Genezing op het gebed II.

Wij schreven vorige week, dat zij die de gebedsgenezing progageren, er de nadruk op leggen, dat op het gelovig gebed om genezing, de verhoring van God moet volgen. Daar willen wij deze keer iets nader op in gaan.

Hermann Zaiss heeft dat in Nederland ook gepredikt. Ik wil U uit een verslag, dat ik las van een gebeds-genezings-samenkomst iets mededelen, om onze jonge lezers te laten zien, op welk een standpunt deze mensen staan. ; '

, , De mens is beelddrager Gods", zei Hermann Zaiss. Zo heeft de Schepper hém gemaakt. , , Ja, God heeft U gemaakt, en daarom zijt ge zoveel waard. Een echte originele Rubens kost misschien 2000 gulden en een copie 2 gulden. Maar gij zijt geen copie, gij zijt een origineel. God heeft U gemaakt en toen Hij U maakte dacht Hij alleen aan U. En toen Hij onze ziel maakte, heeft Hij die gemaakt, dat ze eeuwig is!"

„Weet U wat nierstenen zijn? " zo vroeg Hermann Zais? „Die nierstenen zijn niet door God gemaakt, ze zijn niet door God in U gelegd, want God heeft geen stenen in de hemel, hoogstens edelstenen, en die treft de dokter niet in uw nieren aan! En omdat God zoveel zorg aan ons heeft besteed, daarom wil Hij ook dat wij goed zijn. En als wij ziek zijn wil Hij ons ook helpen, ieder mens wil Hij helpen, Halleluja, dat dat in de Bijbel staat. Jezus zegt: „Uw geloof heeft U genezen!" Dat geloof is het dat de wereld overwint en de ziekte overwint. Denk niet dat IK iemand kan genezen. Het is God, die dat doet. God geeft mij de kracht."

Met tal van voorbeelden toont Zaiss in zijn spreekbeurten aan, dat God hem deze kracht gegeven heeft. Men heeft mij verteld, dat er wonderbaarlijke genezingen zijn verricht, zowel in Goes als in Rotterdam. Sommigen zijn genezen, anderen zijn even ziek, kreupel, lam als te voren, de kerk uitgedragen.

Laten we die genezingen niet in twijfel trekken, goed, maar er dan ook op wijzen, dat suggestie ook veel vermag. Op mijn bureau ligt een brief van iemand die meemaakte, dat in 1940, bij de verwoesting van Rotterdam een inrichting in brand vloog, waar kreupelen en lammen, die jaren gelegen hadden zonder een voetje te kunnen steunen, de stichting uitliepen!

RONDKIJK

De betoogtrant van Hermann Zaiss, gelijk uit bovenstaande aanhaling blijkt, spreekt niet van de verdorvenheid des mensen door zijn diepe val, maar dat wij „goed" zijn. Als we „geloven" behoeven we niet ziek te zijn — de ziekten zijn niet van God maar van de duivel!

U voelt wel. dat die redenering geheel in strijd is met de Heilige Schrift. Ik ga dit niet alles uitwerken, er zitten mooie onderwerpen in voor onze Jongelingsverenigingen.

Wij beweren niet, dat er geen wonderen meer plaats hebben.

Maar wij moeten goed in het oog houden, dat het niet meer is in de zin, zoals in Handelingen 14 : 3 staat: e Heere gaf getuigenis aan het Woord Zijner genade in tekenen en wonderen. Die wonderen waren Gods ondertekening, dat de leer der Apostelen waar was en hadden ten doel de uitbreiding en de fundering der kerk. Als het Nieuwe Testament is afgesloten zien wij, dat de wondertekenen zijn verdwenen. De hulpdienst tot bevestiging van het gepredikte Woord behoeven zij dan niet meer te verrichten.

Het Woord Gods is gekomen in de bedding der volkeren.

Is er dan geen genezing op het gebed? Komt dat niet voor? Wie zou daaraan twijfelen? De voorbeelden zijn er van.

Als de ambtsdragers op bezoek komen bij de zieken, bidden ze om hun genezing. En 's Zondags worden ze in de voorbede den Heere opgedragen. En hoe vaak heeft de Heere die gebeden wonderlijk verhoord! Vraag het eens aan die herstelde zieken, wat een wonderdoend God, de Heere is. Het is alleen maar te betreuren, dat er zoveel gebedsslapte is in de Kerk des Heeren. Hoe weinig komt het in de beleving: „Het gebed des rechtvaardigen vermag veel." Let op: er staat niet: vermag alles, maar: „vermag veel."

In die samenkomsten waarover we boven spraken is de tendenz: vermag alles! De gevolgen der zonde wil men uitschakelen. En die zijn nooit volkomen weg te nemen. Er blijven nog altijd de kastijdingen van hen die de Heere liefheeft. Als de zieken die Vaderlijke kastijdingen mogen leren kennen, hebben ze een gezegend ziekbed. Dan willen ze er niets af hebben. Als op zo'n ziekbed een gelovig gebed gevonden wordt, dan behoeft er niet altijd lichamelijke genezing op te volgen. Wat zouden er dan vele vertwijfelde gelovige zielen gevonden worden, die ondanks hun gebeden maar geen genezing krijgen!

Wie wat van het verlossingswerk van Christus verstaat, weet, dat het lichaam pas na de dood verlost wordt. In Romeinen 8 zegt Paulus: Zij, die de eerstelingen des Geestes hebben, zuchten, verwachtende de aanneming tot kinderen, nl. de verlossing van hun lichaam. Dan is het: niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde.

Het kan dus — in tegenstelling met wat Hermann Zaiss "leert — Gods bedoeling en wil wèl zijn, dat we ziek moeten blijven. Zondag 10 leert het ons, dat Hij ons gezondheid en ziekte toeschikt en het ons uit Zijn Vaderhart tot ons laat komen.

Ik heb hiermee nog niet alles gezegd over de genezing op het gebed. Daarvoor is dit bestek te klein. Maar toch wel zo veel, dat we het met deze beweging niet eens kunnen zijn.

RONDKIJKER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen