Recensiën.

Een omvangrijk en interessant werk verschijnt bij den uitgever D. A. Daamen te Rotterdam.

De titel luidt: Het leven van Charles Haddon Spurgeon. De wereldberoemde Baptistenprediker was gewoon in zijne vacantiedagen de voornaamste gebeurtenissen uit zijn merkwaardig leven op te schrijven. Deze aanteekeningen, benevens het dagboek en vele brieven van Spurgeon, hebben de stof geleverd, waaruit door zijne weduwe deze levensbeschrijving is opgemaakt.

Zelve zegt zij er van in de Inleiding: „Het gansche verhaal wordt in Ds. Spurgeon's eigene woorden gegeven, behalve waar hier en daar een paar volzinnen ter verduidelijking ingelascht moesten worden, of waar brieven aan hem geschreven zijn, of door anderen toespelingen werden gemaakt op gebeurtenissen, die hij heeft beschreven, en die tot volledigheid der geschiedenis noodig schenen.”

Het werk zal verschijnen in vier deelen en met het najaar van 1901 compleet zijn. Vertaalster is de welbekende Elisabeth Freystadt, aan wie wij o.a. ook de Nederlandsche vertaling van Spurgeon's uitlegging op de Psalmen hebben te danken.

In het nu uitgekomen Eerste Deel, dat voorzien is van het eerste portret van Spurgeon als jeugdigen Dienaar des Woords, en ook voorts geïllustreerd wordt door verscheidene platen, wordt zijn leven beschreven tot en met het begin van zijn arbeid te Londen in 1854.

Het is een boeiend verhaal, vol van afwisseling en verscheidenheid. Aangrijpend zijn de bladzijden, die den lezer doen zien, hoe de Heere God Spurgeon gedurende eenige van zijne vroegste jaren onder eene diepe overtuiging van zijne zonde en verloren staat liet doorgaan, tot dat Hij hem op ongeveer zestien-jarigen leeftijd tot de heldere en volle verzekering des geloofs bracht.

„Ik wlst", zoo schrijft hij o. a. daarvan, „ik wist, dat ik schuldig was; ik wist, dat ik God had vertoornd; ik wist, dat ik gezondigd had tegen licht en kennis, en ik wist niet, wanneer God mij ter verantwoording zou willen roepen; maar dit wist ik, dat wanneer ik des morgens ontwaakte, mijne eerste gedachte was, dat ik te doen had met een recht vaardiglij k vertoornd God, die plotseling mijne ziel van mij zou kunnen opeischen Het verwonderde mij, dat de aarde zulk een zondaar als ik was, kon dragen, en dat de hemelen niet instortten om mij te verpletteren, en de sterren in haren loop niet streden tegen zulk een snoodaard, als ik mij gevoelde te zijn.”

Een goed Gereformeerde kan lang niet in alles met Spurgeon meegaan. Natuurlijk is hij zijn tegenstander in zake den kinderdoop, waarin Spurgeon als goed Baptist niets anders ziet dan eene besprenging met water en dien hij ook hier verklaart, in „zijn Bijbel" niet te kunnen vinden, maar ook gaat hij met zijne methodistische opvatting van de prediking des Evangelies volstrekt niet mede. Hij wenscht in de handhaving van de verbondsleer eene gansch andere bediening des Woords.

Niettemin erkent hij gaarne de groote gaven Gods, waardoor deze bezielde en onvermoeide prediker in Engeland en verre daarbuiten tot zoo uitgebreiden zegen geweest is, en hij verblijdt er zich over, dat in de stukken van uitverkiezing, wedergeboorte en geloof, ook Spurgeon het Calvinisme verdedigt, gelijk hij in hoofdstuk zestien zegt: „De oude waarheid, die Calvijn heeft gepredikt, die Augustinus heeft gepredikt, die Paulus heeft gepredikt, is de waarheid, die ik heden moet prediken, zoo ik mijn geweten niet wil verkrachten en ontrouw worden aan mijn God.”

De tegenwoordige tijd is zeker niet bizonder geschikt, om in Nederland in te voeren wat van Engelschen bodem is. Toch hopen we, dat niettegenstaande dezen anti-Engelschen geest, die zich — en zeker niet ten onrechte — van ons gansche volk heeft meester gemaakt, dit werk, dat voor zoo lagen prijs aan de markt gebracht wordt, een gunstig onthaal moge vinden.

Abraham, de vader der geloovigen, is de titel van een geschrift, dat door R. J. W. Rudolph, dienaar des Woords te Leiden, in het licht werd gegeven.

De schrijver zegt in de Voorrede: „Welk een figuur treedt in Abraham voor ons oog! In hem, den vriend van God en den vader der geloovigen! In dien Oosterschen g Sheik, die in zich zelven niets was dan stof en asch, maar van wien de Heere zooveel heeft gemaakt! In dien aartsvader, die leefde op een gewichtig keerpunt van de geschiedenis der wereld; die aan het hoofd staat van een gewichtig tijdperk in de geschiedenis der kerk; die de vader is van het wondere openbaringsvolk, dat tot op ezen dag zoo gewichtige rol in de geschiedenis der volken heeft gespeeld. In hem, die bovenal de vader is van het gezegend Abrahams zaad, waarin alle geslachten van den aardbodem zijn gezegend!

Bovendien wordt heel de Schi-ift door, zoo telkens en tellcens door de profeten en apostelen naar Abraham teruggewezen, dat de nauwkeurige kennis van zijn leven volstrekt noodzakelijk is om de Schrift goed te kunnen lezen.

Eene eenvoudige levensbeschrijving van dezen bijbelheilige mag dus allerminst als een overbodig werk worden beschouwd.”

Welnu, met waarheid mag gezegd, dat Ds. Rudolph in de dertien meditation, waaruit zijn boek bestaat, ons niet alleen, om met zijne eigene woorden te spreken, „eene eenvoudige levensbeschrijving" van Abraham geeft, maar ook, dat hij telkens in onmiddellijke aansluiting aan zijn onderwerp, vele schoone en nuttige wenken voor de praktijk der godzaligheid, en dat op velerlei terrein des levens, daaraan heeft toegevoegd.

De uitgever J. H. Kok te Kampen moge voor dit werk vele lezers vinden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen