Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuurlijk-bevindeiijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftuurlijk-bevindeiijk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Per abuis werd de vorige keer het 3e stuk geplaatst, daarom volgt nu het 2e stuk.

SCHRIFTUURLIJK - BEVINDELIJK (2)

De heer Veenendaal laat aan zijn referaat over voorwerpelijke - onderwerpelijke prediking een Ten geleide voorafgaan. We willen dat hier voor een groot gedeelte overnemen.

Wanneer er - aldus de heer Veenendaal - ooit een tijd wordt beleefd, waarin de schriftuurlijk bevindelijke prediking steeds minder wordt beluisterd, dan is het wel in onze dagen.

Het beginsel der afscheiding heeft zich gekenmerkt door een prediking, waarin God op het hoogst verheerlijkt en de zondaar op het diepst vernederd werd.

De pastorale bearbeiding van de gemeente geschiedde, naar de eis van Gods Woord, voorwerpelijk - onderwerpelijk. In de prediking werd gewezen op de noodzakelijkheid van de toepassing van het Woord door de Heilige Geest in het hart. De voorwerpelijke - onderwerpelijke prediking preekt kenmerkend, d.w.z. die prediking vindt haar klankbodem in de harten van Gods volk. Dan wordt zielevoedsel geboden en ontstaat een levende verbinding met de Heere Jezus Christus, Die het Hoofd van het Lichaam is. Dan is er bediening en gemeenschap.

De bijna-christen moet worden ontdekt uit het Woord, de naam-christen moet worden ontmaskerd, de werking der algemene genade en der particuliere ontferming getekend, Schrift met Schrift vergelijkend en het Woord met het Woord verklarend.

Levende kennis van het zieleleven naar de Schrift is voor deze prediking en pastorale bearbeiding een vereiste.

Dit referaat wil een eenvoudige doch ernstige bezinning zijn op de situatie in onze kerken. Prediking en pastorale bearbeiding in onze kerken zijn sinds jaren niet meer unaniem homogeen.

Als ambtsdragers worden we bijzonder ook in onze tijd geconfronteerd met vele leringen, die leringen der mensen zijn.

Laat ons in diepe ootmoed onvoorwaardelijk buigen onder het volstrekte gezag van de Heilige Schrift. De Heilige Schrift eist in haar prediking de toepassing in de diepe zin des Woords. De echt bevindelijke prediking legt beslag op de gehele mens; verstand, gemoed en wil worden er door aangedaan.

Alleen dan, wanneer er weer bevindelijk gepreekt wordt, zal God Zijn zegen paren aan de bediening des Woords.

Laat ons dan alle zgn. nuanceringen en dualisme verre van ons werpen en als een enig man wederkeren tot de schriftuurlijk - bevindelijke prediking en pastorale bearbeiding in onze kerken. Tot zover de heer Veenendaal.

In de inleiding van zijn referaat citeert hij uitspraken van Dr. W. Aalders en Calvijn en artikelen van de Bentheimse kerkorde van 1613 en in aansluiting met die artikelen een gedeelte van het formulier om te bevestigen de dienaars des Woords. Daaruit trekt referent de conclusie, dat de zuivere bediening en prediking des Woords een hoogsternstige zaak is. Het wezen van de prediking wordt echter - zo merkt de heer Veenendaal op - voor alle dingen bepaald door de Heilige Schrift zelf.

De enige bron der prediking - we citeren - is de Heilige Schrift alleen en geheel. God heeft het Evangelie verordend tot een zaad der wedergeboorte en spijze der ziel (Dordtse Leerregels). Zo zijn prediking en prediker onvoorwaardelijk gebonden aan en afhankelijk van het Woord des Heeren.

We willen nog een en ander citeren:

De waarheid Gods moet ons in de ingewanden ingezonken zijn, zo zei eens Calvijn. Om het verband tussen het voorwerpelijk aangebrachte heil en de onderwerpelijke toepassing uit te drukken spreken we dus van voorwerpelijke onderwerpelijke prediking. Er behoort tussen deze twee woorden een harmonische samenhang te zijn. Niet los naast elkaar maar samenstemmend verbonden zijn de woorden gebruikt. Wie beide elementen loslaat, het voorwerpelijke en onderwerpelijke losmaakt, geraakt tot twee te mijden uitersten. Want óf men acht dan de onderwerpelijke geloofstoe-eigening en Geestestoepassing reeds in het voorwerpelijke aanwezig en als het ware opgesloten en meegegeven, óf men vervalt in de dwaling, die de vastheid van het onfeilbare Woord loslaat. Uit één en ander blijkt wel hoe nauwkeurig hier alles luistert en welke een groot gewicht met een zuivere Woordbediening aan de gemeente geschonken is.

Even verder zegt referent: Zo is voorwerpelijk onderwerpelijke prediking, schriftuurlijk - bevindelijke prediking.

We willen het tweede gedeelte van het referaat bewaren voor een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Schriftuurlijk-bevindeiijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's