Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlands eerste astronaut, Wubbo Ockels: „Ik denk toch minstens drie ruimtevluchten te maken"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlands eerste astronaut, Wubbo Ockels: „Ik denk toch minstens drie ruimtevluchten te maken"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de vlucht met het Amerikaanse ruimteveer (Space Shuttle) in 1983, die werd uitgevoerd van 28 november tot en met 7 december, was de Nederlander Wubbo Ockels (37) een van de belangrijkste contactpersonen van de wetenschappelijke bemanning. Aan boord van het ruimteveer Columbia bevond zich voor de eerste keer het in Europa ontwikkelde en gebouwde ruimtelaboratorium (Spacelab). <br />De Amerikaanse vluchtspecialisten Owen Garriott en Robert Parker en de wetenschappers Ulf Merbold (Duitsland) en Byron Lichtenberg (Amerika) hebben in het laboratorium ruim zeventig experimenten uitgevoerd. Boven de Atlantische Oceaan had onze luchtvaartspecialist H. G. Heiden een urenlang „gesprek op niveau" met Nederlands eerste ruimtevaarder, die in 1985 zijn eerste vlucht hoopt te maken.

Een betere plaats voor een interview met een ruimtevaarder is haast niet denkbaar: op een hoogte van 11.000 meter boven de Atlantische Oceaan. KLM-vlucht 622 van Atlanta naar Amsterdam betekent voor de eerste - en voorlopig enige - Nederlandse astronaut de afsluiting van een driejarig verblijf in Amerika.

Wubbo: „Joos, mijn vrouw, is met onze twee kinderen vooruit gereisd. Zij regelt steeds de verhuizing. Door mijn werkzaamheden heb ik daar zelf geen tijd voor. We gaan voorlopig weer in Nederiand wonen. De basisopleiding tot wetenschapsastronaut heb ik geruime tijd geleden al afgerond. Nu de eerste vlucht met het laboratorium achter de rug is moet ik me hoofdzakelijk in Europa gaan voorbereiden op mijn eerste vlucht. Die vlucht is gepland tussen juni en september 1985. Een exacte datum is nog niet vastgesteld."

In Amerika heeft het gezin Ockels in verschillende plaatsen gewoond. Na een tweejarige opleiding in Houston (Texas) werd Wubbo in 1981 voor de keus gesteld: hij kon in Houston in training blijven of zich in Huntsville (Alabama) verder gaan bekwamen als ladingspecialist voor het ruimtelaboratorium. Samen met de Zwitser Claude Nicollier had hij in 1979 de opleiding tot vluchtspecialist kunnen gaan volgen doordat de vluchten van het ruimteveer telkens werden uitgesteld.

Vluchtspecialisten kunnen voor iedere vlucht met het ruimteveer worden ingezet. Ladingspecialisten worden alleen bij vluchten met een specifieke lading ingedeeld. De Europese ruimtevaartorganisatie (ESA) moest twee wetenschapsastronauten beschikbaar hebben voor de vlucht met het laboratorium. Eén om de vlucht mee te maken en één als reserve. De ESA had Ulf Merbold al aangewezen om de gerichte opleiding te gaan volgen.

Wie als eerste?
„Het is een ontzettend moeilijke beslissing geweest'', zegt Wubbo. „Uiteindelijk besloot ik de opleiding tot ladingspecialist weer te gaan volgen. In 1978 had ik die opleiding al een jaar gevolgd. Ik wilde mijn kans behouden om als eerste Europeaan een vlucht te maken met het ruimteveer.

In de periode dat Claude en ik in Amerika de opleiding tot vluchtspecialist volgden, richtte Ulf zich in Europa helemaal op het laboratorium. Daardoor heeft Ulf zich heel goed vertrouwd kunnen maken met de uit te voeren experimenten. Dat feit was voor de Duitse wetenschappers, die veel experimenten aan boord hadden, een belangrijke reden om bij de ESA de voorkeur voor hun landgenoot uit te spreken.

Het is dan ook niet helemaal een politieke beslissing geweest, zoals journalisten nog wel eens plegen te schrijven, dat Ulf werd gekozen voor de eerste laboratoriumvlucht. „Natuurlijk vind ik het jammer dat ik zo lang op mijn eerste ruimtevlucht moet wachten. Volgens de eerste planning zou het laboratorium al in 1980 de ruimte zijn ingegaan. Misschien maakt ook Claude nu nog eerder een ruimtevlucht. De vlucht waarvoor ik ben aangewezen wordt de vierde met het laboratorium. Ik zeg nu maar tegen mijn collega's dat ze eerder de ruimte ingaan omdat ze enkele jaren ouder zijn."

Motivatie
Na het bekend worden van het langdurig uitstel van het programma (in 1979) was Wubbo erg somber gestemd. Inmiddels ziet hij zijn toekomst als astronaut weer met vertrouwen tegemoet. „Motivatie is heel belangrijk in dit vak. Want af en toe vraag je je wel eens af hoe je nog creatief bezig kunt zijn met de bureaucratie (van de ESA en de NASA - HH) en de papierwinkel om je heen.

Sinds enkele jaren kan ik gelukkig zinnig bezig zijn en dat heeft mijn motivatie weer op het gewenste peil gebracht. Ik schat nu in dat ik toch minstens drie ruimtevluchten ga maken." Astronauten hebben enkele dagen nodig om in de ruimte volledig te acclimatiseren. Wubbo vindt het daarom jammer dat de vluchten met het laboratorium maar tien dagen duren. Het wetenschappelijk ruimteonderzoek kan volgens hem het beste uitgevoerd worden in permanente ruimtestations.

Nut
Aan het nut van de ruimtevaart in het algemeen wordt vaak getwijfeld. Het ruimtelaboratorium heeft meer dan 2,5 miljard gulden gekost. Zijn erin de toekomst nog wel mensen nodig in zo'n laboratorium? Kunnen niet alle experimenten worden geautomatiseerd? Daarmee zouden in ieder geval veel kostbare astronautenopleidingen worden bespaard.

Om deze vragen moet Wubbo glimlachen. „Denk je dat er ooit een uitvinding door een machine wordt gedaan? Tijdens de vlucht van ruimteveer en laboratorium bleek juist de waarde van de wetenschapsastronauten. Deze opzet werkt veel beter dan onbemande ruimtesystemen en vluchten met alleen piloten.

Je moet in de ruimte kunnen beschikken over mensen met een technisch-wetenschappelijke opleiding. Er gebeuren bij experimenten vaak onvoorziene dingen. Dat betekent niet automatisch dat er gevaarlijke situaties ontstaan, maar wel dat experimenten zonder tussenkomst van wetenschappers dikwijls zullen mislukken."

Het nut van de ruimtevaart ligt op gebieden als communicatie, kartering, bosbeheer, grondstoffenexploitatie en ijsverkenning. Met de gegevens die weersatellieten naar de aarde zenden kunnen betrouwbaardere weers- en oogstverwachtingen opgesteld worden. De zin van een verdere ontwikkeling van de ruimtevaart is echter op zijn minst twijfelachtig. De voorlopige kosten van een Amerikaans ruimtestation worden nu al geschat op 18 miljard gulden. . .

Vier uur slaap
Wetenschappers die op de grond een ruimtevlucht direct begeleiden, moeten dezelfde opleiding hebben gevolgd als de mensen aan boord. Ze moeten zich snel in de werksituaties en de experimenten aan boord kunnen verplaatsen. Daarom worden reservebemanningsleden bij de vluchten met het ruimtelaboratorium onder meer voor die taak ingezet.

„Dat is een taak die veel van je vraagt", zegt Wubbo. „Tijdens de tien dagen durende vlucht heb ik per dag gemiddeld vier uur geslapen. Je staat voortdurend in contact met de bemanning om met adviezen bij te springen als dat nodig is. Het betekent ook dat je regelmatig op de bres moet gaan staan voor de bemanning als die afwijkingen wil doorvoeren van de dikwijls streng vastgelegde experimenten. De wetenschappelijke staf op de grond is daarin niet altijd even gemakkelijk.

Uiteindelijk zijn er toch veel beperkingen over boord gezet. Zo was het aanvankelijk verboden om een rek uit een paneel weg te halen. Er zijn echter zelfs complete panelen weggehaald. Aan boord is veel gesleuteld. Precies zoals dat ook bij onderzoekingen in laboratoria op de grond gebeurt. Met het sterke aandringen op meer vrijheid voor de bemanning hoop ik ook meer vrijheid te hebben geschapen voor mijn eigen vluchten."

Wubbo vindt dat wetenschappers in de ruimte niet te strak aan banden moeten worden gelegd. „Er moet voldoende ruimte zijn voor eigen inbreng'', zegt hij.

Veel op reis
Wubbo is in Groningen afgestudeerd in de kernfysica. Toen hij in 1977 bij de ESA naar de baan van wetenschapsastronaut solliciteerde, wist hij nauwelijks iets van het ruimtelaboratorium af. De ruimtevaart is hem daarna pas echt gaan boeien.

In de beginperiode van de opleiding was Wubbo weinig bij zijn gezin; hij moest dikwijls op reis. Tijdens het jaar dat hij met zijn gezin in Bonn woonde hoefde hij minder vaak op reis. Bij de geboorte van zoon Martin moest hij echter toch verstek laten gaan. „Op het tijdstip van de geboorte zat ik in een vliegtuig. Vlak voor de geboorte moest ik voor de ESA naar Amerika. Dat kon helaas niet uitgesteld worden. Zulke dingen zijn natuurlijk heel vervelend. Aan de andere kant is het zo dat je met veel mensen in contact komt. Met je gezin zie je veel van de wereld.

In Amerika hebben we een fijne tijd gehad. We wilden eigenlijk niet van Houston naar Huntsville verhuizen omdat we erg naar onze zin woonden. Om van het steeds op en neer reizen af te zijn is de verhuizing toch doorgegaan." Op een heuvel nabij Huntsville bouwde de astronaut zelf een huis. In zijn vrije tijd behaalde hij daarna het vliegbrevet voor kleine motorvliegtuigen. Na de afsluiting van de éénjarige opleiding tot ladingspecialist keerde Wubbo met zijn gezin terug naar Houston.

„In die periode voelde ik heel sterk dat het bij elkaar zijn van een gezin belangrijker is dan de plaats waar je woont", zegt hij. Kan Wubbo het nu tot zijn geplande vlucht in 1985 rustig aan doen? „Helemaal niet'', zegt hij. „Het is hard werken. Ik moet me tot in de kleinste details vertrouwd maken met de nieuwe experimenten. De hele integratie van de apparatuur moet worden voorbereid. En dat betekent een intensieve studie. Enkele weken per jaar zal ik me ook in Amerika moeten voorbereiden.

Binnen de ESA heb ik het voorstel gedaan dat ik word betrokken bij het inbouwen van de experimenten in de rekken van het laboratorium. Als ik de apparatuur zelf inbouw dan komt dat later mijn functioneren in de ruimte ten goede als er iets moet worden omgebouwd."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

Terdege | 56 Pagina's

Nederlands eerste astronaut, Wubbo Ockels: „Ik denk toch minstens drie ruimtevluchten te maken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

Terdege | 56 Pagina's