Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zondagsviering (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondagsviering (4)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reformatoren en vooral Calvijn hebben sterk de nadruk gelegd op het feit dat er met de afschaffing van de Joodse sabbat nu een vrijheid gekomen is, maar een vrijheid die gebonden is aan het Woord Gods. Wat betreft de zondag hebben de Reformatoren deze dag gezien, dat deze in het teken moet staan van de dienst des Heeren: het horen van het Woord, de bediening der sacramenten en der publieke gebeden. Terwijl Calvijn er vooral de nadruk op legde dat geheel de week in het teken van de zondag moet staan, opdat de Heere door Zijn Geest in ons werke. Verdere bepalingen van doen en laten op de zondag hebben de Reformatoren niet gegeven. Het positieve van de dienst des Heeren was hun genoeg.
Deze opvatting van de zondag is ook overgenomen in onze Heidelberger Catechismus, opgesteld in 1563 doorUrsinus en Olevianus. De invloed van Calvijn is in het antwoord van vraag 103 duidelijk merkbaar. Op de vraag: Wat gebiedt God in het vierde gebod? Eerstelijk, dat de kerkdienst, of het predikambt, en de scholen onderhouden worden, en dat ik, inzonderheid op de sabbat, dat is op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstig kome, om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Heere openlijk aan te roepen en de armen christelijke handreiking te doen; ten andere dat ik al de dagen van mijn leven van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest-in mij werken late, en alzo de eeuwige sabbat in dit leven aanvange.
Al heeft dan Calvijn naast het positieve voor het overige vrijheid gelaten, toch betekent dit niet dat Calvijn deze vrijheid bedoelde om te gebruiken voor zondagsontheiliging en voor werelds gebruik.
Naast de opvatting van Calvijn over de zondag ontstond ook in Engeland een wat strengere opvatting door het optreden van de Puriteinen. Reeds in de Middeleeuwen was er in Engeland een wat strengere opvatting van de zondag gekomen dan in andere landen; men hield er o.a. zondag van zaterdagmiddag tot maandagmorgen. Maar er was in Engeland ook veel zondags theorie die vrij streng was, waar tegenover stond een zondagspraktijk van misbruik van de zondag met losbandigheid. Het zijn vooral de Puriteinen geweest die zich tegen het misbruik van de zondag teweer gesteld hebben. De naam Puritein (zuiver) bedoelde oorspronkelijk de "uitzuivering" in de Engelse Staatskerk van kerkelijke kleding en ceremoniën van de eredienst en van de bisschoppelijke kerkinrichting, waarvoor de Puriteinen de presbyteriale kerkregering wilden stellen.
Toen later de Puriteinen tot een eigen kerkformatie van de Presbyterianen waren overgegaan, hebben zij zich ook in hun belijdenis over de zondagsviering en zondagsheiliging uitgesproken. In hun grote catechismus van Westminster uit 1648 werd op de vraag: op welke wijze is de sabbat of de dag des Heeren te heiligen, als antwoord gegeven: „Door een rust gedurende heel de dag, en dat niet slechts van zulke werken, welke te allen tijde ongeoorloofd zijn, maar ook van zodanige wereldse bezigheden en ontspanningen, welke op andere dagen geoorloofd zijn. Immers, dit moet voor een verlustiging gehouden, dat men heel dien tijd (tenzij dat werken voor noodzakelijkheid en barmhartigheid wordt vereist) in publieke en private godsdienstoefening gebruikt. Tot welk einde wij onze harten moeten voorbereiden; en door voorzienigheid, ijver en matigheid stemmen; en door een tijdig eindigen met onze wereldse bezigheden, des te meer geschikt, in staat moeten zijn om de plichten van dien dag te vervullen."
Was bij Calvijn het godsdienstig samenkomen het voornaamste, met het nalaten van datgene wat door zijn stoffelijke aard de mens van het geestelijke aftrekt, in de Westminster Catechismus wordt het rusten van de wereldse arbeid op zichzelf beschouwd als religie en wordt verder alle niet-geestelijke arbeid verboden.
Daar ook deze gedachten van Calvijn en van de Puriteinen naar ons land overgebracht werden nog vóór de Dordtse Synode van 1618-1619, was het deze Synode die de middenweg koos (zie mijn eerste artikel over de zondag) door te bepalen: Dezelve dag moet alzo de godsdienst toegeëigend worden, dat men op dezelve moet rusten van alle slaafse werken (uitgezonderd datgene, die de liefde en de tegenwoordige noodzakelijkheid vereisen) mitsgaders van alle zodanige recreatiën, die de godsdienst verhinderen.
Hiermee was weliswaar niet alles opgelost, in de kerkgeschiedenisboeken kan men lezen hoe later in ons land „de sabbatsstrijd" ontstond tussen de Voetianen en de Coccejanen. Helaas ontstond ook in ons land een verslapping van de zondagsviering en zondagsheiliging, waartegen getrouwe predikanten als Smytegelt, á Brakel, Franken, Tuinman e.a. hun stem verhieven. De invloed van de kerk verminderde en de wereld overwon al meer de kerk, een proces dat in onze dagen in ongekende mate is voortgeschreden.
Als afronding van deze artikelen wil ik nu overnemen enkele dingen van wat Ds. Kersten Sr. geschreven heeft in de Heidelbergse Catechismus (deel 2, blz. 191):
Daarom zegt de Catechismus dan ook met betrekking tot het vierde gebod: Dit is de betekenis, dat de kerkdienst en de scholen onderhouden worden. Hoe komen onze vaderen aan deze verklaring? Zij geven ons geen opsomming van verboden zonden op de dag des Heeren. Wij vinden in de verklaring niet een verbod om, als wij ver van de kerk wonen, met eigen vervoermiddelen op te komen. Wij lezen niets in betrekking tot het wandelen op zondag. Ware dit dan niet nodig geweest? Is de ontheiliging van de dag des Heeren niet zo toenemend, dat met ernst tegen dit kwaad diende gewaarschuwd, en velerlei zonden bestraft? En nu zwijgt de Catechismus van dit alles. Wie van ons zou ooit gezegd hebben, dat het vierde gebod eist: eerstelijk, dat de kerkedienst of het predikambt en de scholen onderhouden worden? Namen onze vaderen het dan licht met de verklaring van dit gebod? Gewis, neen! Doch waarom dan geen opsomming van verboden zonden? Wel, daar is geen beginnen aan. Het zou geworden zijn gebod op gebod en regel op regel, hier een weinig en daar een weinig; en de farizeeër zou bij zulk een wettische uiteenzetting groot worden. Bovendien zou de Catechismus bij de veranderingen die elke tijd meebrengt en bij de steeds nieuwe uitvindingen wel telkens moeten herzien worden. Daarenboven leert ons de Heere Jezus, dat niet de mens gemaakt is om bijzondere heerlijkheid aan de sabbat te geven, maar omgekeerd, dat de sabbat is gegeven om de mens, opdat hij ruste van zijn arbeid en opdat die rust hem brenge tot de rust die er overblijft voor Gods volk. Zo is het dan de geestelijke betekenis van de sabbat die onze vaderen tot richtsnoer hunner verklaring kozen. Zij spreken niet van: dit ; moogt ge doen en dat moet ge laten, maar zij zeggen: Hier ligt in één woord de ware betekenis. Dat ge dien dag des Heeren zult afzonderen en dat gij geheel uw leven daarop richten zult, om dien dag als de dag Gods te heiligen. Daarom spreken zij van de kerkedienst en de scholen onderhouden. Ons gehele leven moet gericht zijn op het vieren van deze dag. Het moet ons niet te vroeg zijn om in de morgendienst te komen. Het moet voor ons geen zondag zijn als we niet des morgens en des middags in Gods huis zijn geweest. Onze vaderen hebben het in grote eenvoudigheid voorgesteld. Ik denk aan de eenvoudige catechismus van Voetius, waar hij het zo eenvoudig zegt: Een timmerman mag niet timmeren, een bakker niet bakken, een student niet studeren. Ieder zie op zijn eigen wekelijks werk. Zijn er dan geen werken die moeten geschieden op de dag des Heeren? Ja, die zijn er. dat zijn werken van noodzakelijkheid. . . werken van barmhartigheid in de arbeid in de dienst des Heeren. die plaats moeten hebben. . . ook de werken van liefde zijn niet verboden. Doch die ene dag is de dag der blijdschap en verheuging voor Gods kinderen. Als God Zijn genade in een mens verheerlijkt, krijgt hij een betrekking op God zelf, op Zijn dienst en op Zijn gebod; maar ook een betrekking op Gods dag. Zijn hart kan menigmaal verlangen naar het samenkomen in Gods huis. Waarom? Omdat in de dienst van Gods Woord voor dat volk de verborgenheden geopenbaard worden en omdat hun ziel onderricht wordt in de weg der zaligheid. De verborgen trekkingen van Gods eeuwige liefde zijn er, zodat zij soms hoop scheppen. Dan wordt het een dag van vrolijkheid en blijdschap; wanneer de Heere de onderwijzingen uit Zijn Woord geeft.
Waar blijven wij met dat Woord als we straks de kerk uit zijn? Wij hebben een hele avond straks voor ons. Lezen wij dan nog wel eens de geschriften van onze vaderen? Wij hebben geen strakke Joodse sabbat meer, maar wel de eis van God, en deze is om een dag den Heere af te zonderen. Laat ons over de preek nog eens praten als wij thuiskomen; laat het Woord van God nog eens in ons hart zijn. Het gaat dus in het vierde gebod niet om één dag in de week, doch de heerschappij van Gods eis in deze betreft geheel ons leven. Niet zes dagen volop wereld en één dag vroom mens zijn; zulk leven vloekt. Daarom zegt de onderwijzer dat het vierde gebod eist dat ik, in het verlaten van de zonde. God door Zijn Geest in mij late werken. Want door het leven in de zonde staan wij de Heilige Geest tegen. Dat is sabbatvieren: door het geloof in de gemeenschap met Christus in God rusten. Ja zo, dat ons leven zij het beginsel van de eeuwige sabbat dien Gods Kerk wacht. De Silo heeft haar de rust verworven, opdat zij eeuwig rusten zal met Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Zondagsviering (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's