Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spreek het goede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spreek het goede

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. G. Blom te Meerkerk.

De bode nu, die henengegaan was om Micha te roepen, sprak tot hem, zeggende: Zie toch, de woorden der profeten zijn uit één mond goed tot de koning; dat toch uw woord zij, gelijk als het woord van een uit hen, en spreek het goede. 1 Koningen 22:13.

Achab had zichzelf verkocht om kwaad te doen in de ogen des Heeren. De Heere had nog op allerlei wijze gewaarschuwd, maar Achab had zijn nek verhard. En zo brak de tijd aan, dat de Heere bevestigen zou wat Hij door Zijn knecht Elia gesproken had. Dat was toen Achab het er op gezet had om Ramoth in Gilead te veroveren. Hij kon daarbij rekenen op de steun van Josafat, de koning van Juda, die tot hem afgekomen was en een coalitie met hem gesloten had. Achab was zeker van de overwinning, maar Josafat was daar niet gerust op. Achteraf zou hij toch wel graag de Heere raadplegen. Achab had veel profeten bij de hand, vierhonderd zelfs en die spraken als uit één mond: trek op, want de HEERE zal ze in de hand des koning geven. Josafat vertrouwde het niet. Hij vroeg Achab of er niet nog een profeet des Heeren was. Ja, die was er wel, maar Achab wilde er niet van weten die te raadplegen, omdat die niets goed maar kwaad profeteerde. Maar op aandrang van Josafat stemde Achab tenslotte toe en zo werd Micha ben Jimla ontboden. We hebben hierover in vorige meditaties geschreven.

De dienaar die Micha moet halen kiest partij voor zijn koning. We mogen gerust aannemen, dat Achab geen godvrezende mensen in zijn dienst had. In zo'n omgeving was er geen plaats voor raadgevers en dienaren, die in waarheid aan de Heere verbonden waren. Er is een het hof van Achab niemand die naar de stem des Heeren wil luisteren. En als er dan nog een ware profeet des Heeren is moet die overgehaald worden om in te stemmen met het koor van hen, die zogenaamd goed tot Achab spreken, maar in werkelijkheid meehelpen aan de uitvoering van het oordeel Gods.

Het kan niet erger met een land gesteld zijn dan wanneer er een dergelijke situatie is, wanneer het land geregeerd wordt door goddeloze mensen, wanneer de raadgevers even verdwaasd zijn, wanneer zij die in dienst van de overheid arbeiden van harte bereid zijn mee te werken aan de uitvoering van plannen, die alleen maar de ondergang van een volk kunnen bevorderen en verhaasten.

In dit grote gevaar verkeert ook ons land. Het is niet meer zo, dat Gods Woord en wet het richtsnoer van alle handelen is. Hoe langer hoe meer hebben land en volk de Heere verlaten, is er een leven van de massa gekomen dat geheel in strijd is met wat de Heere zegt in Zijn Woord. Dan moet wel gelden: die God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Dat raakt natuurlijk elk mens persoonlijk, maar ook een land en volk, ook het onze.

Het moet met droefheid en smart worden geconstateerd, dat wetten en maatregelen worden aangepast aan de wil van het volk. We denken, om een voorbeeld te noemen, dat wel heel erg moet spreken, aan de voorstellen ten aanzien van de abortus. Niet Gods Woord is de maatstaf, maar de goddeloze praktijk van de mens, die met de Heere en Zijn Woord gebroken heeft. Het doet goed, dat er nog mannen zijn, die in de kamers en ook op andere plaatsen hun stem verheffen en terugroepen naar Gods Woord en Getuigenis en dat ook ten opzichte van het abortus-vraagstuk, wat geen vraagstuk mocht wezen, een wetsvoorstel ingediend is, waarbij ten volle rekening gehouden is met Gods Woord.

In de dagen van Achab was Elia zo'n getrouwe gezant des Heeren en ook Micha, die ontboden wordt bij koning Achab. De verblijfplaats van Micha is bekend. Mogelijk is hij opgesloten in de gevangenis of heeft hij beperkte bewegingsvrijheid. Hij had tevoren in getrouwheid het Woord des Heeren overgebracht. Hij had er alles voor over gehad. Hij telde zichzelf niet, maar het was hem gegaan om de naam en zaak des Heeren. Zo moet het zijn met allen, die op welke plaats ook geroepen worden om te spreken naar het Woord des Heeren, in de kamers van de staten-generaal en andere openbare vergaderingen, maar ook op de kansels en op kantoren en in fabrieken en werkplaatsen en, niet te vergeten, in de gezinnen, ja overal. Dat vraagt de beoefening van de vreze des Heeren.

De bode van Achab volvoert de opdracht. Hij zoekt Micha op en nodigt hem uit mee te gaan naar koning Achab, die zijn raad wil inwinnen. We kunnen ons voorstellen, dat de bode Micha zo goed mogelijk inlicht. De koning zal zijn raad vragen. Alle profeten hebben als uit één mond goed tot de koning ge­ sproken. Ze hebben allemaal ingestemd met zijn plan om naar Ramoth in Gilead op te trekken. Ze hebben hem de verzekering gegeven, dat hij de overwinning zal behalen. Dat moet toch voor Micha wel genoeg zijn om er geen eigen mening op na te houden, maar zich geheel aan te sluiten bij die andere profeten. We mogen gerust aannemen, dat de dienaar van koning Achab alles gedaan heeft om Micha er toe te brengen zich te verenigen met wat die andere profeten getuigd hebben.

En zo besluit hij zijn raad met deze woorden: spreek het goede. Dat goede moet dan zijn wat de koning in zijn blindheid en dwaasheid graag wil. Niet, wat naar de mond des Heeren is.

Spreek het goede. Dat wil zeggen spreken wat de massa van het volk begeert, wat de regering voorstaat, wat openbaar komt in de beraadslagingen van de kamers, staten en gemeenteraden. Dat is niet spreken naar Gods Woord tot zegen van overheid en onderdaan, maar spreken wat de mens graag hoort, wat hem gerust stelt, maar waardoor hij voortholt op de weg ten verderve. Onze tijd is daar vol van. Door woord en geschrift wordt voorgesteld, wat niet is naar Gods Woord en alles is in de weer om te stem van God en Zijn Woord het zwijgen op te leggen.

Er is wel getrouwmakende genade nodig om waar de Heere ook een roeping gegeven om te spreken en te blijven spreken, zoals de Heere dat vraagt. Dat kan alleen door Hem, Wiens rieken was in de vreze des Heeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Banier | 8 Pagina's

Spreek het goede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Banier | 8 Pagina's