Tuinvragen

Klimrozen
Naast de 'gewone' klimplanten doen ook klimrozen het mooi tegen schuttingen. De meeste klimrozen houden van zon, maar sommige zijn zo sterk dat ze het ook op het noorden goed doen. De New Dawn is daar een voorbeeld van. Een sterke roos met gezond blad. De bloemen, wit met een vleugje roze, geuren licht. Het is een doorbloeier die maar doorgaat. Geef wel regelmatig een handje koemestkorrels (tot half juli): de rijke bloei vraagt nogal wat kracht van de plant. Koop (klim-)rozen altijd op naam. In het voorjaar bieden allerlei winkels planten, waaronder rozen, aan. Ze worden vaak op kleur en niet op naam verkocht. Je moet dus maar afwachten wat het wordt. Soms pakt dat heel goed uit en koopt u voor een prik een superroos, maar vaak is het resultaat minder goed. Het assortiment klimrozen is betrekkelijk groot, zeker op gespecialiseerde rozenkwekerijen. Als u zich vakkundig wilt laten informeren, kunt u het beste zo'n bedrijf bezoeken. Maak er een dagje uit van en spreek met uzelf af wat u gaat kopen. De verleiding is immers groot. Kijkt u tijdens uw bezoek eens naar de volgende klimmers:
* Bantry Bay: roze, een van de beste klimrozen, gemakkelijk te leiden, doorbloeiend.
* Climbing Schneewittchen: wit, fris groen blad, gemakkelijke groeier, bloeit lang door.
* Compassion: roze, bloemen steken mooi af tegen het blad, doorbloeiend.
* Parkdirektor Riggers: zuiverrood, half gevulde bloemen, groeit ook op het noorden, doorbloeier.
* Pink Cloud: helderroze, sterk, groeit ook op het noorden, doorbloeier.
* Zépherine Drouhin; oude Bourbonroos uit de 19e eeuw, sterk geurend, groeit niet zo hoog uit.
Klimrozen moeten geleid worden langs stevige draden. De 'hekjes' van latjes zijn eigenlijk niet geschikt, bovendien staan ze lelijk als achtergrond voor zo'n mooie roos. Gebruik groen geplastificeerd draad, dat roest niet. Ook waslijnhaken( 80 mm) zijn behandeld tegen roest. Met behulp van draadspanners spant u de draden mooi strak.

"Kan ik de mest van mijn eigen dieren , zoals kippen en konijnen, gebruiken voor de tuin?" mw. de Greep-van Dijk, Kesteren
 Meststoffen worden meestal in twee grote groepen verdeeld: organische meststoffen en anorganische meststoffen. Kunstmest is een anorganische meststof, die in een fabriek gemaakt wordt. De mest die afkomstig is van uw dieren, maar ook die van planten, noem je organisch. Planten hebben veel verschillende voedingsstoffen nodig om goed te groeien en gezond te blijven. Naast de voeding die ze uit de grond halen, maakt de plant ook in zijn bladeren voedingsstoffen. In kunstmest zit, naast de precies afgepaste voeding, niets extra's. In organische meststoffen wèl. Naast de organische stof (half en geheel verteerde plantenresten) zitten er ook mineralen in de mest, in piepkleine hoeveelheden. Naast de 'gewone' voeding zijn die mineralen van wezenlijk belang voor de plant. Natuurlijk weet u, als buitenliefhebster, dat er van alles in en op de grond leeft. Dat bodemleven is óók van belang voor de planten: afval wordt afgebroken, dieren zoals wormen graven gangetjes, waardoor zuurstof in de grond kan dringen, terwijl neerslag sneller afgevoerd kan worden. Zo ontstaat er geen wateroverlast en wordt ervoor gezorgd dat voedingsstoffen weer beschikbaar komen voor de planten. Organische mest is ontzettend belangrijk voor het bodemleven! Verder komt organische mest langzaam beschikbaar voor de plant. Kunstmest die niet door de plant opgenomen wordt (meestal niet meer dan 25 procent) spoelt uit richting grondwater en kan in ons drinkwater terechtkomen.

Nadeel
Heeft organische mest geen nadelen? Een nadeel is dat de samenstelling nogal kan variëren. In kunstmest met 8% N (= stikstof) zit precies 8% stikstof, in organische mest kan dat wisselen. Ondanks dat zou ik kiezen voor organische mest. U vertelt in uw brief dat u konijnen en kippen heeft. Kippenmest is nogal scherp (verbranding!) maar stikstofrijk. Of er veel voeding in konijnenmest zit is niet bekend, wel zit er veel organische stof in. Wat nog weleens een 'probleem' kan vormen, zijn de zaden die naast de voerbak van uw konijnen vallen. Met de mest komen ze in uw tuin terecht. Als er erg veel stro of houtmolm in de mest zit, is wat extra stikstof (bijvoorbeeld bloedmeel) nodig omdat de vertering van dat materiaal de stikstof tijdelijk bindt, waardoor planten er geen gebruik van kunnen maken. In uw geval zou ik de mest, samen met ander tuin- en keukenafval, composteren om het dan volgend jaar in de tuin te gebruiken. Eventueel kunt u wat verse kippenmest 'oplossen' in een gieter water voor de stikstofliefhebbers in uw tuin, zoals koolsoorten. De compost kunt u overal in de tuin gebruiken, óók op het gazon. Geeft u liever regelmatig (een keer per vier a zes weken) een klein beetje dan in één keer veel. Planten kunnen maar een beperkte hoeveelheid voeding opnemen, de rest blijft ongebruikt of werkt negatief: de groei wordt er niet beter maar minder van. Na juli zou ik niet meer mesten omdat u dan de kans loopt dat de planten te groen (vorstgevoelig!) de winter in gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen