Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Consulentschap 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Consulentschap 2

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens het gereformeerde kerkrecht benoemt de classis een consulent voor een vacante gemeente. Artikel 4 van de kerkorde spreekt van een ”door de classis aangewezen consulent” en in artikel 41 sub 5 wordt nadrukkelijk gezegd ”De classis zal voor elke vacante gemeente een dienaar des Woords aanwijzen om met raad en daad deze gemeente bij te staan” Niet de vacante gemeente wijst dus een consulent aan maar de classis. Deze zal natuurlijk rekening willen houden met een wens van de kerkeraad van de vacante gemeente. ZIJ dringt met een consulent op, tenzij ZIJ dit misschien in heel bijzondere omstandigheden nodig zou achten in het belang van de betreffende vacante gemeente De consulent staat in dienst van de classis, hij vertegenwoordigt haar bij de vacante gemeente die hij van advies moet dienen en is, zoals bovengenoemde bepaling bij artikel 41 van de Kerkorde ook zegt, van zijn arbeid verantwoording schuldig aan de classis.

Volgens artikel 4 van de Kerkorde moet de beroeping van een predikant in gemeenten met niet meei dan één dienaar des Woords geschieden met advies van de consulent. De kerkeraad van zulk een vacante gemeente dient dus wanneer hij tot beroeping wil overgaan het advies van de consulent te vragen Deze kan de aandacht van de kerkeraad op bepaalde personen vestigen, wat natuurlijk met de nodige tact en wijsheid dient te geschieden. Zeer bepaaldelijk heeft de consulent dan te zorgen dat alles naar de door de kerken zelf vastgestelde orde plaats vindt; dat bijv. alleen beroepbare personen op de nominatie worden geplaatst en beroepen, dat de beroepsbrief de nodige bepalingen behelst en geen bepalingen bevat die in strijd zijn met de Schrift, de Belijdenis en de Kerkorde dat de ondertekening namens de kerkeraad behoorlijk geschiedt, enz Dat betekent met dat de consulent beslist de vergadering, waarin de verkiezing plaats vindt, moet leiden Van een verplichting van de kerkeraad om voor deze leiding de consulent te vragen is geen sprake, net zo min als van een recht van de consulent in dezen Er bestaat ten dezen geen enkele verplichting en geen enkel recht. Maar het is natuurlijk wel zeer wenselijk dat de vergadering, waarin de verkiezing gehouden wordt, door de consulent namens de kerkeraad wordt gepresideerd, of althans wordt bijgewoond Wel dient de consulent de beroepsbrief te ondertekenen, zoals de bepaling bij artikel 41 van de Kerkorde nadrukkelijk voorschrijft Deze ondertekening wil zeggen dat de consulent geen formele bezwaren tegen de beroeping heeft omdat zij geheel volgens kerkelijke regelen is geschiedt, zodat de ontvanger van de beroepsbrief de waarborg heeft dat de beroeping conform de Kerkorde plaats vond Indien de consulent de vergade-ring waarin de verkiezing plaats vond niet kon bijwonen en hem daarna de beroepsbrief ter ondertekening wordt voorgelegd, kan hij die brief, mdien hij ”geen aanleiding heeft om te denken dat de zaken niet goed gegeven zijn, en ook m den brief zelven niets verkeerds vindt”, ondertekenen althans naar de mening van prof. dr. F. L. Rutgers, Kerkelijke Adviezen I, 44, bij welke mening ik mij gaarne aansluit Rutgers voegt daar echter wel aan toe ”Maar dan zou ik bij de onderteekenmg laten blijken, dat ik de kerkeraadsvergadering met had bijgewoond b v door bijvoeging ”bovenstaande beroepsbrief aan mij als consulent vertoond en door mij teekend den ………”, of iets dergelijks, daar men anders zou onderstellen dat ge erhiv geweest waart, en dus ook voor die vergadering aansprakelijkheid hadt” Ook deze raad van Rutgers lijkt mij zeer verstandig Zou nu een beroeping niet geschieden overeenkomstig de kerkelijke bepalingen, dan heeft de consulent niet alleen het recht maar zelfs de plicht om de beroeping te stuiten. Dat wil zeggen, dan moet hij weigeren de beroepsbrief te ondertekenen, en hij moet trachten de kerkeraad in het rechte kerkelijke spoor te doen wandelen, gelukt dit niet, dan moet hij mededelen, dat hij de zaak ter kennis van de classis zal brengen en dat tot de uitspraak van de classis het beroep geen voortgang kan vinden maar opgeschort moet worden Zou een kerkeraad toch zulk een beroepsbrief aan de beroepene verzenden, dan zou deze verstandig handelen door deze brief onmiddellijk te retourneren met een schrijven erbij dat hij op zulk een wijze met beroepen wenst te worden Maar zulke ongerijmde dingen zullen wel met plaats vinden, tenzij, ja tenzij het kerkelijke leven geheel in verval IS geraakt en in staat van ontbinding verkeert.

Het Zij, misschien ten overvloede, nog opgemerkt dat alleen bij beroepingen in vacante gemeenten met niet meer dan één predikant, de consulent de beroepsbrief moet tekenen.

Volgens de Kerkorde dient dus in vacante gemeenten met niet meer dan een dienaar des Woords de beroeping te geschieden met advies van de consu-lent Maar in de praktijk van het kerkelijke leven is de taak van de consulent veel breder dan in de kerkelijke bepa-lingen IS vastgelegd De consulent is meestal de aangewezene om in de gemeente, waarvan hij consulent is, als bijzondere omstandigheden dit eisen. Woord en Sacrament te bedienen, zonder daarin keurstem te hebben, begrafenissen te leiden, huwelijken te bevesti-gen, catechisaties te hfiuden, soms ook huisbezoeken en ziekenbezoeken af te leggen in sommige gevallen de kerkeraadsvergaderingen te leiden enz Maar men lette er wel op, dat het geen verplichting van de kerkeraad van zulk een vacante gemeente is, om voor deze werkzaamheden de consulent te vragen De kerkeraad heeft het volste recht om hiervoor een andere predikant uit te nodigen Wil de kerkeraad dit doen, dan is hiervoor volstrekt met de goedkeuring van de consulent nodig Maar het IS wel gewoonte dat de consulent zulke werkzaamheden verricht, en deze gewoonte is goed Nu is het natuurlijk wel verstandig om van te voren in overleg te treden over de vergoeding die de kerkeraad voor het verrichten van deze werkzaamheden zal geven Zulke afspraken kunnen onaangenaamheden voorkomen en dat is altijd beter dan naderhand allerlei moeilijkheden die licht kunnen ontstaan als er geen afspraken zijn gemaakt, uit de weg te ruimen.

Volledigheidshalve wijzen wij nog op het besluit door onze synode in 1899 genomen om namelijk óók consulenten te benoemen voor gemeenten, die leraren bezitten „opdat die bij ontstentenis harer leeraren kunnen worden geraadpleegd”, acta art. 33. Tegen deze uitbreiding is geen bezwaar, mits men altoos bendenke dat een consulent zeer beslist met een soort classicale voogd over een gemeente is, of een soort superintendent die zich eigenmachtig met de zaken van de gemeente, waarvan hij consulent is, mag bemoeien In moeilijke situaties kan en mag men hem om raad vragen, en de praktijk heeft bewezen dat dit dikwijls gunstig heeft gewerkt.

Nu de tweede vraag van de kerkeraad; zij gaat over het zgn. „uitgebreide” consulentschap Men bedoelt hier eigenlijk een zekere vorm van combinatie van twee gemeenten mee Er zijn bijv. twee kleme gemeenten die dicht bij elkander liggen Afzonderlijk zijn ze financieel met bij machte een eigen predikant te onderhouden en slaan ze de handen ineen Maar niet m de meest gebruikelijke vorm van combinatie zodat beide gemeenten dezelfde predikant beroepen, en deze, indien hij de beroeping aanneemt, dienaar van beide gemeenten is, doch op deze manier, dat één van de gemeenten beroept en de beroepene de toezegging krijgt dat hij consulent van de ándere gemeente wordt, mdien hij de roeping opvolgt, en daar alle predikantswerkzaamheden verrichten moet tegen een vastgestelde vergoeding Op deze manier kunnen dan beide kleine gemeenten geholpen worden Wij zeiden reeds dat dit een vorm van combinatie is Naar ik meen is hiertegen geen princi-pieel bezwaar in te brengen, mits een en ander goed geregeld wordt en deze regeling de goedkeuring van de classis heeft Het is immers zo, dat volgens de Kerkorde de classis de consulent aan-wijst en met de vacante gemeente zelf Maar legt men de onderling overeen-;;ekomen regeling aan de classis voor en keurt deze haar goed, dan ligt m deze goedkeuring eigenlijk tevens de aanwij-zing van de consulent door de classis opgesloten, al is de naam consulent m zulk een geval eigenlijk ,,minder juist”, zoals Rutgers opmerkt. Kerkelijke Adviezen I, 36, die overigens zulk een over-eenkomst tussen twee kleine kerken met aanraadt.

Men lette er wel op dat in een dergelijke door de classis goed te keuren regeling ook een bepaling wordt opgenomen dat de classis er borg voor staat dat de predikant geen financiële schade hjdt in-dien om gewichtige redenen, ter beoordeling van classis, aan zulk een „uitgebreid” consulent een emd dient te komen, m.a.w. mdien dus het bestaande contract tussen beide gemeenten verbroken moet worden Dit mag uiteraard slechts om gewichtige redenen, zoals we zeiden, geschieden het heil der gemeente moet de doorslag geven Maar omdat de predikant bij verbreking van de overeenkomst tussen beide kerken financiële schade zou hjden, moet een regeling getroffen worden als boven bedoeld Het zal dus wel duidelijk zijn dat een zodanige overeenkomst tussen twee kerken de goedkeuring van de classis heeft Verder merken wij nog op, dat de pre-dikant bij een dergelijke regeling geen lid mag zijn van de gemeente wier consulent hij is evenmin lid van de kerkeraad van deze gemeente (zodat hij dus in deze kerkeraad nimmer een keur- of beslissende stem doch slechts een adviserende stem kan hebben) en dat hij door deze kerkeraad ook nooit naar de classis kan worden afgevaardigd Men ziet dus dat er wel het een en ander vastzit aan een zgn „uitgebreid” consulentschap Ik weet met of zoiets wel beter is dan een combinatie in een of andere vorm, die ook de naam combinatie verdient Maar wij laten dit nu rusten. Ik hoop dat de kerkeraad die mij vragen stelde tevreden is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Consulentschap 2

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's