Psalm 70

Het opschrift maakt duidelijk dat we hier opnieuw een psalm van David voor ons hebben. Er is een sterke overeenkomst met het slot van psalm 40. Vanaf het 14e vers vinden we daar bijna dezelfde woorden.
Toch is het geen nutteloze herhaling. Het doel van deze Psalm is ‘om te doen gedenken’. Het is dus een lied ter gedachtenis. Waarschijnlijk moeten we het zo zien dat de vroegere bede van David weer levendig is geworden. Toen heeft God uitkomst willen geven. Nu heeft hij weer precies hetzelfde nodig. Wat kunnen we hiervan leren? Dat we ons niet behoeven te schamen als we weer dezelfde woorden in ons gebed gebruiken. Het zou te wensen zijn dat velen van ons zulke dierbare herinneringen hebben overgehouden aan een gebedje uit het verleden.

Deze Psalm is maar heel kort. De meeste gebeden, in de nood geboren, zijn niet zo lang. Het gebed van de tollenaar was ook maar kort: ‘O God, wees mij, zondaar, genadig’. De Heere Jezus heeft erop gewezen dat wij door de veelheid van woorden God niet kunnen bewegen. Dit is vaak veel meer een bewijs van ons ongeloof en onze blindheid.

In welke ellende verkeerde David? Er is sprake van een grote persoonlijke nood. Er waren er die zijn ziel zochten en die lust hadden aan zijn kwaad. Het is niet duidelijk waarom zijn vijanden zich zo dreigend opstellen. Maar hij kan zijn nood kwijt bij God. Zowel aan het begin als aan het eind van de Psalm vraagt David of God haast wil maken.
We ontmoeten hier een mens in zeer grote nood. Hij schreeuwt om haastige verlossing. Zij staan David immers naar het leven. Hij spreekt haast op een gebiedende toon. Dat lijkt bijna oneerbiedig. Het is heel opvallend dat David hier de Verbondsnaam gebruikt. De HEERE heeft van Zijn kant hulp toegezegd. David mag zich nu beroepen op die vaste grond.

De dichter is arm en behoeftig. En toch, hij is niet te beklagen. Het woordje ‘doch’ aan het begin van vers 6 geeft een tegenstelling aan. Ellendig en nooddruftig te zijn steekt hier juist positief af ten opzichte van degenen die zeggen ‘Ha, ha!’. Waren er maar veel van zulke ellendigen en nooddruftigen. Want:

Nooddruftigen zal Hij verschonen;
Aan armen, uit genâ,
Zijn hulpe ter verlossing tonen;
Hij slaat hun zielen ga.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen