Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maarten Luther en de Brief aan de Galaten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maarten Luther en de Brief aan de Galaten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

De Reformatie begon met een hele gewone handeling. Op 31 oktober 1517 bevestigde Luther een stuk papier met vijfennegentig stellingen aan de deur van de Slotkapel te Wittenberg. Hij deed dat samen met zijn assistent Johannes Agricola. Geen voorbijganger verbaasde zich er over In een universiteitsstad was het heel gewoon, dat een jong hoogleraar op deze manier de geleerde wereld uitnodigde voor een discussie binnen de academie. Het ging dit keer om "stellingen om de waarheid aangaande de aflaat aan het licht te brengen ".

Aflaat als toelaat

Aartsbisschop Albrecht von Mainz, de hoogste kerkvorst in Duitsland, bracht voor de paus aflaatbrieven in omloop. De opbrengst was voor de bouw van de St. Pieter in Rome. De aflaatbrief beloofde aan de koper niet minder dan vier genaden. De eerste genade was de volkomen vergeving van de zonde! Luther zag hoe deze aflaat verwoestend inwerkte op de ernst van de man of de vrouw die hij in de biechtstoel ontmoette. Men maakte van de 'aflaat' een 'toe-laat' van de zonde, zo zei hij. Welke zonde men ook beging, ze werd toch door de aflaatgenade vergeven. Hij achtte het zijn verantwoordelijkheid om als hoogleraar in de theologie tegen de aflaatpraktijk op wetenschappelijk niveau positie te kiezen. Hij wist zich in deze aflaatstrijd meer dan ooit een doctor van de Heilige Schrift. Over de aflaat bestond geen officieel vastgestelde leer. Wie daarover wilde discussiëren, kon zijn gang gaan. De stellingen van Luther waren bedoeld voor een universitair debat, maar werden in de kortst mogelijke tijd in allerlei talen door heel Europa verspreid. God ontfermde Zich over Zijn kerk. De Kerkhervorming was begonnen...

De worsteling om het verstaan van "gerechtigheid"

Eigenlijk zijn de stellingen uit 1517 niet anders dan een bepaalde uitwerking van de reformatorische ontdekking, die Luther deed in de herfst van 1514. Het ontdekkende licht van de Heilige Geest was over het leven van de jonge monnik gevallen. Hij had veel te doen met de tentatio tristitiae, de aanvechting der droefenis. Om vrede met God te vinden, was hij in het klooster getreden. Daar was hij de weg van de laat-middeleeuwse kerk met buitengewone ernst tot het einde gegaan: bijbellezen, bidden uit het brevier, biechten, soms urenlang, boetedoeningen, een bedevaart naar Rome, vasten, lichamelijke kastijding. Elke week riep hij eenentwintig heiligen aan.... Het bracht geen uitkomst. Hij was een zondaar voor God en kon geen rust vinden voor zijn geweten. Het woord gerechtigheid uit de Bijbel vervulde hem met ontzetting. Hij las in dat woord alléén de vergeldende, straffende gerechtigheid van God.

In de kleine, verwarmbare torencel van het Wittenbergse klooster, waar hij als subprior mocht wonen, ging voor het eerst het licht van het Evangelie op in zijn leven. De jonge monnik was aangewezen om als hoogleraar aan de universiteit de leerstoel voor de exegese, de uitleg van de Bijbel, te bezetten. Hij liep innerlijk geheel vast met de uitleg van teksten als Ps. 31 : 2 en 71 : 2. Hoe kan een zondaar bidden: "Help mij uit door Uw gerechtigheid? " Zo'n woord kan wel op Christus slaan, maar niet op een mens. Toch ging hij door om Schrift met Schrift te vergelijken. Hij riep Paulus te hulp. De geestelijke worsteling spitste zich nog meer toe, toen hij zich boog over Rom. 1:17: "Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve ( = Evangelie) geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven is: "Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven".

De poort van het paradijs

In de voorrede op het eerste deel van zijn Verzameld Werk beschreef hij op 5 maart 1545 nog eens de avond, waarom God hem antwoordde en hem in de ruimte stelde: "Toch klopte ik, ongeschikt weliswaar, bij deze tekst van Paulus aan, daar ik er hevig naar dorstte om te weten wat Paulus wilde. Dit duurde zo lang, totdat ik eindelijk onder Gods erbarmen, dag en nacht nadenkend, mijn opmerkzaamheid richtte op de innerlijke samenhang van de woorden, namelijk "de gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard, gelijk geschreven staat, de rechtvaardige zal uit het geloof leven". Toen begon ik de rechtvaardigheid Gods te leren opvatten als de gerechtigheid waarin de rechtvaardige door Gods gave leeft en wel uit het geloof. En ik begon te verstaan, dat dit de betekenis is: door het evangelie wordt de gerechtigheid van God geopenbaard, namelijk de passieve, waardoor de barmhartige God ons rechtvaardig maakt, door het geloof, zoals geschreven staat: de rechtvaardige leeft uit het geloof.

Hier voelde ik mij geheel en al nieuwgeboren en was het alsof ik door de geopende poorten het paradijs zelf was binnengegaan. Terstond toonde mij de gehele Schrift een ander aanblik (...) Zo groot als mijn haat tevoren was, waarmee ik het woord "gerechtigheid Gods" gehaat had, zo groot was nu de liefde waarmee ik het als het allerzoetste woord roemde. En zo was mij deze plaats bij Paulus werkelijk een poort tot het paradijs".

"Mijn Katharina von Bora"

Altijd weer klinkt in Luthers werken het wonder van de genade door, bewezen aan een man die niet anders deed dan zijn eigen werk oppoetsen voor God. De Heere bracht hem door Woord en Geest tot de herontdekking van de gerechtigheid van God in Christus, die zondaren uit vrije genade wordt toegerekend en die alleen door het geloof kan worden aanvaard. Hij is de man van de theologie van het kruis, waarin het solus Christus - Christus alleen - zo helder klinkt.

In zijn theologische arbeid heeft de brief aan de Galaten een centrale plaats ingenomen. Dat laat zich verstaan. In deze brief van Paulus vinden we immers de strijd terug, die Luther zelf ook had gevoerd: wordt een zondaar behouden om het geloof en het in eigen kracht verrichten van goede werken of alleen door het geloof? In de gemeenten van Galatië waren dwaalleraren (1 : 7, 4 : 10) gekomen, die predikten dat de verlossing door Christus niet genoeg is voor de zaligheid. De besnijdenis (6 : 12) is onmisbaar om behouden te worden in Gods gericht. Ook de bepalingen van de ceremoniële wet ten aanzien van het houden van de Joodse feestdagen (4 : 10) en eetvoorschriften (2 : 12, 14) moeten stipt worden nageleefd wil een mens God kunnen behagen. De Galatiërs hadden zich echter vrij snel na het vertrek van Paulus, die hen tweemaal bezocht, door deze dwaalleraren laten beïnvloeden: "Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie" (1 : 6). Wie kent niet de tekst, waarmede Galaten 3 opent: "O, gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denweUce Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde".

Het hoofdthema van de brief is de Heere Jezus Christus als onze enige. volkomen gerechtigheid voor God. Hij alleen is de algenoegzame verzoening, verlossing, redding en reiniging voor een verloren zondaar. Dat is ook het hoofdthema van het reformatorisch denken en handelen van Luther. Van oktober 1516 tot maart 1517 behandelde Luther op college de Brief aan de Galaten. In 1877 kwam in een antiquariaat in Keulen een dictaat van een student te voorschijn, zodat we een indruk hebben van wat Luther deze eerste keer doceerde. De kerntekst is voor hem Gal. 2 : 16: "Wetende dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof in Christus....". De hervormer voelde zich op een bijzondere manier met de Galatenbrief verbonden. In een beroemd geworden tafelgesprek heeft hij gezegd: "De Brief aan de Galaten is mijn briefje, dat ik mij getrouwd heb. Ze is mijn Katharina von Bora". Luther schreef over dit bijbelboek een uitvoerig commentaar. In een kleine serie artikelen hoop ik op de inhoud daarvan nader in te gaan.

Gorinchem, ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999

De Saambinder | 12 Pagina's

Maarten Luther en de Brief aan de Galaten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999

De Saambinder | 12 Pagina's