Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. J.G. Schenau e.a. (red.), Goede Moed. Dagkalender 2000. Uitg. Buijten & Schipperheijn, 1999, f 13,25.

De redactie en uitgever hebben de millenniumwisseling aangegrepen om de vormgeving van het in onze kerken zo bekende dagboek Goede Moed ingrijpend te veranderen. En dat was waarlijk geen overbodige luxe. Het resultaat mag er zijn: een mooie kleurrijke omslag, een verbeterd lettertype en een wat groter formaat, zodat de medewerkers (elke maand een predikant uit onze kerken) iets meer ruimte per dag kregen. Verder is de opzet gelijk gebleven, die is immers beproefd: per maand een gedeelte uit de Heilige Schrift - elke dag worden enkele teksten belicht. Het is een waardevol geheel geworden. Uiteraard kan men over details spreken. Een voorbeeld: zelf zou ik bij Job 42 (29 september) de voorbede van Job meer heilshistorisch benaderen. Maar het valt ook niet mee om in zo weinig woorden de boodschap te verwoorden. Alle respect voor het vele werk; de redactie mag zeker wel gecomplimenteerd worden.

Jean Jacques Suurmond, Van religie naar geloof. Een essay over de kerk en het individualisme. Uitg. Kok, Kampen 1999. 143 blz.

Dit essay (zoals de schrijver het zelf noemt) is geschreven vanuit verontrusting. De kerk mist de aansluiting bij het levensgevoel van de moderne mens en daarbij bij de ontwikkelingen in de westerse geseculariseerde cultuur.

De schrijver gaat ver terug in de culturele religieuze geschiedenis van het westen. De historische schets vind ik vrij moeilijk geschreven en daarom ook moeilijk te lezen.

De oplossing ligt in aansluiting bij het moderne individualisme, dat van zijn egocentrische vormen gezuiverd moet worden. De schrijver pleit voor spiritualiteit die van binnenuit opkomt. Het gaat om wat uit de mens komt. Dat moet gezuiverd worden en zal hem helpen om aansluiting te vinden bij het hedendaagse levensgevoel.

Het van boven en het tegenover van het evangelie treffen we in dit boek helaas niet aan.

Hans Bouma en Evelyne Dessens, Beterschap. Uitg. Kok, Kampen 1999. 62 blz.

Een prachtig uitgegeven boekje. Teksten van Hans Bouma, mooie illustraties van Evelyne Dessens.

In gelijke uitvoering verschenen eerder boekjes over aansprekende onderwerpen als vriendschap, verdriet en geluk.

Dit boekje wil een Stimulans zijn om dagen van ziekte positief te verwerken. Eén van de gedichten eindigt met de regel - geef jezelf een kans. Dat is eigenlijk de teneur van gedichten en overdenkingen.

Ik mis de verticale dimensie.

B.S. Cusveller (red.), Volwaardige verpleging. Morele beroepsverantwoordelijkheid in de zorgverlening. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1999. Lindeboomreeks nr. 11. 176 blz.

De combinatie van titel en ondertitel maakt op mij een wat merkwaardige indruk. Bij volwaardige verpleging denk ik aan de kwaliteit van verpleging. De ondertitel wijst een andere richting. Deze is beslissend voor de behandeling in het boek. Het gaat over beroepsverantwoordelijkheid in de verschillende relaties waarin een verpleegkundige zich geplaatst ziet.

Ik noem de specificatie aan de hand van de hoofdstukken: in christelijk licht (1), in juridische zin (2), in relatie tot patiënten (3), in samenwerkingsrelaties (4), in relatie tot beroepsgroepen en beroepsgenoten (5), voor spirituele zorg (6), rond het levenseinde (7), inzake seksualiteit en intimiteit (8).

Men ziet een verscheidenheid van mensen en zaken in relatie waartoe de beroepsverantwoordelijkheid wordt besproken. Dat gebeurt door evenzoveel scribenten als er hoofdstukken zijn. Hoofdstuk 9 is zelfs door een werkgroepje geschreven. Elk hoofdstuk bevat een casus (een situatie die zich voordoet). Daarop wordt breedvoerig ingegaan.

Verantwoordelijkheden worden afgegrensd en ingevuld.

Verpleegkundigen ontvangen hier goede voorlichting. De behandeling is erg gedetailleerd. Het is meer een leer- en een lesboek dan een leesboek. Naar mijn gedachte is de ondertitel meer karakteristiek voor de inhoud van het boek dan de hoofdtitel. Bovendien gaat het niet alleen over morele, maar ook over juridische (en soms zelfs financiële) verantwoordelijkheid. Voor verpleegkundigen een boek dat ze binnen handbereik moeten hebben.

Dr. C. van Sliedregt en Mevrouw J.A. van Sliedregt-Hoksvergen, Is het wel voor mij. Geloofs-(on)zekerheid vanuit de verkiezingsleer. Uitg. J.J. Groen en Zoon, Heerenveen 1998. 76 blz. f 19,95.

Veel mensen binnen de gereformeerde gezindte zitten met problemen rond de zekerheid van het geloof. De brandende vraag (Is het wel voor mij?) leeft in menig hart. Dat heeft vergaande consequenties voor het geloofsleven. Angst voor de dood vanwege het oordeel van God bijvoorbeeld. Beiemmering van groei en vruchtdragen in het geloof. En hoe getuig je van de liefde en genade van God, wanneer je er zelf niet in durft te delen? Wie zegt me dat God mij heeft uitverkoren? De auteurs zijn nader ingegaan op deze vragen. Dat gebeurt middels een briefwisseling met diverse gemeenteleden met vragen die bij hen zelf geleefd hebben en nog leven. Uiteindelijk grijpen de auteurs terug op de enige troost: de enige grond van ons behoud is gelegen in Gods genade in Jezus Christus. Dat wil niet zeggen dat er geen momenten meer zijn van zwakheid en twijfel, maar de rust wordt wel in Hem gevonden. Ook voor velen uit onze kring een bemoedigend boekje.

B.M. van Hulst en F.H. Tijssen, Horen, zien en schrijven. Gereformeerde ochtendkrant voor christelijk nederland. Uitg. De Vuurbaak, Barneveld 1998. 80 blz. f 21,75.

Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de journalist en thans hoofd redacteur van het Nederlands Dagblad, de heer Peter Bergwerff, is dit boekje verschenen met daarin een bijdrage van zes abonnees vanuit verschillende kerkelijke achtergronden en deskundigheden.

Zij geven hun visie op het bedrijven van christelijke dagbladjournalistiek en op de vraag hoe je dat zou moeten of kunnen doen vanuit een gereformeerde levensovertuiging. Daarbij is hun ook gevraagd hun licht te laten schijnen over de taak en toekomst van het ND in het spanningsveld tussen zijn gereformeerde identiteit en zijn bredere, christelijke doelgroep. Vanuit onze kerken levert Prof. Dr. W. van ‘t Spijker een bijdrage. De algemene teneur van de schrijvers is dat men blij is met een gereformeerde ochtendkrant. Een krant die vast moet houden aan de confessioneel- gereformeerde identiteit, maar tevens open moet staan voor positief-evangelische kringen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's