ONZE 15e ONTMOETINGSDAG

1

We hebben nog nooit zo vroeg in het jaar een ontmoetingsdag gehouden als deze keer. Dat staat natuurlijk in verband met het feit, dat we steeds samenkomen op de zaterdag na Pasen en waar de Paasdagen dit jaar erg vroeg waren, hield dat in, dat we onze eerste vergadering van dit jaar moesten plannen op 1 april. Zou het niet te koud en te guur zijn? Deze en dergelijke vragen konden gemakkelijk opkomen en tijdenlang met zorg vervullen, maar alle vrees is in dit opzicht beschaamd. Het was voor de tijd van het jaar bijzonder gunstig weer. Het was droog en ten dele ook nog wel zonnig weer. Dat betreft het uitwendige, maar er is reden genoeg om ook in dat opzicht de goede hand des Heeren op te merken.

Vele mensen hebben naar deze ontmoetingsdag uitgezien. Dat blijkt duidelijk uit het groot aantal bezoekers uit alle streken van het land. We zagen en spraken Noorderlingen en Zuiderlingen. Ja, het is een opmerkelijk verschijnsel, dat op een ontmoetingdsdag, die allereerst bestemd is voor de mensen uit het zuiden, zoveel belangstellenden uit het noorden komen, terwijl er toch een andere ontmoetingsdag wordt georganiseerd in augustus, die meer in het noorden van het land wordt gehouden, juist ten gerieve van hen, die in het noorden wonen.

Wat telkens weer opvalt is, dat zoveel jongeren hun plaats onder de belangstellende bezoekers innemen. De gedachte, dat de oude gereformeerde beginselen bewaard moeten blijven en dat daarvoor het blad Bewaar het Pand en de ontmoetingsdag moeten bijdragen, leeft niet alleen bij vele ouderen, maar eveneens bij tal van jongeren, die nog bij de leer der waarheid worden opgevoed en die daarbij willen leven. Ouders nemen hun kinderen mee. Jongelui komen uit eigen beweging. Zo zien we telkens weer dezelfde vrienden en vriendinnen, maar ook steeds weer nieuwe gezichten. En dat is verheugend en bemoedigend.

Er waren ook veschillende predikanten onder de bezoekers. De zaterdag is voor dienaren des Woords een moeilijke dag, maar er zijn er die zich voor de ontmoetingsdag vrij maken. Er kunnen echter verhindernissen komen. Zo weten we van een predikant, die gaarne had willen komen, maar door een begrafenis verhinderd werd. Mogelijk is dit ook met anderen het geval geweest.

Uiteraard zouden we graag een groter aantal predikanten hebben gezien dan op de ontmoetingsdag aanwezig was. Het lijkt voor sommige am btsdragers moeilijk om openlijk te verklaren, dat zij voor 100% achter onze beginselen en ons streven staan. We weten. dat er ook zijn, die het zouden toejuichen, wanneer Bewaar het Pand ten onder zou gaan. En dat moeten we betreuren. Daarin komt juist de nood van het kerkelijke leven uit. Die kwam ook naar voren in gesprekken die we hadden met bezoekers uit verschillende streken van het land. Wat zouden zij graag willen, dat ze in eigen woonplaats of omgeving een predikant mochten beluisteren, waarin de zondaar op het diepst werd vernederd en de Heere ten hoogste verhoogd. waarin het welbehagen des Heeren in het zaligen van zondaren tot zijn recht kwam en toch ook de verantwoordelijkheid van de mens werd gehandhaafd.

Het hele bestuur van de stichting was aanwezig, met uitzondering dan van onze oude broeder Ds. Kok. Deze vertelde een dag tevoren voor de telefoon, dat hij gezien zijn hoge leeftijd het niet meer aandurfde om te komen. Hij leefde echter mee en liet allen hartelijk groeten. Die groeten hebben we overgebracht. We vinden het een voorrecht, dat we hem ondanks zijn vele jaren nog onder onze vaste medewerkers mogen rekenen. In elk nummer van ons blad komt nog een artikel van zijn hand voor. Hij zorgt er steeds voor, dat er kopij in voorraad is. zodat we daar nooit om hoeven te vragen.

De eerste bezoekers waren er al om half 10 in de morgen. Toen het half elf werd was het kerkgebouw van de Chr. Geref. kerk van Sliedrecht-centrum, de gaanderijen inbegrepen, al heel goed bezet. De koster schatte het aantal bezoekers in de morgensamenkomst op ongeveer 1150.

Vóór de opening deden we enkele mededelingen, die voor de bezoekers van belang waren, o.a. over de verkrijgbaarstelling van boekwerkjes naast de boekenstand, die er was ten bate van de zending. En over de gelegenheid, die er in de pauze was, om het petitionement omtrent de bede in de troonrede te tekenen. Daarvan hebben velen gebruik gemaakt, ruim 800 personen.

We lieten zingen Ps 95:1 en 2, lazen Mattheus 28:11-20 en gingen voor in gebed. Vervolgens heetten we de vele bezoekers hartelijk welkom en spraken we een kort woord naar aanleiding van het gelezen Schriftgedeelte. Het is opmerkelijk hoe kort Mattheus over de opstanding schrijft. Hij vertelt van de vrouwen, die naar het graf gingen. Daarna verhaalt hij van de engel, die de steen wegwentelt en van de wachters, die v erschrikt en als doden worden en van de boodschap aan de vrouwen, die intussen genaderd zijn, van de opstanding en van de opdracht aan die vrouwen om aan de discipelen tijding te brengen en tenslotte van de verschijning van de Heere Jezus Zelf aan de vrouwen. Dan als terloops laat Mattheus zien, wat de overpriesters gedaan hebben, toen sommige wachters vertelden wat er gebeurd was: die kregen veel geld en moesten vertellen, dat de discipelen Jezus lichaam gestolen hadden, toen zij sliepen. En dat gerucht werd verbreid en geloofd, hoe ongeloofwaardig ook. De leugen wordt gemakkelijk geloofd. Ook in onze dagen. Het gerucht wordt nog verspreid en geloofd dat Jezus dood is, op een moderner wijze. Mattheus gaat voorbij aan de strijd van de discipelen waar hij er ook een van was. Maar hij laat wel zien, wat de Heere Jezus doet. Hij is wel dood verklaard, maar Hij komt tot de elf discipelen in Galilea. Hij yerklaart Zijn macht, Hij geeft een zendingsopdracht en belooft met hen te zijn tot aari het einde der dagen. Daarin hebben we een woord voor de Nieuw-Testamentische kerk. Alles zal zeggen, dat er geen kruis-evangelie en geen opstandings-evangelie is. De kerk en al Gods kinderen komen in de strijd, maar Jezus heeft alle macht en Hij triumfeert en zal regeren tot in alle eeuwigheid. Ook in onze tijd gaat het werk des Heeren door.

De vergadering is geopend. We zingen Ps 97:6 en 7.

Ds. D. Slagboom krijgt het woord. Hij spreekt over: Volharding gezegend en wel naar aanleiding van Numerie 14:24. In dit nummer vindt men een samenvatting van zijn toespraak, althans het eerste gedeelte.

Daarna zingen we weer en wel Ps 119: 1,4 en 6. Gelijktijdig wordt er gecollecteerd. Later blijkt, dat in deze samenkomst al een bedrag van ƒ 7178,— verzameld is.

Ds. P. Beekhuis spreekt een slotwoord over Psalm 130:1 en 2, in dit nummer als meditatie te vinden. We zingen Ps 130:1 en 4. Ds. Beekhuis gaat voor in dankgebed en ook vraagt hij de zegen des Heeren over het voedsel dat gebruikt zal worden.

Er wordt tot 2 uur gepauzeerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen