Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vernieuwing en verwarring (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vernieuwing en verwarring (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Kerkelijke conflicten zoals in de Gereformeerde Gemeente van Veenendaal in de jaren 1948-1950, kunnen als regel worden herleid tot een gebrek aan goede communicatie of het niet of onvoldoende praktiseren van de heiligmaking.” “Het kerkrechtelijk denken vanuit de regels van de Dordtse Kerkorde vertoonde in de jaren 1948-1950 in de Gereformeerde Gemeenten een ongekend diepe inzinking. De onkerkrechtelijke behandeling van R. Kok door de Generale Synode in 1950 was daarvan een voorbeeld.”

Twee van de twaalf stellingen die ds. M. Golverdingen voegde bij zijn dissertatie Vernieuwing en verwarring. Het zijn stevige beweringen die hij daarin doet. De eerste wijst een persoonlijke factor aan in het conflict binnen de Gereformeerde Gemeenten dat hij beschrijft. Heel pijnlijk is dat hij niet schroomt daarbij uit te spreken dat de heiligmaking niet of niet voldoende gepraktiseerd werd. We herinneren ons immers het vermaan van de apostel dat Gods kerk de vrede dient na te jagen “en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zal zien” [Hebr. 13: 14]. Een ernstig tekort dus. In de tweede stelling geeft hij aan dat er ook een kerkordelijke factor was. Veel minder dan vereist was, was de kerkorde leidraad bij het handelen van de kerkelijke vergaderingen. Het zal niet verbazen dat er daarnaast nog een derde – en naar mijn indruk de meest belangrijke – factor was: de leerstellige.

Toch blijkt dat ik het, althans volgens ds. Golverdingen, met deze laatste indruk mis heb. Tegen het eind van zijn boek heeft hij een cijfermatig overzicht opgenomen waarin hij aan zowel de theologische als de sociale motieven allerlei wegingsfactoren toekent. Het was ook de opdracht die de promovendus aan zichzelf had gegeven. De vraag die het onderzoek van deze studie draagt, luidt: Hoe verhouden zich in de Gereformeerde Gemeenten (1946-1950) de theologische motieven tot de meer sociale context? Wel, die tabel onderbouwt het antwoord op die vraag. Wel 44 (!) thema’s passeren de revue. Aan elk wordt een factor toegekend, verdeeld over de theologische motieven en de meer sociale context. Wat blijkt? Ik citeer: “De theologische motieven maken rekenkundig gezien 38,21% van het geheel uit. Voor de kerkhistorische motieven met een sociale context is dat 61,78%.” Me dunkt dat de uitkomst met twee cijfers achter de komma meer nauwkeurigheid veronderstelt dan er in werkelijkheid is. Maar afgezien daarvan is het voor mij wel een opmerkelijke conclusie. Het conflict in de tweede helft van de jaren veertig heeft dus meer sociale dan leerstellige achtergronden (of moet ik zeggen: oorzaken?). Wat mij betreft: waardering voor deze minutieuze uitpluizerij van alle mogelijke factoren die een rol speelden. Tegelijkertijd vraag ik me voorzichtig af of het überhaupt mogelijk is een theologischpsychologisch proces als dit is met zo’n instrument te analyseren. Het laat overigens wel zien hoe ds. Golverdingen zijn onderzoek deed: met een zuivere en wetenschappelijke benadering. Ik bedoel: zo objectief mogelijk. Hij hield zich als onderzoeker ver van een vooropgezette mening. Hij liet zich niet in met gevoelsmatige conclusies. Maar het ging hem zuiver om de feiten. Dit boek is de neerslag van het werk van een integer historicus. Aan de overledenen moest worden recht gedaan. De feiten en de feiten alleen, die moesten spreken. Ze werden opgespoord en nagespeurd vanuit alle mogelijke verifieerbare bronnen. Dit alles om uiteindelijk een helder en niet weerlegbaar oordeel te kunnen trekken.

Er is nog iets heel duidelijk: meer dan eerder werd vermoed, speelden in het conflict rond ds. Kok onzuivere motieven en onjuiste procedures. Paragraaf 8.5 geeft daarvan een beschamende samenvatting. Ik zeef er zomaar enkele typeringen uit. In de Veenendaalse kwestie was er een gebrek aan een echte broederlijke gedachtewisseling. Er was sprake van verstoorde verhoudingen binnen de kerkenraad. Het optreden van een jonge broeder had weinig tot niets te maken met echte communicatie, maar veel meer met manipulatie. Een rondschrijven met ver-gaande diskwalificaties van ds. Kok als een dwalende prediker overschreed alle grenzen van de betamelijkheid. De partijzucht greep naar wereldse methoden: intimiderend gedrag, het stellen van een ultimatum, aanklachten zonder nadere motivering, handtekeningacties, etc. Al met al een praktijk die ver verwijderd was van een broederlijke wijze van communiceren.

Het laat zich denken dat bij een dergelijke manier van handelen de kerkorde werd ervaren als een storend element. De kerkorde immers is bedoeld om het kerkelijke leven te banen in een bijbelse, ordelijke weg. De kerkelijke regels zijn objectief van aard. Subjectivistische elementen zijn daarmee niet te combineren. Vanaf het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten in 1907 is het met name ds. G.H. Kersten geweest die de gemeenten in kerkordelijke banen wilde leiden. Dat was een grootse poging, gelet op het gezelschapsklimaat waaruit de gemeenten afkomstig waren. De eerste naoorlogse jaren tonen helaas aan dat de kerkrechtelijke schil rond de gemeenten maar heel dun was. Hantering vond slechts plaats in zoverre dat te combineren was met het bereiken van het vooropgezette doel. Het is goed dat ds. Golverdingen deze ontwikkelingen eerlijk signaleert. Terecht is het dan ook dat de auteur daarbij de heiligmaking ter sprake brengt. Indien ergens in deze wereld de dingen eerlijk en met orde dienen te geschieden, dan wel in de gemeente van Christus. Het lichaam van Hem Die het getuigde in de kring van Zijn discipelen: “Ik ben in het midden van u als Eén die dient!” Opdat degenen die zich naar Hem noemen Zijn beeld zouden vertonen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Vernieuwing en verwarring (3)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's