Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOE IS HET?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE IS HET?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van verschillende kanten ben ik benaderd om nu precies te weten, wat de synode van Amersfoort besloten heeft inzake het kerkelijke lid. De persberichten zijn nogal verschillend. Men las o.m.: „de Christelijke Geref. Kerken gaan straks gezangen zingen”. De synode heeft, in tegenstelling tot sommige persberichten niet besloten om gezangen toe te laten. Er is slechts een principe-besluit genomen om verder te praten en de gemeenten te consulteren over deze kwestie. Nu kan ik direct aangeven welke berichtgeving juist of ten dele juist of helemaal onjuist is, maar wat de synode besloten heeft is bindend. Dat is met stemming aangenomen. Nu heeft de synode met 33 stemmen voor en 19 tegen het volgende uitgesproken.

1. dat de Heilige Schrift het zingen van liederen, die niet rechtstreeks berijmde Schriftgedeelten zijn, niet verbiedt;

2. dat in het licht van de uitspraken van de kerk naar eis van de Schrift zeer grote voorzichtigheid betracht dient te worden;

3. dat op grond van boven staande in de eredienst een aantal schriftuurlijke liederen kan worden aanvaard waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan;

a. deze liederen worden door de generale synode vastgesteld;

b. in artikel 69 K.O. wordt vastgelegd dat de plaats van deze liederen in de eredienst ondergeschikt is aan die van de psalmen en andere berijmde Schriftgedeelten;

c. het aantal van deze liederen zal dat van de psalmen en andere berijmde Schriftgedeelten in ieder geval niet overtreffen;

d. deze liederen zullen in de vorm van een eigen liedbundel aan de kerken worden aangeboden.

Het deputatenrapport zal in de gewijzigde vorm de kerken aangeboden worden ter bestudering. De kerken worden opgewekt van dit rapport goed kennis te nemen en door het inzenden van reacties bij deputaten in deze zaak mee te denken en mee te werken. Deputaten kregen de opdracht een definitieve beslissing ten aanzien van het gebruik van schriftgetrouwe liederen voor te bereiden en voorstellen te doen aan de synode van 1983.

Het voorbereidende werk en het komen tot voorstellen heeft niet ten doel, dat de synode van 1983 D.V. een definitieve beslissing zal moeten gaan nemen over het al of niet gaan zingen van gezangen in de eredienst. Zo menen sommigen de tekst van de synode te lezen, maar dat is niet juist. De synode heeft een uitspraak gedaan n.l.: „de Heilige Schrift verbiedt niet het zingen van liederen, van gezangen”. Dus gezangen mogen gezongen worden in de eredienst. Echter, en dit is de restrictie, de synode moet nog een uitspraak doen, welke gezangen mogen worden gezongen.De deputaten moeten ’n bundel gaan voorbereiden. Een bundel liederen, waarvan het gehalte echt overeenkomt met Schrift en belijdenis. Dus het zal in de toekomst niet zijn, dat men met het reeds verschenen „Liedboek voor de kerken” onder de arm naar de kerk kan gaan. Men zal krijgen een eigen bundel. De Amersfoortse synode wilde de weg voor wildgroei niet openen. Men wil ook in de toekomst, in het licht van de uitspraken van de kerk naar de eis van de Schrift met grote voorzichtigheid te werk gaan. Dat is op zich een goede zaak. Maar dat houdt niet in dat dit voor allen een verblijdende zaak is. Aan voorzichtigheid kan zelfs een gevaarlijke kant zitten. De praktijk laat dit soms duidelijk zien. Wanneer ik denk aan de Gereformeerde kerken hoe men begonnen is met de behandeling en bepalingen rond het gebruik van en welke gezangen in de eredienst en wat men nu tolereert dan is dit ’n baken in zee. Nu zou gezegd kunnen worden: „maar de kant van de gereformeerden willen we niet op”. Zonder iemand verdacht te maken, moet ik toch concluderen, dat dit meer gezegd is en waar is men nu terecht gekomen ? Diverse gereformeerden hebben mij gezegd, al een aantal jaren terug: „een aantal christelijke gereformeerden lopen wat langzamer dan wij, maar ze komen, waar wij nu staan”. Het besluit van de synode heeft mij diep getroffen. Mijn gevoelens wil ik niet op papier zetten, want dan zou ik te persoonlijn worden. Op de materie op zich, hoop ik D.V. t.z.t. terug te komen. Ik wil nu slechts doorgeven het voorstel, dat ik indiende tijdens de discussie ter synode. Gedaan, mede uit liefde, tot de kerken.

De synode kennisgenomen hebbend van het deputaten- en commissierapport 9.18: overwegende:

1. dat de Heere alleen in het O.T. een bundel liederen gegeven heeft en wij in het N.T. van God geen bijbelboek hebben ontvangen dat overeenkomt met het boek der psalmen;

2. dat de O.T. psalmbundel met de komst van Christus niet heeft afgedaan en in de N.T. gemeente een grote plaats behield;

3. dat de gemeente er het heil Gods in en door Christus in vertolkt vond en er geen moeite mee had de psalmbundel als haar liedboek te erkennen;

4. dat er in de H. Schrift geen duidelijk motief wordt gegeven om bij het zingen in de eredienst naast de ontvangen liederen ook van andere liederen, niet voorkomend in de Schrift, gebruik te maken;

5. dat het vrije lied noch de autoriteit van de H. Schrift noch van de H. Geest achter zich heeft;

6. dat het vrije lied geen stuk van Gods openbaring is, noch een reflexie van de dichter op de Godsopenbaring is;

7. dat de kerken het als hun roeping zagen om in de eredienst in prediking en lied het „Woord” aan het woord te laten;

8. dat diverse kerkelijke uitspraken van het slechts zingen van psalmen c.q. berijmde schriftgedeelten in de eredienst spreken;

9. dat door het invoeren van het vrije lied allerlei dwalingen de kerken kunnen binnendringen en de verwijdering in ons kerkelijk leven zal doen toenemen;

10. dat de kerken naar de uitspraak van 1974 de opdracht hebben om alle symtomen van verwijdering, waaronder ook vallen de liturgische veranderingen te bespreken en zoveel mogelijk weg te nemen: van oordeel:

a. dat de psalmen door God gegeven zijn als het liedboek der kerken;

b. dat daarnaast berijmde Schriftgedeelten, denk aan lofzangen, gebruikt mogen worden;

c. dat door het zich beperken tot het zingen van de psalmen en berijmde schriftgeddelten wordt bewaard de direkte verbondenheid aan de H. Schrift als het geïnspireerde Woord van God;

d. de historische lijn der kerken niet mag worden verbroken;

e. niets van onze identiteit mag vervagen;

f. de gevolgen van de aanvaarding van het vrije lied zeker merkbaar zullen zijn in de kerken;

besluit:

1. deputaten hartelijk dank te zeggen voor hun arbeid.

2. de kerken dringend op te wekken zich te zullen houden aan wat bepaald is in art. 69 K.O.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1980

Bewaar het pand | 4 Pagina's

HOE IS HET?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1980

Bewaar het pand | 4 Pagina's