Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Titel : Sesam Wereldgeschiedenis in 6 delen
Auteur : Carl Grimberg, Ragnar Svanström e.a.
Uitgever : voorheen Bosch & Keuning, nu Tirion bv te Baam, 2005
Prijs : 6 delen, reuzenpaperbacks, samen ca. 3000 blz., met zwart-wit illustraties, in totaal 49,95 euro,
ISBN 9043907014.

In de jaren zestig, toen de spotgoedkope pocketboeken op matig papier nog hoogtij vierden, bracht Bosch & Keuning o.a. de Sesam-reeksen Kunstgeschiedenis en Wereldgeschiedenis uit. Uitgever Tirion in Baam komt nu met deze, deels herschreven en aangevulde en nog steeds goedkope. Sesam Wereldgeschiedenis, waarvoor kennelijk nog altijd een markt is. Van een compleet herschrijven der oude tekst is geen sprake; ook het fotomateriaal is niet echt ververst, ook als bepaalde zwart-wit plaatjes allang door betere konden worden vervangen. De kwaliteit van de illustraties ging wel ten koste van de lage prijs en, mede daardoor, het brede bereik. Deze Sesam is geen oorspronkelijk Nederlands werk, maar van Zweedse oorsprong. De eerste auteur, Carl Grimberg, was leraar geschiedenis en het eerste deel van zijn reeks verscheen al in 1926 bij Norstedt in Zweden. Grimberg, die door academische historici nogal werd gekritiseerd, overleed in 1941. Hij was toen gevorderd van „de vroegste tijden" tot het jaar 1715, de laatste jaren samenwerkend met Ragnar Svanström. Die zette na Grimbergs overlijden diens werk voor, later met nog andere medewerkers. In 1958 verscheen de serie compleet. Vooral in de Scandinavische landen werd deze wereldgeschiedenis zeer populair. De bedenker wilde niet generaliserend te werk gaan, maar uitte wel steeds zijn privé-meningen. Hij vond ook dat geschiedschrijving vooral het beleven van de historie mogelijk moest maken en wilde niet een gebruikelijk school- of handboek schrijven. Wie de recente Nederlandse heruitgave heeft bewerkt is niet duidelijk; de twee eindredacteuren? Het bijwerken van de eerder dit jaar verschenen heruitgave lijkt nogal willekeurig. Het (handige) chronologisch overzicht loopt soms tot 2001, dan weer 2002 of 2003. De dood van koning Hoessein van Jordanië en van oud-president Reagan is nog niet vermeld; de arrestatie van Saddam Hoessein in 2003 al wel. De indeling der zes banden is: chronologisch: Prehistorie tot 2e eeuw voor Chr.; 1e eeuw voor Chr tot Middeleeuwen; Renaissance en Gouden Eeuw; 17e eeuw en 1e helft van de 18e eeuw; 2e helft 18e eeuw en de 19e eeuw en tot slot de 20e eeuw. Dit laatste deel bevat namen- , geografische en zakenregisters over alle delen en een chronologisch overzicht van de prehistorie tot ca. 2002. Is deze Sesam een „belangrijke gebeurtenis in de moderne geschiedschrijving", zoals het Voorwoord betoogt? Dat ligt eraan wat men van zo'n werk van in feite één man mag verwachten. Van de „zorgvuldige bewerking voor Nederland en België" - door wie dan wel? - is niet zoveel te merken. De historie der Nederlanden komt er in deze, soms aangevulde, soms ook besnoeide, versie tamelijk mager af. Misschien moet ons dat leren dat Hollando-centrisme en Belgicisme in de Europese historiografie ons vreemd moet zijn: 'wij' waren en zijn niet het middelpunt van het heelal dat West-Europa heet. Maar de Nederlandse Gouden Eeuw in 5,5 pagina's (deel IV), waarvan 3,5 gevuld met citaten van Bredero, Hooft en Vondel, dat lijkt toch wel minimaal! Ondanks de redelijk leesbare stijl heeft dit boek een ander manco: de opzet en structuur is wat vreemd. Landen en gebieden en stromingen en politieke gebeurtenissen worden niet parallel behandeld, maar gewoon per land achter elkaar. Vaak zit je al ver in de 17e eeuw en dan ga je in het volgende hoofdstuk opeens een eeuw of meer terug in de tijd. Ook is de keuze der hoofdstukken nogal eens onlogisch. Het caput over de Reformatie en de reformatoren (deel III) omvat vier secties: Luther, Zwingli, Calvijn en de Boekdrukkunst. Dat Luther op 31 oktober 1517 op de slotkapeldeur zijn 95 stellingen aansloeg wordt voetstoots als historisch feit aangenomen. De bijbehorende prent is overigens een houtsnede uit 1509... Die slotkapel zou in de Middeleeuwen „duizenden relikwieën" hebben bevat - van wie dan wel allemaal? - en zou vooral immens pelgrimsoord zijn geweest vanwege een doorn uit Christus' kroon en een splinter van Zijn kruis.

De Reformatie wordt niet systematisch of thematisch besproken, maar in nogal onsamenhangende hoofdstukken, en met uitspraken als: het Zwitserse Zwinglianisme ging overal vreedzaam op in het calvinisme of de opmerking, dat Calvijn Luther boven Zwingli stelden en „sloot op de belangrijke Avondmaalsleer bijna geheel bij Luther aan". Zouden ze dat in het lutherse Zweden de catechisantjes hebben wijsgemaakt? En ook dat „zonder Zwingli het calvinisme niet snel had kunnen groeien en dat Zwingli de bodem daartoe heeft voorbereid"? Zo zijn er heel wat vraagtekens te plaatsen. Intussen wordt Calvijn, in navolging van Doumergue, in de kwestie-Servet geen wrede natuur genoemd, maar iemand die de straf van de halsstarrige arts, theoloog en dwaas Servet poogde te verzachten.Calvijn heet hier toch warm van karakter, hartelijk en mild, al had hij last van zijn eigen ongetemde heftigheid en langdurige 'odium theologicum' (theologische haat). Servet, die ook door de R-K Kerk veelal werd verafschuwd, had zichzelf van de doodstraf kunnen redden. In heel de protestantse wereld dankte men God voor het verlies van deze goddeloze spotter. Trouwens, de dood voor ketterijen was in die dagen niet ongebruikelijk, aldus dit boek. Toch blijft de indeling ervan storen. Na het hoofdstuk over de Reformatie volgt eerst een stuk over de tijd van Karei V en van Hendrik VIII en daarna pas beknopt iets over de Contra-Reformatie, in 3 secties: het r-k tegenoffensief, Ignatius van Loyola en de Jezuïeten en het Concilie van Trente. Direct hierop volgt 'De grote natuuronderzoekers van de Reformatietijd', over Paracelsus, Copernicus, (filosoof) Giordano Brimo, Brahe, Kepler en Galilei. Dan wordt in een groot hoofdstuk de letterkunde van Zuid-Europa behandeld en pas daarna komt Filips II en de uitbrekende vrijheidsoorlog der Nederlanden aan bod, met Dordtse Synode en Twaalfjarig Bestand. Hierna vinden we de bloei van de kunst in de Lage Landen, van Rubens tot Rembrandt, en pas dan volgt - terug naar de jaren '60 van de 16e eeuw - de Franse Hugenotenoorlog met Catharina de' Medici, De Coligny en Hendrik van Navarra. Kortom, de systematiek is niet erg doorzichtig, en dat geldt voor het hele boek. Desondanks is het een aardige, dikke en vooral goedkope uitgave om zich even vlot in een bepaalde periode of ontwikkeling in te lezen. Maar een alleszins betrouwbaar handboek der wereldgeschiedenis is het niet; bepaald geen Propyläen Weltgeschichte' van Golo Mann of andere veelomvattende historici!

Datzelfde geldt vermoedelijk ook voor een uitgave, waarvan ik alleen de aankondiging heb gezien, maar waarvan al enkele delen moeten zijn verschenen: 'De geschiedenis van Europa' door Karsten Alnaes. Het is een vijfdelige uitgave van Anthos/Standaard Uitgeverij, die in de folder lovend spreekt over een „indrukwekkende nieuwe verhalende geschiedenis (...) geschreven in de traditie van auteurs als Geert Mak en Emmanuel Le Roy Ladurie"(sic!). De publicist Mak is natuurlijk niet op één lijn te plaatsen met een der grootmeesters van de Franse 'Annales'-groep! Een aanbeveling als „deze schitterende nieuwe geschiedenis (...) zet de toon voor de 21e eeuw" is tamelijk naïef: de 'verhalende' historiografie van Mak en vooral die van 'Annales' (Duby e.a.) is bepaald niet nieuw meer. Vermoedelijk past het werk van Jaap ter Haar beter in deze historische verhaal-traditie.

Het lijkt me een waagstuk om zo'n omvangrijk werk toe te vertrouwen aan één scribent, de ons onbekende Noorse auteur Karsten Alnaes (1938), die vooral romanschrijver blijkt te zijn. De leesproeven maken dat ook duidelijk. Het zijn naast de hoofdlijnen vooral talrijke „verhalen van gewone mensen, (...) een genot om te lezen en een plezier om in te bladeren: de boeken zijn rijk en in kleur geïllustreerd met kunstwerken uit de betreffende periodes". Gezien de omslagen - vijf vrouwenportretten van bekende kunstenaars - lijkt het accent te liggen op de culturele, niet op de politieke, geschiedenis. De delen zijn volgens de planning: 1) 1300 - 1600 Ontwaken, 2) 1600 - 1800 Bezetting, 3)
1800 - 1900 Verovering, 4) 1900 - 1940 Ondergang en 5) 1940 - 2005 Renaissance. Op die tamelijk kimstmatige en aanvechtbare periodisering van de late Middeleeuwen tot heden lijkt mij wel wat af te dingen.

Twee delen zijn nu verschenen, maar deel 3, dat in oktober 2005 van de pers zou rollen, is verschoven naar februari 2006, waarna ook de volgende banden later zullen uitkomen dan volgens plan in oktober 2006. De titel is tamelijk pretentieus: vakgeleerden zullen tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk spreken van 'de' geschiedenis van een land of tijdvak, hooguit van 'een'. Zij zullen, lijkt mij, ook aan historische navorsing te voorkeur geven boven smeuïg vertelden verhalen. Voor hen zal Alnaes' werk niet bedoeld zijn.


Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Protestants Nederland | 36 Pagina's