Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. M.A. van den Berg: „Zorg voor de gevangene en zijn familie”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. M.A. van den Berg: „Zorg voor de gevangene en zijn familie”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominee, kerkenraad en andere gemeenteleden mogen iemand die in de cel belandt niet loslaten. Een bezoek of kaartje toont volgens ds. M.A. van de Berg betrokkenheid. „Het is een test of we iets verstaan van de rechtvaardigmaking van de goddeloze. Niemand moet denken dat zoiets hem niet kan overkomen.

De predikant van de hervormde Morgenstergemeente in Zoetermeer had jaren geleden in een van zijn gemeenten een gemeentelid dat van de ene op de andere dag achter de tralies verdween. De betrokkene had in een opwelling een gewapende overval gepleegd. „Niemand had zich van deze aardige, meelevende catechisant ooit voorgesteld dat hij zoiets zou doen”, aldus ds. Van den Berg. „Maar niemand verwacht ook meer dat het nogmaals zal gebeuren. Het was eens en nooit meer.” De jongeman werd bij thuiskomst opgewacht door een arrestatieteam. „Heel ingrijpend, ook voor de familie. Het was de week van de voorbereiding voor het Heilig Avondmaal. Ik heb die zaterdag in een ingeving gebeld naar het politiebureau waar hij in verband met verhoren was ingesloten. Ik kreeg toestemming om hem de volgende dag te bezoeken. Later hoorde ik dat dat bepaald niet gebruikelijk was. Direct na de kerkdienst ben ik gegaan en ik trof hem in een desolate cel. Ik heb hem verteld dat we die ochtend in de kerk voor hem hadden gebeden. We laten je niet vallen, heb ik gezegd. Toen vroeg hij of ik ’s avonds in de kerk psalm 43 vers 3 wilde laten zingen. Dat hebben we vanmorgen al gedaan, was mijn antwoord. Hij was even stil. Dan weet God ervan, zei hij toen.”

Vrouwtje
De predikant ziet de gebeurtenis in de gevangenis na al die jaren nog als een heel bijzondere. „Het was voor hem een geweldig teken dat het zo was gegaan. Voor mij was het een wonder dat ik zomaar werd toegelaten.” Dat eerste bezoekje was het begin van een reeks, eerst in het politiebureau en later in het Huis van Bewaring. „Ik kreeg daarbij alle medewerking van de pastorale dienst van Justitie, die voor mij de weg door alle protocollen en regels plaveide. De mevrouw die ik toen sprak, vond het fijn dat iemand door zijn thuisgemeente werd vastgehouden. Een weg terug is anders veel moeilijker, benadrukte zij.” Ook werd hij getroffen door de omgeving. „Als je eenmaal door de sluizen heen bent, kom je in een aparte sfeer. Voor hen die niet tot het criminele circuit behoren, is dat erger dan voor hen die er vaker komen. Er gebeurt in gevangenissen van alles en nog wat.” Er komen volgens hem bezoekers die je er niet verwacht. „Op een keer kwam in de wachtkamer een ouder vrouwtje naast me zitten. Een jaar of zeventig, helemaal in het zwart en duidelijk afkomstig uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte. De vrouw was in verwarring door de wereld om haar heen. Ze vroeg: ‘Komen er ook dominees in de gevangenis?’ Ik heb haar erop gewezen dat de Heiland eveneens gevangenen opzocht.”

Blauwe zak
„Het gemeentelid is door Gods genade bewaard”, aldus de Zoetermeerse predikant, die benadrukt dat zowel de familie als de gemeente hem heeft vastgehouden. Eenvoudig was dat niet. „Voor zijn ouders en niet het minst voor zijn verloofde was het een zware gang. Zij kwam ook regelmatig in de pastorie.” Glimlachend: „Ik heb later tijdens hun huwelijksdienst het Woord mogen bedienen en dat gedaan vanuit psalm 43.” De dominee heeft later de gevangenis niet meer betreden, maar komt in zijn gemeente wel in aanraking met het werk van Gevangenenzorg. „Er staat hier een Huis van Bewaring en verschillende leden van mijn gemeente zijn vrijwilliger bij deze organisatie. Een ex-gevangene is door hun toedoen een tijdlang bij ons naar de kerk gegaan. Ik ben hem nu uit het oog verloren, maar hoop dat er wat van het gehoorde achtergebleven is.” Hij verneemt van gemeenteleden van de totale verlatenheid waarin sommige gevangenen na hun vrijlating op straat komen. „Dan staan ze daar op straat, met in hun hand een blauwe zak met wat persoonlijke spullen. Ze weten soms echt niet waar ze naartoe moeten. Ze hebben vaak niemand waar ze op terug kunnen vallen. Meestal gaat het dan richting de stad, naar een voor hen bekend café of een coffeeshop.” Daarom moet de christelijke gemeente de gearresteerde, veroordeelde of ontspoorde niet loslaten. „Pastorale hulp strekt zich uit tot zieken, tot gezinnen waar rouw is en we bidden altijd voor gevangenen. Dan komt het erop aan dat in praktijk te brengen. We belijden iedere zondag dat we nergens te goed voor zijn. Maar als het erop aan komt, werpen we dan niet de eerste steen?” De zorg dient zich ook uit te strekken tot de familie van de ontspoorde. „Niemand mag denken dat hem dit niet kan overkomen. Mensen kunnen soms heel harteloos zijn. Het is heel erg als iemand na een periode in de gevangenis zich niet meer in de gemeente kan vertonen door toedoen van de gemeenteleden zelf.”

Misbruik
Hij beseft dat geweldsdelicten in de gereformeerde gezindte maar sporadisch voorkomen. Fraude gebeurt vaker, maar in heel veel gevallen komen mensen met Justitie in aanraking in verband met ontucht of seksueel misbruik. „Als er dan allerlei verhalen ten opzichte van elkaar de ronde doen in een beperkte gemeenschap, ligt de pastorale zorg veel moeilijker. „Dan is het wel eens de vraag wat je ermee moet.” Bij hardnekkige ontkenning van de beschuldigingen is het nog lastiger. „Dat doet nog veel meer pijn. Toch is het de roeping van de dominee en de kerkenraad om pastoraal bezig te blijven, zelfs als de betrokkene enige afkeer wekt. Je moet altijd hopen dat iemand schuld belijdt. Natuurlijk moet hij of zij wel bezoek toelaten. Als dat niet het geval is, houdt het op.” De predikant is getroffen door de tekst in Mattheüs 43: ‘Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht.’ „De Heere Jezus spreekt over Zijn minste broeders. Exegetisch kan dat volgens mij ook wel op minne mensen slaan. Voor Hem is niemand te min.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 december 2010

Terdege | 188 Pagina's

Ds. M.A. van den Berg: „Zorg voor de gevangene en zijn familie”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 december 2010

Terdege | 188 Pagina's