouden, die zoals gebruikelijk bijeenkwam in de herberg van de weduwe Koster. Toen ds.Hendrik de Cock met de kerkenraad binnenkwam, knielde de predikant neer in het midden van de vergadering om te bidden. De gehele vergadering knielde met hem voor Gods aangezicht. Na het gebed volgde een uiteenzetting van de toestand van de kerk.Vervolgens werd het besluit meegedeeld, dat de predikant en de kerkenraad hadden genomen. De Acte werd daarna getekend door 137 personen. De plechtigheid werd besloten met psalmgezang en dankzegging. In totaal waren er in Ulrum 247 mensen die zich afscheidden.

Een spontane beweging
De Afscheiding greep spontaan om zich heen. In het hele land vond een ontwaken plaats bij velen die sinds jaar en dag gebogen gingen onder de invloed van het sterk opkomende vrijzinnige denken in de Hervormde Kerk. Men zag tenslotte geen andere uitweg dan de Wederkeer tot de gereformeerde leer, kerkregering en liturgie. Anderen hadden in de praktijk de band met de plaatselijke Hervormde Kerk verloren, omdat het denken van de Verlichting prediking en pastoraat volledig beheersten. Zij hadden vaak in leesgezelschappen een noodonderkomen gevonden. Door de Afscheiding ontwaakte er in deze kringen een nieuw kerkelijk besef. Er deed zich naar het woord van H. Algra ‘een explosie’ voor in het gehele land met het accent op het noorden. Eind 1835 waren er al een kleine tachtig afgescheiden gemeenten.

Onze verbondenheid met de Afscheiding
Een deel van de huidige Gereformeerde Gemeenten wortelt in de Afscheiding. Daarbij moeten we echter niet direct denken aan het optreden van ds. Hendrik de Cock (1801-1842), de predikant van Ulrum, al is het ontstaan van de Gereformeerde Gemeente te Kampen op 4 juni 1835 via een afsplitsing onder leiding van D. Hoksbergen met de persoon van De Cock verbonden. De Cock stichtte niet minder dan 87 gemeenten in de noordelijk helft van het land, zo blijkt uit recent onderzoek.
Er kwam echter ook een krachtige afscheidingsbeweging op gang in Zeeland, die in het spoor van ds. De Cock, de vader van de Afscheiding, wilde gaan. Deze beweging werd de eerste jaren geleid door ds. H.J. Buddingh, de predikant van de gemeente van Biggekerke op Walcheren, die zich in 1836 bij de afgescheidenen voegde. Hij was de man die de stoot gaf tot het opnieuw in gebruik nemen van de Psalmen van Datheen. De gemeenten die hij stichtte, zouden zich later voor een belangrijk deel aansluiten bij die van ds. L.G.C. Ledeboer, die hun voorkeur voor de berijming van Datheen deelde.
Ledeboer werd begin 1841 uit de Nederlandse Hervormde Kerk gezet.
Hij voegde zichmaar een korte periode bij de afgescheidenen en ging daarna zijn weg in het isolement.
Ledeboer werd een reizend prediker, die met name in Zuid-Holland en Zeeland over veel contacten beschikte en gemeenten stichtte. Met hem bereikte de Afscheiding als landelijke kerkelijke beweging een eindpunt. Bij de Vereniging van 1907 ging het grootste deel van de Ledeboeriaanse Gemeenten over tot de Gereformeerde Gemeenten. Het zal duidelijk zijn dat de lijn die onze gemeenten met ‘1834’ verbindt met name loopt via de predikanten Buddingh en Ledeboer.

Voltooiing van een levenswerk
De geschiedenis van de Afscheiding is op veel punten tot in details onderzocht. Levensbeschrijvingen van de acht jonge predikanten die leiding gaven tussen 1834 en 1841 ontbreken evenmin,maar bieden meestal een min of meer beknopte, soms schetsmatige benadering zonder voldoende onderzoek van de bronnen.
Daarom is het bijzonder verheugend, dat de kerkhistoricus H. Veldman in het 175ste herdenkingsjaar van de Afscheiding ons een uitvoerige biografie van Hendrik de Cock aanreikt.
De schrijver (66) behoort tot de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en woont in het Groningse Zuidhorn Hij promoveerde op 9 september 2009 te Kampen op deze studie bij prof. dr. M. te Velde.
Veldman was docent geschiedenis bij het gereformeerd voortgezet onderwijs in Groningen en Zuidhorn, publiceerde eerder vele (kerk)historische publicaties, terwijl hij ook zijn krachten gaf aan onderwijsleerboeken voor het vak geschiedenis. We wisten dat hij na zijn vervroegde pensionering met een grondige bronnenstudie over Hendrik de Cock bezig was. Daarvoor was alle ruimte, omdat de laatste levensbeschrijving, van de hand van J.A. Wormser, in 1915 verscheen en niet uitblonk door volledigheid. Nu ligt er een dissertatie voor ons van 752 bladzijden in een wat kleine letter.We feliciteren de auteur hartelijk met het voltooien van zijn levenswerk en het behalen van zijn welverdiende graad als doctor.

De opzet van de studie
Het proefschrift bestaat uit twee hoofddelen. Het eerste boek, het eigenlijke proefschrift, tekent Hendrik de Cock op de breuklijnen in theologie en kerk. Dit deel biedt een zorgvuldige, zeer gedetailleerde en in het algemeen heel goed leesbare levensbeschrijving. De chronologische beschrijving wordt onderbroken door de behandeling van een aantal thema’s en eindigt met een hoofdstuk over de persoon en het gezin van De Cock.
Van de behandelde thema’s noem ik de extase en opwekking in het voorjaar van 1835 in Zuurdijk, de beschrijving van de door De Cock gestichte gemeenten in de periode 1834-1941 en de classisvorming in Groningen en Drenthe in 1836. Ook de fragiele eenheid van het nieuwe kerkverband wordt beschreven, waarbij de diversiteit onder de afgescheidenen en het ontstaan van de Kruisgezinden worden besproken. Het boek biedt in het hoofdstuk ”Schreeuw om recht” ook een inventarisatie van de brieven, rekesten en adressen, die aan de overheid werden gericht.
Veel aandacht krijgt ”de rekrutering van predikanten”. De opleiding van studenten begon in 1839 te Dwingelo.
De beknopte Institutie van Calvijn (of ”de kleine Calvijn”) door Hendrik de Cock opnieuw uitgegeven, diende als leerstellig handboek. Studenten onder de 30 jaar werden verplicht om zich te bekwamen in het Hebreeuws, Grieks en het Latijn. De opleiding droeg de eerste decennia een primitief karakter. Men studeerde om zo spoedig mogelijk de kerken te kunnen dienen. Boeiend is het hoofdstuk over de sociale profielen van de voormannen van de afgescheiden gemeenten in de provincie Groningen.
Daarna volgt een uitvoerige beschrijving van het theologische profiel van Hendrik de Cock. Hierbij komt uitvoerig de verhouding van De Cock tot de Nadere Reformatie en het Gereformeerd Piëtisme aan de orde.

De reactie op het supranaturalisme
Opvallend is de uitvoerige beschrijving in het tweede hoofdstuk van de ”Theologie aan de Groningse Universiteit, 1800-1825”. Het maakt de theologische achtergronden van de moderne stromingen duidelijk en verklaart de positiekeuze van de Afscheiding voor het gereformeerde belijden. De Groningse universiteit, waar De Cock theologie studeerde, werd beheerst door de dragers van het verlichte christendom of het supranaturalisme. Men wilde een brug slaan tussen de oude, gereformeerde kerkleer en de nieuwe, redelijke inzichten van de Verlichting.
In dit denken baande het navolgen van Jezus via de weg van rede en deugd de weg naar de onsterfelijkheid. Daarmee kreeg De Cock na zijn bekering steeds meer moeite. Hij koos ondubbelzinnig voor de gereformeerde leer. Hij nam in 1833 het initiatief de geheel vergeten Dordtse Leerregels opnieuw uit te geven! Die positiekeuze leverde hem in de classis Middelstum geen vrienden op. Hij stond met zijn gereformeerde overtuiging geheel alleen!
Veldman geeft op blz. 96 aan dat het supranaturalisme op niet minder dan zeven punten in strijd was met de gereformeerde leer. In het geding waren de leer van de inspiratie van de Schrift, die van de Goddelijke Drieeenheid, van de twee naturen van Christus, alsmede die van de verzoening door de voldoening van Christus alleen, die van de zonde en de erfzonde en de leer van de predestinatie en de uitverkiezing.
Het ging in 1834 niet om een kerkordelijke kwestie –het dopen van kinderen uit andere gemeenten– maar om de zuiverheid van de kerkleer en het heil van zondaren. De Acte van Afscheiding of Wederkering ademt dan ook de diepe geloofsovertuiging, dat de Heere, de Koning der Kerk, het verlaten van de Hervormde Kerk eiste.

N.a.v. ”Hendrik de Cock (1801-1842); op de breuklijnen in theologie en kerk in Nederland”, door Herman Veldman; uitg. Kok, Kampen, 2009; gebonden, 752 blz.; ISBN 9789088651281; met cd-rom, euro 45.00.

(wordt vervolgd)


Waarde, ds. M. Golverdingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's