Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en wereld

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willow Creek Community Church in Chicago is de laatste decennia een belangrijke en toonaangevende trendsetter voor veel geestelijke leidslieden, die alles verwachten van nieuwe vormen en een nieuwe aanpak in de kerk. Dat geldt ook voor hen die de aandacht vooral willen verleggen van de bestaande kerk naar de ongelovige buitenwereld. Alternatieve gemeentevormen van ICF tot kerkplanting toe trekken steeds meer onze aandacht. Wat hiervan te zeggen?

correctie (1

Ik wil beginnen te stellen dat aandacht voor de wereld een must is voor de kerkelijke gemeente. Gods Woord gaat ons daarin voor. Ik erken ook tenvolle dat wij met elkaar te weinig wervende bewogenheid hebben voor de mens zonder God. De kerk moet zieh hoeden voor een slechts naar binnen gerichte houding. Maar met die laatste zin ontstaat er al een zekere spanning. Is de kerk introvert (naar binnen gericht) of extravert (naar buiten gericht)? Hoe is dat met u en met mij? Het mag geen tegenstelling zijn. Niet het een of het ander. Beide lijnen zijn nodig. De trein rijdt over twee sporen.

Voorzover ik het kan overzien, heeft Willow Creek model gestaan voor een open benadering van de wereldling.Gemeenteopbouw en andere managementachtige begrippen hadden er ook mee te maken. In diverse gemeenten ontstonden groeigroepen die òf uitwendige òf inwendige (geestelijke) groei beoogden. Ik denk dat veel soortgelijke acties getuigen van een stuk onvrede met de bestaande orde in de kerk. Het gewone lijkt niet meer zo aan te spreken. Zo wil men de bakens verzetten. Het artikel van Paas, door mij kritisch beoordeeld in het vorige nummer van ons blad, is daarvan een duidelijk bewijs. Het bleek me dat zijn gedachten de aandacht van velen trekken, in en buiten onze kerken. Zelfs de Reformatorische Pers gaf zijn opmerkingen door, zonder commentaar.

Ik vind dat gevaarlijk. Het is kerkbedreigend. Veel mensen volgen zulke uitingen te argeloos. Ik zeg hiermee niet dat zij die deze ballonnen oplaten, bewust de kerk ondermijnen; ik neem natuurlijk aan dat men het met de beste bedoelingen doet. Maar het riskante van zulke ideeèn is dat men dingen gaat veranderen en omzetten en daardoor vormen en hun inhoud gaat prijsgeven, die dan ook voorgoed verleden tijd zijn. Ik bedoel: een tweede dienst afschaffen of geheel omzetten, is ingrijpend. Doet men dat, dan bent u die tweede dienst absoluut radicaal kwijt, voor altijd! Dat wordt te weinig beseft, of men acht dit geen zwaar verlies.

Of kan dat toch wel? In Amerika misschien? Want Willow Creek komt van de ommezwaai van destijds duidelijk terug. Men is er daar achter gekomen dat gerichtheid op zoekers ten koste gaat van trouwe kerkgangers. Zoals ik laatst las in een kerkblad dat ouderen erover klaagden dat veel diensten zoveel lawaai en drukte voor de jongeren opleverden, terwijl zij zelf de gewone Woordverkondiging moesten missen. Heel erg. Men gaat in Willow weer bijeenkomsten houden waarin “zware Bijbelse en theologische kost” terugkeren op het gemeentelijke menu. Het klinkt bijna Hollands. Ik hoop nu maar dat zij, die gericht zijn op Amerika, deze ombuiging nauwlettend volgen. Dat kan hoop geven voor onze kerken, van Zwolle tot Groningen enz.

correctie (2)

Ook op een andere lijn werden deze Problemen duidelijk gesignaleerd. Ik doel op een artikel van dr. W. Dekker in de Waarheidsvriend. Hij is studiesecretaris van de IZB, woorden die staan voor inwendige Zending, uitgaande van de Gereformeerde Bond. Ik geef ditmaal veel tekst door.

Hij vraagt zieh af: “Moet de kerk veel meer aansluiten bij het hedendaagse spirituele verlangen, het ietsisme en allerlei vormen van nieuwe spiritualiteit?” Zijn antwoord: “Aanpassing is een heel riskante onderneming. De kans dat de christelijke gemeente hierbij van binnenuit wordt uitgehold is groter dan dat de buitenstaanders andere mensen worden. De afgelopen tientallen jaren zijn daar in ieder geval in ons land een voorbeeld van geweest. Alle pogingen naar buiten te treden en de wereld te ontmoeten hebben geleid tot een steeds verdere aanpassing van de kerk aan de wereld en nauwelijks tot nieuwe bekeerlingen. Dat is in ieder geval de constatering van prof.dr. G. Dekker, bijvoorbeeld in zijn boek Van het centrum naar de marge (2006). En we kunnen het allen met eigen ogen zien.

Daarom is het voor zending in onze westerse context beter opnieuw heel duidelijk het vreemde en het tegendraadse van het christelijke verhaal onder woorden te brengen, de breuk te benadrukken, de doop als een overgang uit de oude wereld van alle eigen godsdienst en beleving naar de wereld van Christus. Het christelijk geloof niet uit de doeken doen waar het gelijkenis vertoont, maar juist waar het anders is. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Dan wordt ook de bestaande gemeente opgescherpt in waar het eigenlijk om gaat, in plaats van dat ze meegenomen wordt op een weg van uitholling en aanpassing”. (….)

“Ik zie onder ons het gevaar dat wij alsnog de hoofdstroom van de kerk vijftig jaar later volgen, dat wij te optimistisch kijken naar de kansen en mogelijkheden om vandaag met het Evangelie in de wereld te staan en eventueel ook nog de kerk weer te doen groeien. Nu niet aangewakkerd door apostolaattheologie met vooruitgangsgeloof gemengd, maar door Amerikaans evangelicalisme, vermengd met ideeèn over maakbaarheid en opnieuw vooruitgangsgeloof. We zetten de deuren en ramen wijd open om de grote slag naar buiten te maken, terwijl de vraag zou kunnen zijn hoe wij zullen overwinteren op Nova Zembla. Ik besef dat ik het heel zwartwit zeg en dat ik zo een soort behoudzucht in de kaart kan spelen die ik allerminst bedoel. Want met behoudzucht komen we niets verder en angst mag nooit onze raadgever zijn. Het Evangelie is de vreugdevolle boodschap voor alle Nederlanders, ook al zouden er maar tien gelovigen meer zijn. Altijd is het dus tijd voor zending, altijd is er reden het Evangelie aan ieder in verstaanbare taal bekend te maken.

Alleen verstaan wij de tijden en gelegenheden? Wanneer wij de grote teruggang van het christelijk geloof in Europa en het groeiende nieuwe heidendom werkelijk serieus nemen, is het dan niet de hoogste tijd ‘het overige te verstehen wat sterven zou’, in plaats van te dromen van de grote slag naar buiten en opnieuw in te zetten op groei? Met alle waardering voor het gelovige elan dat de visienota “Leren leven van de verwondering” van de Protestantse Kerk ademt, kan ik toch niet meegaan met de inzet op groei, die daarin naar voren komt. Als er groei zal zijn, zal ik me zeer verblijden, maar het zal ons als een toegift geschonken worden op het meest onverwacht en alleen in de weg waarin we in de gemeente zelf tot een nieuwe navolging en een nieuwe volharding komen”.

Dekker ziet wel een ander gevaar, namelijk dat we ons opsluiten in onszelf en zodoende “zure Farizeeérs” zouden kunnen worden.

correctie (3)

Dat gevaar sluimert inderdaad op de bodem van ons hart, juist bij hen die de nieuwe orde van deze tijd denken te moeten afwijzen. Dus het sluimert concreet op de bodem van mijn hart, want ik ben er hartgrondig van overtuigd dat we deze eigentijdse aanpak moeten afwijzen. U hebt in mijn artikelen vast wel eens gemerkt dat ik het lang niet altijd fijn vind om allerlei nieuwe ideeèn maar weer eens te moeten afwijzen. Ik zie dan ook wel dat gevaar, namelijk dat wij in onze kring van Bewaar het Pand zouden kunnen verworden tot het gesignaleerde gevaar van Farizeisme.

Over de hele linie van ons blad is dat wellicht en hopelijk niet zo, maar mijn taak in ons blad is wel gericht op het signaleren van verontrustende verschijnselen. En gelooft u mij, ik behoef echt niet te zoeken naar zulke verschijnselen, want ik zie ze overal om me heen.

Laten we ons dus bewust zijn, dat wij evenzeer onderworpen zijn aan de geest van deze tijd, misschien weer op een heel andere manier, maar we zijn het wel. En daarom heb ik ook al zo vaak gepleit voor een algehele reformatie van ons allen en van de gehele kerk. Wij allen hebben God op het hoogst misdaan, wij zijn van’t heilspoor afgegaan. We zijn niet uitnemender, ganselijk niet, om het met de woorden van Paulus te zeggen. In dat bewustzijn durf ik alleen maar te spreken over de breuken van de kerk.

Maar dan móet het toch ook wel echt. Zoals alle profeten het hebben moeten doen en ook zoals de Heere Jezus het Zelf heeft gedaan.

Dr. Dekker geeft tenslotte ook, evenals de vorige keer dr. Paas, drie adviezen, die hij opdrachten noemt. “De kerk te midden van het nieuwe heidendom heeft drie opdrachten. De eerste is dichter dan ooit zelf bij Gods Woord leven in een sterke discipline: zondagviering, vaste gebedstijden, onderzoek van de Bijbel, gemeenschapsbeoefening met medegelovigen over alle kerkmuren heen, intellectuele bezinning op het christelijk geloof, vooral met het oog op de eigen leden, die hun geloof een plaats moeten kunnen geven binnen een heidense cultuur.

De tweede opdracht is de liefde van God in Christus uitstralen naar alien om ons heen, ongeacht ras, godsdienst of sociale status. Bidden voor alle mensen, het goede doen voor alle mensen, georganiseerd of niet georganiseerd. Het gaat er ten derde om te proberen het Evangelie door te geven aan mensen die daar open voor staan. Dat betekent niet de boodschap toesnijden op de dominante tendensen in de cultuur. Het Evangelie doorgeven betekent mensen uitnodigen de schitterende kathedraal van de Joodse en christelijke traditie binnen te gaan, zoals vervat in het Oude en Nieuwe Testament en in de grote christelijke traditie daarna. Dat laatste lukt alleen wanneer we zelf verrukt zijn van de schoonheid en de waarheid van deze traditie.

Er is geen tegenstelling tussen diep in de eigen traditie spitten en missionair zijn. Integendeel. Mis sionair zijn we wanneer we dag na dag verbazing uitstralen over de geheimen die ons zijn geopenbaard en wanneer we ons daar dagelijks in oefenen. Wanneer de IZB zieh daarom in de komende jaren nog meer dan tot nu gaat richten op toerusting rond de kerkelijke verkondiging (!), dan is dat geen terugtocht, omdat het echte zendingswerk te moeilijk is. Maar dan gebeurt dat vanuit de overtuiging dat onze zorg nu is dat voor de gemeente die er nog is de woorden Gods weer schitterende parels worden, waar ze zo verrukt over zijn dat anderen vanzelf gelokt worden: wat heb je daar toch voor moois?

Onze eerste zorg is niet hoe het met alle heidenen verder moet, maar om Jezus Christus te dienen en Hem na te volgen”.

Kerkelijke verkondiging, zondagsviering, dat zijn inderdaad wezenlijke kernen van ons kerk-zijn. De wereld bereiken door juist te beklemtonen dat we putten uit andere bronnen. Niet aanpassen aan de grillen van deze tijd, zoals haast en drukke agenda’s, maar gewoon leven bij de eenvoud van de Schrift: “Zoek eerst het Koninkrijk der hemelen en al deze dingen zullen u toegeworpen worden”, en: “Eén ding is nodig”. Hoe eenvoudig. Hopelijk zijn we het daarover in onze kerken eens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Kerk en wereld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's