Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Gemengd gehuwd"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gemengd gehuwd"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bespreking van het boekje „Gemengd gehuwd", door A. M. J. Kreykamp O. P. ds. L- Schellevis, dr. L. G. A. van Noort O.S.C. cn ds. R- Kaptein. Uitg. Paul Brand Hilversum-Antwcrpen, W. ten Have, Amsterdam. Prijs ƒ 4,90. Tot stand gekomen o.v.v. dc Raad voor de Herderlijke Zorg van de Ned- Herv. Kerk en het Landelijk Centrum voor Kath. Actie in Nederland.

Onder gemengd gehuwd verstaat de R.K. kerk een huwelijk tussen twee gedoopten, waarvan de een r.k. en de ander niet-r.k. gedoopt is. De titel doet vermoeden, dat wij ervaringen te horen krijgen van gemengd gehuwden. Hierover wordt alleen in „Ter inleiding" van de redactiecommissie even gesproken. Het boek heeft voorlichting ten doel. Tevens wil het bijdragen tot. de eenheid onder de christenen, waarmee het in de lijn komt van het artikel van de Augustijn Van Straaten in „Oecumene" 1965 no. 6 (Zie mijn artikel over gemengd huwelijk in het februarinummer van „Protestants Nederland").
In het hoofdstuk „Schakering en Beweging in de R.K. kerk" wil pater Kreykamp er de protest a n t e n op voorbereiden, dat zij bij de ontmoet i ng met rooms-katholieken zeer uiteenlopende ervaringen kunnen opdoen. Ds. Schellevis bespreekt in „Kerk - Geloof - Geloofsbeweging" o.a. gezag en leiding van de zichtbare kerk, het persoonlijk geloof als werk van de H. Geest en protestantse geloofsbeleving in de kerk en thuis.
De bijdrage „Huwelijk en Huwelijksbeleving'' door Dr. Van Noort O.S.C. is niet geschikt voor alle gemengd gehuwden, alleen voor canoniekrechtelijk geschoolden. De aanhef luidt: „Met opzet staat in de titel van dit hoofdstuk „een r.k. visie"." Deze woorden zijn echter bij het drukken uit de titel weggevallen, wat zeer te b e t r e u r e n is. Want de schrijver kondigt aan, hier niet een officieel kerkelijk standpunt te formuleren, waarvan hij het bestaan trouwens betwijfelt. Het stuk is kennelijk geschreven in de tijd toen ieder ogenblik een „motu proprio" van de paus werd verwacht tot herziening van het huwelijksrecht. Tot heden is herziening evenwel uitgebleven, wat niet zo te verwonderen is, als men bedenkt, dat het huwelijksrecht een belangrijke pijler is van het canonieke recht en van verschillende concordaten.
Daarom is het een leemte in dit hoofdstuk, dat niet is opgenomen wat het Kerkelijk Wetboek thans omtrent het huwelijk bepaalt. Ernstiger is, dat de schrijver onder het hoofd „De huwelijkssluiting" (blz. 56-59) theorieën over het burgerlijk huwelijk poneert, die in strijd zijn met de r.k. leer zonder dat hij dat erbij ver- 4 meldt. Wanneer hij schrijft, dat het huwelijk behcort tot die orde, waarover de staat bevoegdheid bezit, dan verkondigt hij — voor zover betreft gedoopten — een theorie, waartegen o.a. Pius IX en Leo XIII hevig gefulmineerd hebben. En het is de leer van deze pausen, die is vastgelegd in canon 1016 van de Codex. Wat betreft de waarde, die de schrijver aan het burgerlijk huwelijk toekent, volgens de leer der R.K. kerk is dit huwelijk ongeldig, als minstens één van de partners r.k. gedoopt is. Ten tijde van het „Haarlems huwelijk" hebben wij van r.k. deskundigen te horen gekregen, dat r.k. gedoopten na het sluiten van een civiel huwelijk vrij waren om met een ander canoniek te trouwen; als de Nederlanders dat niet aanvaardden, was het hun geen ernst met de godsdienstvrijheid!

De rechtshistorische uiteenzetting op blz. 57 is onjuist. Het wordt voorgesteld alsof de Kerk het huwelijk is gaan regelen toen de Staat dit verzuimde en geheime huwelijken toeliet. De zaak is, dat de Kerk als consequentie van haar (sinds de 12e eeuw opgekomen) leer dat het huwelijk een sacrament is, de wetgevende en rechtsprekende macht over het huwelijk van gedoopten aan zichzelf toekende en een eind maakte aan de zeggenschap van Staat en familie op dit terrein. Door de sacramentsleer tot dogma te verklaren voltooide het Concilie van Trente dit proces van machtsverschuiving. Het Concilie verklaarde nietig: huwelijken, die voor de Kerk geheim werden gehouden. Tevergeefs hebben burgerlijke overheden aan de kerk gevraagd om huwelijken, die voor de Staat of voor de ouders geheim gehouden werden, ook nietig te verklaren. Tot heden heeft de R.K. kerk zich altijd gekant tegen de mogelijkheid van een geldig burgerlijk huwelijk voor r.k. gedoopten, omdat zij dan niet meer de civiele status beheerst van wie zij tot haar leden rekent.

In Nederland heeft hierop van 1741 tot 1908 een uitzondering bestaan t.a.v. gemengd gehuwden. (In de 18e eeuw had Nederland garnizoenen liggen in barrièresteden in de zuidelijke Nederlanden, wat een incidentele regeling van het gemengde huwelijk nodig maakte. Benedictus XIV wilde niet, dat men zich van een wettig burgerlijk huwelijk zou ontdoen met het canonieke recht als dekmantel. Daarom bepaalde hij, dat huwelijken tussen ketters en gemengde huwelijken geldig waren, al was de canonieke vorm niet in acht genomen). Thans hopen velen, ook Dr. Van Noort, dat de paus de eis van de canonieke vorm voor gemengde huwelijken zal schrappen. Op het Concilie is zulk een suggestie gedaan. In het hoofdstuk „Kerk, Huwelijk, Huwelijksbeleving" van ds. Kaptein kan men lezen, dat onze oud-hollandse reformatorische voorvaders vier eeuwen geleden gezonde oplossingen vonden voor vraagstukken, waarmee Rome thans nog worstelt en waarover de concilievaders anno 1965 nog niet mochten spreken.

Uit „Pastoraal gesprek over een hachelijke zaak", gevoerd tussen L. van Noort, priester, en ds. R. Kaptein, blijkt duidelijk, dat een gemengd huwelijk tussen twee diep gelovigen een onding is, dat het canonieke huwelijksrecht een sterke gewetensdrang betekent en dat nu maar gehoopt wordt op wijziging van dit recht. De priester erkent, dat een z.g. oecumenisch huwelijk thans een capitulatie van protestantse zijde is. Vooralsnog blijft hij geporteerd voor r.k. doop en een r.k. school voor de kinderen. Soms wordt gepraat alsof het canonieke huwelijksrecht niet meer bestaat. Van de gemengd gehuwden wordt althans een oecumenisme verwacht, waaraan de kerken nog niet toe zijn, zeker niet zolang het roomse canonieke huwelijksrecht van kracht is. Een literatuuropgave ten behoeve van gemengd gehuwden besluit dit boek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1966

Protestants Nederland | 8 Pagina's

„Gemengd gehuwd

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1966

Protestants Nederland | 8 Pagina's