Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus, de Deur der schapen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus, de Deur der schapen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden". Joh. 10 : 9 a.

In Joh. 10 stelt de Heere Jezus Zichzelf o.a. voor als de Goede Herder, Die Zijn leven stelt voor de schapen. Hij is echter niet alleen de Herder, Die de schapen bewaakt en voor hen zorgt; Hij is ook de Deur; door Hem gaan de schapen de schaapskooi binnen.

Ik ben de Deur, d.w.z.: door Christus alleen is de ingang in het Koninkrijk Gods mogelijk. De deur van het Koninkrijk is door de zonde dichtgedaan.

Door ons verlaten van God hebben wij ons buiten de gemeenschap Gods gezondigd. Zijn rechtvaardigheid en heiligheid moeten ons nu buiten het Koninkrijk sluiten. Maar, o wonder van genade, waar wij ons buiten Gods gemeenschap zondigen, daar heeft de Heere Zelf weer voor een toegang gezorgd in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Die Hij zond in de wereld om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.

In Christus is er weer een mogelijkheid ontstaan om het Koninkrijk Gods binnen te gaan en daarom kon Hij zeggen: "Ik ben de Deur".

De nadruk moet vooral vallen op dat woordje "IK". Er is geen andere toegang! Is er dan geen andere toegang mogelijk tot de schaapskooi en de gemeenschap Gods? Neen! Ik ben de Deur. Kan ik dan niet zalig worden door mijn goede werken en bedoelingen? Neen! Ik ben de Deur. Kan ik dan geen toegang vinden in mijn zuchten en tranen? Neen, ook dat niet.

Is het dan niet waar dat zonder droefheid over de zonde niemand behouden wordt? Dat is waar. Maar even waar is dat deze droefheid zélf de toegang niet is. Ik ben de Deur, zo zegt Christus. En dat klinkt enerzijds als een vermaning tot hen die een andere ingang zoeken in bijv. hun goede werken, nauwgezette levenswandel, rechtschapenheid of medemenselijkheid. Maar anderzijds klinkt het ook als een vriendelijke nodiging aan rusteloze zoekers. Het is alsof Hij zegt: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven".

Het is alsof Hij Zijn armen tot ons uitbreidt en zegt: "Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer".

Ik ben de Deur, indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden.

Op het ingaan door deze Deur, door deze énige Deur, komt het dus aan. Het is niet genoeg naar deze deur te kijken, zodat ik er veel van kan vertellen. Het is niet genoeg tot vlak voor deze deur te naderen, omdat ik er veel belangstelling voor heb. Neen, ingaan door deze deur is noodzakelijk, zal het wél met ons zijn. En wanneer is daar sprake van? Eerst dan, als de Heilige Geest in ons Zijn ontdekkend werk begint en de droefheid naar God ontstaat, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

Dat heeft ook Maarten Luther, van wie we in deze weken gedenken dat hij zijn 95 stellingen sloeg aan de deur van de slotkapel te Wittenberg, in zijn leven mogen leren. In zijn geestelijke blindheid heeft hij de gelofte van armoe, kuisheid en gehoorzaamheid afgelegd, en hij doet al zijn best om die gelofte te houden.

Maar zijn godsdienstige werken kunnen zijn hart niet die vrede brengen, waarnaar hij hunkert. Rust en vrede blijven verre van hem, al gaat hij naar Rome om boete te doen. Wat Luther ook probeert zichzelf op te knappen, het helpt niet.

God kan hij niet behagen, en Christus is zo ver. Luther ziet in Hem niet een liefderijk Zaligmaker, maar een vertoornd Rechter. Diep dringt het veroordelend vonnis van de Wet in zijn hart. Hij wordt innerlijk verteerd door het verlangen naar zekerheid. En die zekerheid kan hem de Roomse kerk niet schenken. De absolutie in de biechtstoel laat hem leeg van binnen. Het misoffer doet hem niet delen in de verzoening met God. Zijn goede werken, o zij maken hem tot een wanstaltige zondaar in de ogen van een God, Die naar waarheid in het binnenste zoekt.

Maar zie, dezulken wil de Heere nu ontsluiten dat er een weg is, een deur, om weer met God in gemeenschap te komen. Waar wij moeten belijden dat ons leven niet anders is dan zonde en ongerechtigheid, daar wil de Heere doen ervaren dat er in Christus' zoen- en kruisverdienste vergeving is bij God.

Als de Heere onze deuren afkeurt, wil Hij tevens trekken met de koorden van Zijn liefde door de gegeven Deur Christus. Dat heeft ook Maarten Luther ondervonden. De Heere opende de ogen van de teneinde raad gebrachte monnik bij het lezen van Rom. 1:17: "de gerechtigheid Gods wordt in het Evangelie geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven is: maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven".

Luther zegt ervan: "Ik ging zien, dat de gerechtigheid Gods waardoor de rechtvaardige voor God bestaat, door het geloof het deel wordt van de in zichzelf verloren zondaar. Ik behoef niets te doen, ik moet, ik mag, ik kan geloven, want door het geloof leeft de rechtvaardige. Zo werd mij dit woord van Paulus een geopende deur, waardoor ik het Paradijs binnentrad. De hele Bijbel viel voor mij open, en ik heb het uitgeroepen: Wij hebben geruild; Hij mijn zonde, en ik Zijn gerechtigheid".

In deze Borg en Middelaar is de schuld verzoend, is het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht.

"Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden".

Ingaan door de Deur Christus, d.w.z.: door eigen schuld verloren, door Zijn werk behouden; door eigen zonde buiten, door Gods genade binnen; arm en gebonden in uzelf, uit genade rijk en vrij.

Lezers, is dat door genade ook uw ervaring geworden? Nóg gaat Christus' roepstem uit: "Indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden".

Leg de roepstem niet naast u neer. Allerlei overwegingen als "dat kan later nog wel" of "zou dit nu de enige manier zijn om zalig te worden" of "mijn zonden zijn te groot", zijn ijdele overwegingen. Zo zijn duizenden buiten gebleven. Zo zijn duizenden verloren gegaan. En daarom: gaat in! Gaat in door de enge poort!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Saambinder | 8 Pagina's

Christus, de Deur der schapen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

De Saambinder | 8 Pagina's