Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. te Z. vraagt of bij verkiezing van ambtsdragers de verkozenen verplicht zijn om het ambt waartoe zij verkozen werden te aanvaarden, al missen zij de innerlijke overtuiging en overbuiging hiertoe, daar in het formulier van bevestiging van ouderlingen en diakenen gezegd wordt, dat zij alzo van de gemeente en mitsdien van God geroepen zijn.

Antw.: Het is altijd zeer gewenst de formulieren, de kerk gegeven, met aandacht goed te lezen.

In de Ie vraag, die bij de bevestiging wordt gedaan, staat letterlijk: "of gij niet gevoelt in uw harten, dat gij wettig van Gods gemeente en mitsdien van God Zelf tot deze heilige diensten beroepen zijt".

Hierin hebben wij wel er op te letten, dat gevraagd wordt, of gij niet gevoelt in uw harten dat gij, enz.

Noodzakelijk is daarom niet alléén op te merken, dat de hand van Gods voorzienigheid de stemming alzo bestuurde, dat de betrokkenen werden verkozen, doch ook persoonlijk door de verkozenen dit innerlijk wordt opgemerkt met overgave daarin aan de Heere.

Het aanvaarden van een verkiezing tot ouderling of diaken is altijd daarom een gewichtige, ernstvolle zaak. Hoe zouden wij daarin tot heil der kerk werkzaam kunnen zijn als de Heere er niet in medekwam? Wel hebben wij echter de roeping tot de volle dienst van Gods Woord voor Zijn knechten te onderscheiden van de verkiezing tot ouderling of diaken door de gemeente. Onze vaderen stelden dan ook niet de eis, door de één of andere tekst op kennelijke wijze bij de verkiezing krachtdadig overreed te moeten worden, maar of gij niet gevoelt in uw harten, d.i. dus door innerlijke overtuiging met overbuiging des harten, deze sprake van Gods voorzienigheid in de stemming.

Hoe gelukkig zijn zij, die zich onvoorwaardelijk (niet aan mensen) maar aan de Heere mogen overgeven, met benodiging van Zijn algehele bekwaammaking tot het werk waartoe zij verkozen werden.

Die dus niet iets van hun gaven of talenten of van wat ook verwachten, maar de Heere in alles benodigen en daarbij hun onbekwaamheid van zichzelf inleven om tot de eer des Heeren en heil van Zijn kerk werkzaam te kunnen zijn.

Zulken beschaamt de Heere nooit, al beproeft Hij ze soms menigmaal daarin.

Een voorrecht mogen wij het zeker noemen voor eigen persoonlijk leven en tot het werk waartoe wij geroepen worden, gedurig aan de voeten des Heeren te verkeren om in afhankelijkheid van Hem Zijn profijtelijke lessen en bekwaammaking te mogen ontvangen, opdat het in verwondering van ganser harte worde uitgeroepen: Niet ons, o Heere, niet ons. Uw Naam alléén zij om Uw trouw en goedertierenheen all' eer en roem gegeven, Ps. 115:1.

Rotterdam-W

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1968

De Saambinder | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1968

De Saambinder | 4 Pagina's