Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het merg van het Evangelie [14]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het merg van het Evangelie [14]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We willen in deze aflevering stilstaan bij de betrokkenheid van dr. Alexander Comrie bij de Nederlandse uitgave van The Marrow.

In 1757 zorgde Alexander Comrie voor de uitgave van “The Marrow” in het Nederlands. Hij gaf het de titel “Mergh des Evangeliums”. Nergens in zijn werken wees Comrie op het Marrow-conflict. Dat is opmerkelijk wanneer we overdenken hoe bepalend “The Marrow” is geweest voor de theologie van Boston en de Erskines. We zouden ook geen zekerheid hebben over Comrie's betrokkenheid bij de uitgave van “Het Merg” wanneer hij daar zelf niet over had geschreven.

Op 4 oktober 1773 (één jaar voor zijn sterven) schreef hij in zijn woning aan de Westhaven in Gouda in een brief aan zijn vriend, ds. J.L. Verster: ‘Zo moet ik dagelijks klagen over mijzelf (…) dat ik zo verward, blind en onkundig word, dat ik mijn A.B.C. vergeet, als een blinde naar de wand tast (…). Ik heb een uit het Engels vertaald boekje uitgegeven en dat doen voorafgaan van een voorrede over de Evangelische en de wettische prediking. Om redenen heb ik er mijn naam niet bij vermeld. Het is getiteld: Het Mergh des Evangeliums. Wanneer u het niet heeft, koop het’.

Om redenen mijn naam niet vermeld

Wat waren die ‘redenen’ waarover hij schreef aan zijn vriend ds. Verster? Het jaar 1757 was voor Comrie een veelbewogen jaar. Hij werd door de Leidse hoogleraar J. van den Honert beschuldigd van antinomiaanse gevoelens ten aanzien van de rechtvaardigingsleer. Van den Honert diende in 1757 bij de classis een klacht in tegen de rechtvaardigingsleer van Comrie en Holtius.

Een beschuldiging van antinomianisme raakte Comrie heel hard. Werden zijn oprechte bedoelingen om te blijven in het spoor van de Reformatie zo verkeerd begrepen dat hij beschuldigd werd van antinomianisme? Met kracht heeft hij deze beschuldiging tegengesproken in zijn “Missive” (ambtelijke schrijven) over de rechtvaardigmaking. Vier jaar later werd zijn “Brief over de rechtvaardigmaking” uitgegeven. Daarin zette Comrie zijn gevoelen nog eens uitgebreid uiteen. Maar ook in de negende samenspraak van het “Examen van het ontwerp van tolerantie” is de rechtvaardigingsleer uitgelegd en werd Van den Honert weerlegd. Er was dus heel wat aan de hand in 1757.

Een verbod van de overheid

De tiende samenspraak van het “Examen” verscheen in 1759. Tussen de negende en de tiende samenspraak van het “Examen” zat twee jaar. Het duurde zo lang dat de uitgever van “Het Mergh” in zijn voorwoord zijn zorg uitsprak dat de auteurs van het “Examen” het schrijven van de samenspraken hadden beëindigd. Wat was er aan de hand?

Vanwege de scherpe opmerkingen in het “Examen” over de in 1758 overleden professor J. van den Honert hadden de Staten van Holland verdere uitgave verboden. Dit heeft Comrie en Holtius diep geraakt. Ontnam de overheid Gods knechten het woord? Hadden zij niet van Godswege de roeping om de kerk te bewaren voor de Saumurse theologie (Amyraut) en in navolging daarvan het neonomianisme (Baxter)? Ze zagen haarscherp dat deze theologie niet anders was dan een compromis tussen de leer van Dordt en de remonstranten en bovendien een verbinding had met het rationalisme van de Franse filosoof René Descartes.

Het is niet verwonderlijk dat Comrie juist in 1757 anoniem zorgde voor een Nederlandse uitgave van “The Marrow”. Was dit immers niet hét geschrift dat het in de zeventiende eeuw in Engeland en Schotland opnam tegen de antinomianen en neonomianen?

Comrie was ervan overtuigd dat de Nederlandse kerk bedreigd werd door deze dwalingen en daarom bestreed hij ze samen met Holtius.

Op de Franse school?

Comrie was ervan overtuigd dat de Nederlandse kerk bedreigd werd door deze dwalingen en daarom bestreed hij ze samen met Holtius. Het “Examen” was één waarschuwing tegen de leer uit Saumur en het rationalisme van Descartes. Hij sprak altijd over de “Franse school” wanneer hij “Saumur” bedoelde en noemde het ‘bederf’ uit Saumur in zijn “Brief over de rechtvaardigmaking” (1761) ‘een inetende kanker die in de kerk is ingedrongen’.

Hoe dit alles de 67-jarige Comrie heeft geraakt is af te leiden uit een andere brief aan ds. Verster. Hij schreef in zijn sterfjaar 1774: ‘ 's Vijands listen zijn mij van jongs af niet onbekend. Op mijn oude dag heb ik er nog dikwijls mee te worstelen en vaak denk ik: Kom ik nog op mijn oude dag op de Franse school terecht?’

Hij vergunt ons in deze brief een blik in zijn zielentoestand. De grote theoloog Comrie was in zichzelf slechts een arme bedelaar die alleen uit louter genade kon zalig worden.

N.a.v. ”Het merg van het Evangelie; met aantekeningen van Thomas Boston”, Edward Fisher, uitg. Brevier, Kampen, ISBN 978 949 158 3667, 428 blz.; € 39,90.

(wordt vervolgd)

J.H. Madern, Bergambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2016

De Saambinder | 20 Pagina's

Het merg van het Evangelie [14]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2016

De Saambinder | 20 Pagina's