Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Guillauma Farel (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Guillauma Farel (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vurige vriend:

VRIENDEN VAN CALVIJN

door M.A. van den Berg, Zoetermeer

Te veel vuur is gevaarlijk

De indruk bestaat dat de vrienden van Calvijn en Farel een zucht van verlichting hebben geslaakt, toen deze twee onafscheidelijke broeders in de dienst des Heeren van eikaars nabijheid beroofd werden. Niet dat ze zich verheugden over de aanleiding van de scheiding, die was op zich ernstig genoeg.

Het was een onvoorstelbare schok, die ook in de verre omtrek buiten de stad ervaren werd, dat Geneve haar beide predikanten, samen met hun blinde ambtsbroeder Couraud, op staande voet ontslagen had en hen vervolgens onmiddellijk uit de stad had verbannen. Nadat Farel en Calvijn bijna twee jaar lang.

van juli 1536 tot april 1538 schouder aan schouder, onafscheidelijk gestreden hadden voor de zaak van de reformatie, moesten ze nu ervaren, dat ze voortaan elk hun eigen weg zouden gaan. Hoewel de hartelijke verbondenheid de jaren door onverminderd, overigens niet zonder af en toe ook strubbelingen, zou blijven bestaan - getuige de zeer uitvoerige correspondentie van beide vrienden - toch zouden ze nooit meer samen in een zelfde gemeente dienen.

Waarom vond Bucer de scheiding van deze twee hartstochtelijke wapenbroeders een nodige en nuttige consequentie van de pijnlijke verbanning? De reden geeft hij aan in een brief die hij Calvijn stuurt, als deze na vier maanden in Bazel weer tot de rust van zijn zo geliefde studie is teruggekeerd. De reformator uit Straatsburg schrijft dat hij samen met de andere vrienden van mening is dat het niet in het belang van de kerk, en ook niet dat van Calvijn zelf, zou zijn als deze zich vanuit Bazel weer als coUega bij Farel zou voegen, die inmiddels opnieuw predikant was geworden in het Zwitserse Neuchatel. Calvijn heeft zo'n open verhouding met Farel dat hij er geen enkele moeite mee heeft om deze vriendelijke maar ook duidelijk kritische waarschuwing aan zijn adres op zijn beurt direct aan Farel zelf door te geven. Wellicht hebben zij beiden goed begrepen, en ook geaccepteerd, wat de waarneming van hun vrienden was: in eikaars nabijheid werkte de 'chemie' zodanig dat het vuur dat ze in hun karakters hadden tot een onbeheersbare vlam dreigde te worden. Overigens blijkt het dat men in die dagen heel makkelijk elkaar de brieven liet lezen, die men in een netwerk van contacten en vrienden ontving.

Het is opmerkelijk dat Calvijn deze kritische zorg van Bucer zonder een zweem van afkeuring aan zijn vriend meedeelt. Farel en Calvijn waren bijzonder gevoelig voor die kritiek, waarbij zij de schuld kregen van de problemen waardoor ze uit Geneve hadden moeten vertrekken.Tegenover alles en iedereen hielden zij vol, dat zij er wezenlijk geen oorzaak van waren dat de kerk van Geneve zo in opschudding was geraakt dat zij hadden moeten wijken. Hoewel ze zich wel terdege bewust waren van het feit dat ze ook hun zwakke kanten hadden, en dat ze voor God erkenden dat ze onvolmaakte dienaren waren, toch hielden ze de rechtvaardigheid van de zaak waarop de bom in Geneve gebarsten was, overeind.

Maar tegelijk begreep Calvijn wel wat Bucer bedoelde. De vurigheid van Farel had niet altijd een positieve invloed gehad op zijn eigen ontwikkeling als kerkelijke leider. Juist omdat ook Calvijn onder de oppervlakte van zijn beheerste uiterlijk een vurige en onstuimige - soms ook te prikkelbare - aard had, was de aanstekelijke invloed van een 'vuurvreter' als Farel niet altijd even wenselijk. Bucer heeft dat goed gezien. En het is de wondere weg van Gods voorzienigheid geweest dat Calvijn, die door direct ingrijpen van Farel voor de dienst van Christus' kerk gewonnen was, toch de meeste jaren van zijn dienst zonder dat Farel te dicht in de buurt was zich heeft kunnen ontwikkelen tot de reformator van Geneve, waar hij zo grote betekenis heeft gekregen voor de kerk, ook ver buiten de stad waar hij diende.

In evangelische kring

Guillaunie Farel werd in 1489 geboren in het stadje Gap in de Franse Dauphiné. Hij was dus twintig jaar ouder dan Calvijn. Zijn ouders behoorden tot de gezeten burgerij en waren in goeden doen.Vader Farel was notaris. Guillaunie had nog twee oudere broers, die later ook de zaak van de reformatie een goed hart zouden blijken toe te dragen.

Het is opmerkelijk dat zijn ouders de jonge Guillaume het soldatenleven hadden toebedacht. Wellicht hadden zij al vroeg zijn onstuimige en onverschrokken aard als goede voorwaarden gezien voor een militaire carrière. In de omgeving waarin hij geboren was, het grensgebied van Frankrijk en Italië dat ook zo vaak frontgebied werd, bestond er een grote vraag naar jonge mannen die zich voor de krijgsdienst wilden inzetten. Guillaume had daar echter in absoluut geen zin in. Toch zou hij wel degelijk een strijder worden, maar dan wel aan een geheel ander front dan dat van de Europese conflicten van zijn dagen. Hij zou een vurig soldaat worden in het leger van Christus' Koninkrijk.

Ook de dienst van de kerk, als tweede mogelijkheid, was niet wat hij ambieerde. Hij zag er teveel tegen op om priester te worden. Er was een grote huiver voor het heilig mysterie van het sacrament van de mis. Daarom koos hij voorlopig voor de derde mogelijkheid: hij ging studeren in Parijs. In het jaar dat Calvijn geboren werd begon hij aan zijn verre reis van huis, naar de grote stad, waar hij twaalf jaar van zijn leven aan studie van de letteren en de theologie zou wijden.

Tijdens zijn studie kwam hij in aanraking de evangelische kringen rond de bijbelse hu­ manist Lefèvre d'Etaples. Er ontstond een bijzondere band tussen de jonge Guillaume en de vader van de Franse evangelische beweging. Wat Luther had met zijn biechtvader Von Staupitz, mocht Farel in de persoon van Lefèvre d'Etaples ontvangen, die hem als geestelijke leidsman leerde dat het in de relatie met God niet ging om verdienstelijkheid, maar genade alleen. Farel kwarn in de kring waarin hij verkeerde al vroeg in aanraking met Luthers geschriften, die een beslissende invloed op hem hadden. Rond 1521 vinden we Farel in de kring van rond de hervormingsgezinde bisschop Briconnet van Meaux. Hij gaf zijn positie als docent aan een college op om voortaan prediker te worden van het Evangelie van vrije genade. Hij vervulde zijn nieuwe roeping met al het vuur dat in hem was, voornamelijk als rondtrekkende prediker. Zijn radicaliteit vervreemdde hem al gauw van zijn vrienden, die er absoluut niet over dachten om vanwege het Evangelie de leer van de kerk los te laten. Het gevolg van een felle preek die Farel eens hield tegen de verering van Maria en de heihgen was dat hij Frankrijk moest verlaten om zijn toevlucht te zoeken in Bazel.

Een vurig strijder voor het Evangelie

Het leven van Farel is in één zin samen te vatten: het onrustig bestaan van een rondtrekkende prediker, die bereid is alles op te geven omwille van het Evangelie van vrije genade. Zij die een minder gunstig beeld van zijn karakter hebben, zullen hem een 'reformatorische agitator' noemen, een stoker, een 'straatprediker' die overal waar hij kwam opschudding veroorzaakte. Anderen zullerkhem de vurige prediker noemen, die voor niets of niemand uit de weg ging, als het erom ging om de genade van Zijn meester Jezus Christus overeind te houden, tegenover alles wat dit Evangelie eronder zou willen brengen. Vele malen betekende dat, dat hij fysiek bedreigd werd. Een aantal keren werd hij mishandeld, soms zo erg, dat hij het er maar net levend afbracht. Farel was niet de rustige en bezonnen geleerde, maar de levendige en felle activist van het Evangelie. Calvijn vergelijkt hem ergens met Paulus. Wie Paulus' biografie van lijden omwille van het Evangelie leest, kan bij het leven van Farel heel wat herkenning vinden.

In 1524 kwam hij in Bazel terecht. Met Oecolampadius organiseerde hij daar een dispuut over de leer van vrije genade. Hij werd er toegelaten tot de leerstoel en de kansel. Oecolampadius oefende milde kritiek op hem uit en drong er op aan om de preekstoel niet alleen voor polemiek te gebruiken. Het leek enigszins te helpen, toen Farel zich ervan bewust werd dat bij het Evangelie ook zachtmoedigheid paste. Toch werden de preken voor de raad van de stad de aanleiding om Farel weg te sturen. Bazel was namelijk ook de stad van Erasmus. Deze grote humanist was duidelijk geen vriend van Farel. Farel nam tijdens zijn preken geen blad voor de mond. Hij ergerde zich aan de gematigde kritiek die Erasmus had op de praktijken van de kerk. Hij waagde het zelfs de prins der humanisten een 'Bileam' te noemen. En dat ging de raad van de stad duidelijk te ver en Farel kon vertrekken.

Van Bazel trok Farel naar Straatsburg, waar hij Bucer en Capito leerde kennen. Uiteindelijk kwam hij in het gebied van de machtigste stad van Zwitserland, Bern, terecht. Hij nam de schuilnaam Ursinus aan (van het Latijnse woord voor beer=Bern). In dienst van Bern werd hij dienaar van het Woord te Aigle.Verder kreeg hij als predikant van Bern de taak om in alle plaatsen die binnen het machtsgebied van Bern vielen, de reformatie te dienen door zijn prediking. Hij kwam ook in contact met Zwingli, die evenals zovele anderen die Farel leerden kennen, erop aandrong dat hij bij zijn vurige dienst toch ook met voorzichtigheid en zachtmoedigheid te werk moest gaan. In 1530 gaf Farel in Neuchatel de beslissende stoot tot de reformatie. In 1532 komen we Farel, samen met o.a. Olivetanus tegen in het gebied van de Waldenzen. Daarna reisde hij naar Frankrijk, waar hij o.a. zijn geboorteplaats Gap bezocht, om vervolgens weer verder te trekken in de dienst van het Evangelie. Zo kwam hij ook voor het eerst in Geneve om zijn geloofsgenoten te bemoedigen. Hij kon er echter ternauwernood aan de dood ontsnappen. Een jaar later zou hij echter onder de machtige hoede van Bern weer terugkeren in deze stad, waarvan hij de reformator zou worden. Niet eens zozeer door zijn eigen prediking en arbeid - hoe beslissend die ook waren - als wel door de arrestatie in 1536 van zijn twintigjaar jongere collega, Johannes Calvijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

Guillauma Farel (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's