HET KINDEKE JEZUS ONDER DE WET

In Lucas 2 wordt niet alleen gesproken over de nederige geboorte van de Heere Jezus, maar er wordt ook met nadruk gewezen op het feit, dat aan Hem alles gebeurd is wat volgens de wet was voorgeschreven. Hij is „geworden uit een vrouw, geworden onder de wet". Jozef en Maria deden met Hem zoals ieder Joods ouderpaar met hun kind moest handelen.

Op de achtste dag werd Hij besneden. De besnijdenis was een teken van onreinheid en een teken van opneming in het verbond. Voor Zichzelf had Christus, Die zonder zonde was, de besnijdenis niet nodig, maar als Borg was Hij ook aan deze instelling onderworpen. Met de besnijdenis ging Zijn naamgeving, Jezus, gepaard zoals die door de engel aan Maria en Jozef was voorzegd.

Na, veertig dagen (gingen Jozef en Maria met het Kindeke Jezus naar de tempel in Jeruzalem om Hem de Heere voor te stellen. Hij was Maria's eerstgeboren zoon en alle eerstgeborenen waren de Heere geheiligd, omdat bij de uittocht uit Egypte de eerstgeboren zonen van de Israëlieten door de engel des verderfs waren gespaard. Oorspronkelijk betekende dit, dat zij allen afgezonderd waren tot de dienst des Heeren. Door de zonde met het gouden kalf bij de Sinaï bleef echter alleen de stam van Levi over om in het heiligdom te dienen'. „En Ik, zie, Ik heb de Levieten uit het midden der kinderen Israëls genomen, inplaats van alle eerstgeborenen, die de baarmoeder opent, uit de kinderen' Israëls; en de Levieten zullen Mijne zijn" (Numeri 3 : 12). De overige eerstgeborenen van de andere stammen, waartoe ook de Heere Jezus uit de stam van Juda behoorde, mochten igeen priester meer zijn. Maar zij moesten wel de Heere worden aangeboden en worden gelost door de betaling van vijf sikkels. Volgens ongewijde geschriften sprak de priester, die een eerstgeboren zoon in zijn armen nam om hem de Heere voor te stellen: Dit kind is onwaardig om priester te worden om de zonden des volks". Wat is dit alles voor Christus diep vernederend geweest. Hij is Zijn broeders in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde!

Tegelijkertijd werd volgens de voorschriften in Leviticus 12 het reinigingsoffer gebracht. Dit offer zqg op de onreinheid van de moeder na de geboorte en op de voortplanting van de erfzonde en de pasgeborene. „Wie zal een' reine geven uit een onreine? ". Er moest een lam ten brandoffer en een jonge duif of tortelduif ten zondoffer worden gebracht. Alleen de zeer armen mochten inplaats van het lam óók een tortelduif of jonge duif offeren, wat Jozef en Maria hebben gedaan. Het was opnieuw een vernedering voor Christus.

Is het u al tot verwondering geworden, dat Hij Zich zo diep heeft willen vernederen? Dat Hij> Die geen zonde gekend heeft, Zich wilde onderwerpen aan de ceremoniële wetten die alle zagen op de zonden van het volk? Dan zult u eigen zonden hebben leren bewenen en zelf vernederd zijn voor Gods aangezicht. Dan zult u dit Kindeke, dat Zich wilde stellen onder de wet om Zijn volk van de wet en de zonde te verlossen, leren benodigen als uw Zaligmaker. De Heere geven U Hem zo te leren kennen, opdat Hij voor u niet zal zijn een teken dat wedersproken zal worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen