Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de praktijk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer wij een daagje ouder mogen worden gaan veelal de gedachten terug naar wat in onze jonge jaren heeft plaats gehad. Het is tekenend, dat zaken uit onze jeugd meer en duidelijker voor onze aandacht komen dan dingen, die ons op rijpere leeftijd zijn overkomen. Dat schijnt een ervaring te zijn van vele ouden van dagen.

Dat ondervonden wij ook op een huisbezoek ongeveer dertig jaar geleden bij een echtpaar van 70 jaar oud, die nu reeds vele jaren zijn overleden.

Nadat wij een zakelijk gesprek met beide oudjes mochten hebben over de staat hunner zielen op weg naar de eeuwigheid vertelden deze mensen, hoe het op godsdienstig gebied in onze woonplaats in hun jeugd gesteld was.

Met welk een eerbied verhaalden zij, welke godvrezende leraren hier met veel zegen de zuivere Schriftuurlijke en bevindelijke waarheid verkondigd hebben, dat er mensen onder hun bediening door God tot God bekeerd zijn geworden en het ware volk des Heeren werd onderwezen en wasdom in de genade verkregen werd. (Persoonlijk hebben ook wij nog enkele van die mensen gekend.) Dat was vóór 1892. Maar hoe reeds de leer van veronderstellingen al ingang begon te vinden en de mensen op een gemakkelijke manier werden zalig gesproken, waardoor meerderen van Gods volk tot andere kerken overgingen. En als je nu leest wat er allemaal gaande is op kerkelijk terrein, dan zeggen wij tot elkaar: waar gaat dat toch naar toe? De waarheid, zoals wij die al 300 jaar mogen bezitten en waardoor de Heere zovele mensen tot bekering geleid heeft, schijnt niet goed meer te zijn. Er is al een nieuwe vertaling, waarin de scherpe puntjes waar het vooral op aankomt zijn afgeknot, en wat staat er allemaal nog meer te gebeuren? De wetenschap heeft de overhand, het moet alles begrijpelijker, maar bij wijze van spreken wordt het leven er uitgehaald.

Nu vriend, u bent het niet glleen die deze dingen met grote zorg waarneemt. Men is er soms benauwd onder en zucht: Heere, waar gaat het toch heen met Uw ere en met ons geslacht? Het is inderdaad waar, vriend, er is al veel veranderd; wat onze voorouders hebben ingesteld is niet goed meer, alles moet vernieuwd en aangepast worden. Maar het Woord van God blijft hetzelfde, omdat God Dezelfde blijft en dat ook betoont in Zijn handelingen en leidingen met Zijn ware volk. Als de Heere in deze dagen een mens bekeert, gaat het nog zoals van Adams dagen af, niet ten eerste opbouwend, maar afbrekend, en bekendmaking van onze diepe ellendestaat door onze zonden, waardoor wij geestelijk dood liggen en in het minst niets kunnen voortbrengen wat welbehagelijk is voor onze Schepper. Dan krijgen wij met God te doen , met Zijn heiligheid en rechtvaardigheid. Dan kunnen wij voor Hem niet bestaan. Dan zien wij ook geen mogelijkheid om ooit weer met onze Schepper en Onderhouder verzoend te worden. Dat is een tijd van treuren en wenen vanwege onze zonden en het gemis daardoor van een God voor ons hart en een Borg voor onze schuld. Dan is het een benauwde tijd voor Jacob. Maar als dan de Heere overkomt en aan die verbrijzelde ziel wordt geopenbaard de enige mogelijkheid gegeven tot zaligheid, dat er voor zulk een doemwaardig schepsel nog doen aan is om zalig te worden, wat geeft dat een verandering in zijn toestand, wel een gezicht op een aan hem geopenbaarde Heere Jezus, maar nu gaan de hebbelijk-heden zo uit om die gezegende Persoon te mogen en te kunnen eigenen als zijn Borg en Middelaar, opdat het worden mag: ik de Zijne en Hij de mijne.

Vriend, dit is de oude waarheid, die altijd nieuw blijft, al mogen de leidingen des Heeren wel onderscheiden zijn. De Heere maakt plaats op Zijn wijze voor de openbaring van Zijn dierbare Zoon als Borg en Zaligmaker door de bediening van de Heilige Geest in verdorven zondaarsharten. Nu vriend, dat is wel in tegenstelling tot hetgeen we tegenwoordig zo menigmaal horen. Och het schijnt wel of deze Persoon maar zo te grijpen is en dan gaat men daarop gerust verder, terwijl Gods ware volk leert en ondervindt, dat Hij niet te grijpen is, maar dat Hij en al Zijn weldaden een vrij geschenk zijn uit de bewogenheid van een Drieënig God. Daarom een gegeven of geschonken Goed. Wij hebben alles verbeurd en verzondigd; om dat te mogen beleven voor de Heere, wat worden wij dan een niets in onszelven.

Man, daar mag ik bijvallen en daarom, laten wij mogen blijven bij de oude, beproefde waarheid, die naar de godzaligheid is, want er zijn tegenwoordig allerlei geesten uitgegaan, die de gronden der waarheid niet kennen, maar loochenen tot verderf van zichzelf en van de velen, die door hen afgetrokken worden van de zuivere waarheid.

Vriend, de Heere zorgt voor Zijn eigen werk. Dat is tot troost en sterkte voor Zijn arm en ellendig volk. Daaruit zal er niet één ontbreken in die grote dag, als de Heere Zijn volk voor eeuwig zal thuishalen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit de praktijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's