Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PLATONISCH VERLANGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PLATONISCH VERLANGEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

( P. C. BOUTENS (1870-1943 J

Vanaf de zondeval tot heden ten dage is er bij de mens een zoeken waar te nemen naar iets hogers, iets beters en iets dat meer bestendig is. Daarover moeten we ons niet verwonderen: het eerste mensenpaar moest streven, ja „werken"' (denk maar aan het werkverbond) om het eeuwige leven te verkrijgen; het moest hogerop; er ontbrak nog iets wat te verdienen was. Dit streven is na de zondeval gebleven bij de mens: er ontbreekt iets aan ons geluk; dit aardse leven eindigt, dus moet er iets beters en hogers worden gezocht. Daarom willen wc vooruit in ons maatschappelijk leven; we pogen telkens een sport hoger te klimmen. Dit klimmen gaat om geld en goed, om eer en aanzien, om macht en zelfs om als een god te worden geëerd. En toch.... nog is er geen bevrediging. Het aardse stelt teleur. De ziel moet het aardse ontstijgen en men gaat het zoeken in „hogere sferen", zodat het aardse wordt veracht en er gezegd wordt:

.... met een vaart Stoot ik de wereld weg in de eindeloosheid.

(Jacques Perk).

Door alle eeuwen heeft geklonken het verlangen naar verlossing uit de aardse gevangenis, om binnen te geraken in een plaats van gelukzaligheid. De griekse wijsgeer Plato, die ongeveer 400 jaar vóór Christus leefde, sprak van de ziel, die gekerkerd is als een vogel in een kooi; die hunkert om in vrijheid gesteld te worden. De ziel voelt zich, tussen geboorte en dood, gevangen, en het verlangen om daaruit verlost te worden, noemt men, naar genoemde filosoof Plato, platonisch verlangen.

Onlangs werd opgemerkt, dat de dichter Van Eyck de geest hoger stelde dan de stoffelijke dingen; dat er bij hem een hunkeren was om boven het aardse leven uit te komen; dat het thema van zijn dichtwerk was: het uitzeggen van de ziel, die hogere dingen zoekt of vermeent te hebben bereikt. Dit thema is omstreeks 1900 het hoofdthema in de europese letterkunde; ook van de nederlandse. Men sprak van „ontembaar verlangen naar het Land van dê ziel en wie daai wonen." Een belangrijke figuur uit dit tijdperk is wel geweest de dichter P. C. Boutens. Van hem wordt gezegd: „Hoe vol woordkunst zijn plastiek ook wezen moge, die woordkunst is hem nimmer doel; zij dient hem slechts voor de ver-beelding van zijn uiterst persoonlijk innerlijk beleven van het goddelijke heimwee der in het onvolmaakt stoffelijke gevangen ziel, welk heimwee diepste smart en hoogste vreugde beide is." In de meeste gedichtenbundels van Boutens komt dit uit. Laat ik enkele coupletten nemen van het gedicht „Het wonder" uit de bundel „Zomerwolken". De ziel ontstijgt het aardse leven en dan moet alles wat van de aarde is ontvallen. Hoor maar:

Hoe licht-noodwendig glijdt Neer van de ziel die schrijdt Den onbetogen vloed Der sterren tegemoet, Plet kleed der dagen met den donkren ballast van den tijd. Over de ziel wordt gesproken alsof het een lichaam was. Het kleed der dagen zakt weg als het grootzeil van een schip: in reven wordt het geminderd, zodat het tenslotte slechts een dunne band meer is, en dan is de ziel vrij en kan volledig worden opgenomen „in hoger sferen": een holle golf, waarin ze is verdwenen. Luister hoe dit wordt gezegd:

Heur naakten voet omlekt De reve die zich rekt Tot ijlverglansden band Langs aardes duister strand — Dan stort zij in de holle golf die haar omvaêmt en dekt.

De ziel gaat verder, aandachtig en stil, temidden van de draaiende sterren: „blonde zonnen wereldhoos":

In aandacht ademloos, Zoals het hart der roos Binnen zijn schemerzaal Vangt d' eerste zonnestraal, Zoo rijst zij open in der blonde zonnen wereldhoos.

In dit gebied aangeland, wordt het lied van de aarde gehoord, het lied van leed en verlangen:

Tot dit verlucht gebied Dringt aardes donker lied — Dooden en levenden Met de ongeborenen — : Eén ingehouden lied dat in verlangen overvliet:

Een blinde drang die wast, Of allerzijden tast Langs deur en stijl en plint En zoldering en bint Haar ongeruste droom die speurt als een slaapwandlend kind.

We zullen niet meer citeren: eerstens omdat het vele lezers te moeilijk is, tweedens omdat de inhoud ons niet kan bekoren. Wel de wijze van zeggen: hoe prachtig zijn de beelden die gebruikt worden en hoe schoon is de muziek der woorden! De woordkeus en opbouw zijn bijna volmaakt, lloe jammer is het dan, dat een dichter met zulke gaven niet verder kon gaan dan Plato; dat hij het alleen zoekt in schoonheid en hij met zijn diepste smart niet is gegaan naar Hem, Die gezegd heeft: „komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt; Ik zal u rust geven."

INDEX.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1954

Daniel | 8 Pagina's

PLATONISCH VERLANGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1954

Daniel | 8 Pagina's