Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Waarom letten veel reformatorische mensen op bepaalde uiterlijke dingen wel, en op andere niet?"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Waarom letten veel reformatorische mensen op bepaalde uiterlijke dingen wel, en op andere niet?"

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar heb je ze weer, zul je misschien wel denken. Weer over die uiterlijke dingen als lange broeken en kort haar. Wacht even, dacht je dat dat niet belangrijk is? Lees dan toch het antwoord maar. Aan de andere kant: al ben je door en door reformatorisch en je kent Christus niet, dan mis je alles!

Ik zit met een vraag. Veel reformatorische mensen letten erg op wat er in de Bijbel staat voor het uiterlijk (bijv. datje geen lange broek mag dragen en nog veel meer dingen). Bepaalde dingen moeten natuurlijk ook wel want God heeft dat niet voor niets in de Bijbel geschreven. Al is het belangrijkste toch wel dat we geloven dat de Heere Jezus voor onze zonden is gestorven en dat we alleen door Zijn Genade zalig kunnen worden. Maar als die mensen dan zo naar de Bijbel leven en bijv. beslist niet willen dat een vrouw een broek draagt, waarom hebben dan juist veel reformatorische mensen kort haar? Dat staat toch duidelijk in bijv. 1 Korinthe 11:1 t/m 16. Of lees ik die tekst verkeerd? Kijken die mensen anders tegen die teksten aan ? En hoe dan ? PS. Ik heb wel eens horen zeggen dat spijkerstofin de hel geweven is. Dat slaat toch nergens op? Of staat dat toch ergens in de Bijbel? Een meisje van 14

Het doet mij goed dat jij over de wezenlijke boodschap van de Bijbel nadenkt. In volgorde van belangrijkheid wil ik op je vragen ingaan. In de eerste plaats is het van wezenlijk belang Wie de Heere Jezus Christus in ons leven is. Ik ben blij dat je dat schrijft. Ik zou het alleen maar willen onderstrepen. Je kunt ontzettend reformatorisch zijn, je leest een reformatorisch dagblad, een reDaar heb je ze weer, zul je misschien wel denken. Weer over die uiterlijke dingen als lange broeken en kort haar. Wacht even, dacht je dat dat niet belangrijk is? Lees dan toch het antwoord maar. Aan de andere kant: al ben je door en door reformatorisch en je kent Christus niet, dan mis je alles! formatorisch familieblad, een reformatorisch opinieblad, je gaat op een reformatorische school en je koopt je spullen bij een reformatorische ondernemer, je bent lid van een reformatorische unie, enz., terwijl je toch zonder het geloof in de Heere Jezus Christus bent. Dan mis je alles! Aan de andere kant is het best mogelijk dat iemand iets minder reformatorisch is, maar het geloof in de Heere Jezus Christus wel kent. Als onze vaderen altijd stelden dat ook in de Rooms-katholieke kerk zelfs kinderen van God zijn, moeten wij de grenzen maar niet te beperkt trekken. Ook al ben ik het op bepaalde punten niet eens met een baptist, daarom kan ik mij hartelijk één voelen met iemand als Bunyan, Spurgeon of Philpot. De Schotse theoloog John Duncan zei: „Ik ben allereerst een christen, daarna een katholiek, dan een calvinist, vervolgens een voorstander van de kinderdoop en tenslotte een aanhanger van de presbyteriaanse kerkregering. Ik kan deze volgorde niet omkeren."

In Hem is vrede
Daarom heeft het mijn hartelijke bijval als je schrijft dat het toch gaat om de kennis van de Heere Jezus Christus. Alleen in Hem vinden we rust. Alleen in Hem is vrede. Alleen in Hem kunnen we voor God bestaan. De Bijbel zegt dat zo eenvoudig: „Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op Hem" üoh. 3:36). Ik denk aan een ander Schriftwoord: „Die de Zoon heeft, die heeft het leven; die de Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet" (I Joh. 5:12). Zo zouden we meer voorbeelden kunnen noemen. Mag ik je eens vragen: hoe is dat met jou? Heb jij in je leven ontdekt dat je de Zaligmaker als een Zaligmaker van zonde nodig hebt? Heb je er iets van gezien dat je zonder Christus voor God niet kunt verschijnen? Heeft de Heere ook jouw ogen geopend voor de heerlijkheid van de Heere Jezus Christus, het wonder van Zijn nederige geboorte en het volbrachte werk aan het kruis?

Inzettingen
Nu kom ik bij het volgende. In de hele kerkgeschiedenis is het altijd een vraag geweest wat er nu naast het geloof in Christus nog nodig is. Hoe zit het nu met al die inzettingen in het Oude Testament? Sommigen menen dat we nergens meer mee te maken hebben, zelfs niet met de tien geboden. Anderen menen dat we alleen nog maar de tien geboden hoeven te houden als een leefregel van dankbaarheid. We hebben niet zoveel bijbelkennis nodig om te beseffen dat er naast de tien geboden bepaalde inzettingen van de Heere zijn. Denk alleen maar aan de Doop en het Avondmaal. Denk ook aan de ambten van ouderling, diaken en predikant. Daar kunnen we niet omheen, terwijl je niet kunt zeggen dat deze zaken in de tien geboden liggen opgesloten. In dit licht moeten we jouw vraag naar het lange haar ook zien. Het is inderdaad geen gebod van de tien geboden. We lezen nergens in de Bijbel: "Gij zult geen kort haar hebben". Wat we wel lezen in 1 Kor. 11:14: „Of leert u ook de natuur zelf niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is, maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is?" Het lange haar voor een vrouw is dus een eer. Een vrouw die zich niet schaamt voor haar vrouw-zijn acht het een eer, een voorrecht, om lang haar te dragen. Daarmee brengt zij tot uitdrukking dat ze haar plaats in Gods orde wil innemen. De man is het hoofd van de vrouw.

Alleen Paulus' tijd?
Sommigen menen dat deze woorden van Paulus zien op die tijd alleen. Net zoals men in die tijd elkaar kuste bij het begroeten, zo zou het lange haar een beschrijving geweest zijn van de gewoonte in die dagen. Toch krijgen we niet de indruk uit het hele hoofdstuk dat Paulus aan het beschrijven is. Integendeel, ook in Korinthe was er reeds een emancipatiebeweging. Paulus gaat daar juist tegenin. We komen ook de gedachte wel tegen dat Paulus hier bedoelt dat het haar niet-mannelijk opgemaakt dient te zijn. Als je aan de haardracht maar kunt zien dat het een vrouw is, is het goed. Half-lang haar is dan ook lang haar. Ik wil graag naar anderen luisteren en als ik mij vergis hoor ik dat graag. Mijns inziens kunnen we dit echter niet anders lezen dan dat het een eer is voor een vrouw om lang haar te hebben. Zeker als Paulus zich beroept op de natuur, lijkt het mij wel heel moeilijk om dit tijdgebonden te achten. Het beroep op de natuur betekent eigenlijk niets anders dan dat het bij de schepping hoort. Zo heeft de Heere het geschapen. Er zouden meer plaatsen in de Schrift te noemen zijn, waaruit ons duidelijk blijkt dat de vrouwen lang haar dragen. Het is dus echt geen schande om lang haar te dragen. Er zijn vrouwen en meisjes bij wie het haar eenvoudig niet lang wil groeien. Dat is jammer. Des te meer mag je er met recht (gepast) trots op zijn als je lang haar draagt. Soms lijkt het wel alsof onchristelijke mensen dit nog beter begrijpen dan christenen. Ik kan met getallen niets bewijzen, maar het is mijn indruk dat je op openbare scholen nog meer meisjes met lang haar ziet dan op christelijke of reformatorische scholen. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat als je het een eer acht om lang haar voor de Heere te dragen, dat dat de vrijmoedigheid in het persoonlijke gebed zeer bevordert.

Kleding
Je stelt ook aan de orde hoe het komt dat het net is alsof veel reformatorische mensen het belangrijker vinden om als vrouw of meisjes geen broek aan te hebben dan lang haar te hebben. Ik vind dat geen verkeerde vraag. Het is niet zo dat het uiterlijk er niets toe doet, zoals wel eens gedacht wordt. In het leven van de christen zijn de kleine dingen de grote dingen. Dan gaan we in alles van ons leven vragen: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?" We moeten het geestelijke leven niet verinnerlijken. We maken al teveel een scheiding tussen zondag en maandag. Het christelijke geloof krijgt in de praktijk van het leven gestalte. Ook in de kleding. Een jongen die voor het eerst naar zijn meisje gaat zal er ook grondig over nadenken in welke kleren hij gaat. Terzake, nu het gaat over je probleem. Ik begrijp dat ook niet. Als je het mij vraagt is een rok of jurk minder belangrijk dan lang haar. Wat ik bedoel? Als je zonder christelijke achtergrond de Bijbel in handen krijgt, de Heere gebruikt dat om je hart te openen en je leert de Heere vrezen, dan kan ik me voorstellen dat een meisje haar lange broek gewoon blijft dragen. Nergens gaat het in de Schrift over een broek of een rok. Is het dan toch niet wat wettisch om te pleiten voor deze typische kleding? Valt dat dan niet onder hetgeen Paulus schrijft in Col. 2: 22 als hij schrijft over "geboden en leringen der mensen"? Leggen we zo geen lasten op die te zwaar zijn om te dragen? Is dit wel in overeenstemming met de vrijheid van het geweten? En met de vrijheid van een christenmens? Wordt het christelijk geloof zo niet ingebed in een bepaald cultuurtje? Leggen we zo geen lasten op die zwaarder zijn dan Christus heeft gedaan?

Buitenkant
Dit zijn geen eenvoudige vragen. Ter voorbereiding op het antwoord dat ik je geven zou, heb ik nog eens gelezen in Luthers meest beroemde boekje "De vrijheid van een christenmens". Hij maakt daarin op krachtige wijze duidelijk dat het onze ziel geen enkel voordeel oplevert als we een bepaalde levensstijl hanteren. Als het hart ontbreekt in ons leven, spreekt hij van "roofzuchtige wolven in schaapsklederen gehuld". Al onze werken zijn o zo gemakkelijk een vervanging van het ware geloof Heel gemakkelijk zijn we als ouders, predikanten en kerkelijke mensen meer verontwaardigd over de buitenkant dan over de binnenkant. Als we menen dat ons nette leven maar voor 1 procent meeweegt bij de Heere, vergissen we ons voor eeuwig. Luther schrijft dan: „Wilt ge om iets bidden, of vasten, of in de kerken (gelijk men dat noemt) een stichting in het leven roepen, draag er dan zorg voor dat gij het doet niet met dit doel, dat gij uzelf er een tijdelijk of eeuwig gewin mee bereidt." Tegelijk is Luther ook heel nuchter: „Er zijn er nog zeer velen die, als ze van deze vrijheid door het geloof horen gewagen, deze heel spoedig verkeren in een reden voor het vlees om nu van oordeel te zijn dat thans dadelijk maar alle dingen hun geoorloofd zouden zijn en die nu door niets anders vrijen en christenen willen schijnen te zijn, dan door het verachten van en vele aanmerkingen maken op alle menselijke ceremonieën, tradities en wetten; alsof ze daarom christen zouden zijn, indien ze maar niet op gezette tijden vasten, of, als anderen vasten, zelven vlees eten of de gebruikelijke korte gebeden nalaten, met opgetrokken neus de voorschriften van mensen bespotten, en al de overige zaken die tot het wezen der christelijke religie behoren volkomen op de achtergrond dringen."

Middenweg
We kunnen nu eenmaal niet zonder alle vormen. Luther zegt in dat verband: „Daar men dus dit leven niet kan leiden zonder ceremoniën en werken, ja de vurige en onervaren leeftijd der jeugdigen er behoefte aan heeft om door deze banden binnen de perken gehouden en beschut te worden, en daar een ieder zijn lichaam met zo grote ijver moet tuchtigen, moet een dienaar van Christus verstandig en getrouw zijn, dat hij Christus' gemeente in al deze dingen zo regere en lere, dat hun geweten en hun geloof geen aanstoot ontvangt." Luther pleit voor een middenweg: „Zo nu verachten wij de ceremoniën en de werken niet, integendeel: wij zoeken ze en achten ze op 't hoogste; maar wij verachten de waan die men zich omtrent die werken vormt." Niet het wegwerpen van tradities enerzijds en niet menen dat je zonder geloof met traditie rechtvaardiger bent dan een ander anderzijds. In dat licht pleit ik hartelijk voor een rok en jurk voor een meisje of vrouw. Waarom? Het is een manier om uitdrukking te geven aan het verschil tussen man en vrouw. En dat is voluit een bijbels gegeven. Hoewel het duidelijk is dat mannen en vrouwen in de genade volstrekt gelijk zijn (Gal. 3:28), is het wel degelijk zo dat man en vrouw een eigen plaats hebben gekregen van de Heere. Man en vrouw zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. De man is het hoofd van de vrouw (1 Kor. 11:3). Dat komt tot uitdrukking in het gedrag, in de positie, in de kleding, in het beroep, enz.

Vrouwelijk
In onze traditie is het dragen van een rok of jurk bij uitstek iets vrouwelijks. Er zijn wel vrouwen met een broek, maar ik heb nooit mannen met een rok gezien. In andere culturen ligt dat anders. In China is het juist vrouwelijk om een broek te dragen. In Schotland dragen mannen wel een rok. In Israël droegen mannen en vrouwen rokken. We zouden het niet-dragen van een broek door vrouwen en meisjes kunnen vergelijken met het in de kerk trouwen. Er staat nergens in de Schrift dat dat een inzetting van de Heere is. En toch is dat een heel goede gewoonte om daarmee te belijden dat je christelijk wilt leven en ook je huwelijksleven afhankelijk wilt stellen van Gods zegen. Omdat in onze cultuur een rok of jurk typisch vrouwelijk is, is dit een goede manier om tot uitdrukking te brengen dat we de Heere graag gehoorzamen. Als ik daarbij nog bedenk dat het bevorderen van het broekdragen voor een vrouw vooral opgekomen is vanuit de emancipatiebeweging, is dat voor mij een reden te meer om daar hartelijk afstand van te nemen en even hartelijk te pleiten voor echt vrouwelijke kleding.

Spijkerstof
Of een spijkerbroek in de hel geweven is, kan ik je niet zeggen. In ieder geval staat het niet in de Bijbel. Misschien dat de spreker het wat minder smaakvol vindt om spijkerstof te dragen. Misschien herinnert hem of haar dat aan de provo's uit de jaren zestig. Tenslotte, vergeet niet dat er niets zo erg is als de Heere Jezus Christus niet vertrouwen. Er is een groot gevaar dat we met de buitenkant zo tevreden zijn dat we de binnenkant vergeten. Als onze haardracht en onze kleding in plaats van Christus komt, vergissen we ons eeuwig. Dan zijn we net kleine Paulusjes. Hij meende dat hij wel in aanmerking zou komen voor de genade van God omdat hij zich keurig aan allerlei voorvaderlijke inzettingen hield. Maar hetgeen hem gewin was, achtte hij om Christus wil tot schade... Onze tradities en onze vormen zijn geen weg tot Christus! Ze kunnen zelfs een hinderpaal op weg naar de zaligheid zijn. De wet ontdekt ons aan onze zonden, maar is niet de weg om met God verzoend te worden. Laten we dat onderscheid helder houden!!! Dan wens ik je dat bovenal toe, dat je de vrede met de Heere zult kennen door de Heere Jezus Christus. Dat is een rijk leven. Dan hoefje niet bang te zijn voor de dood. Dan is er ook toekomst. Een eeuwige zaligheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's

„Waarom letten veel reformatorische mensen op bepaalde uiterlijke dingen wel, en op andere niet?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's