Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zaad

Dr. Kuyper leerde terecht, dat de wedergeboorte de instorting van het nieuwe leven door de Heilige Geest is, dat aan alle werk van de mens (ook zijn geloof) voorafgaat.

Dat was in overeenstemming met hetgeen de Dordtse Synode heeft beleden in de Leerregelen, III-IV, 12 en 13. Daar toch hebben onze vaderen de wedergeboorte omschreven als „die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt (...) alzo, dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven."

Maar nu ging Kuyper verder redeneren. Met uitvoerige statistieken over sterftecijfers door de eeuwen heen betoogde hij, dat zeer vele (hij dacht zelfs de meeste) uitverkorenen in hun prille kindsheid gestorven zijn. En zonder wedergeboorte kan niemand, ook kleine kinderen niet, in het Koninkrijk Gods ingaan. Vandaar kwam hij tot de stelling, dat de wedergeboorte doorgaans plaatsvindt in de prille kindsheid.

Hij ging de wedergeboorte noemen , , het vermogen om te geloven", wat op zichzelf nog niet verkeerd behoefde te zijn. maar hij omschreef dat als een „zaad". Dat zaad legt de Heere in de harten der uitverkorenen; daar worden zij feitelijk al mee geboren. En uit dat zaad „kiemt te zijner tijd de stengel des geloofs, die uitbot in de bekering, en vrucht draagt in geloofsdaden".

Zo werd bij Kuyper de wedergeboorte meer en meer een theoretische constructie, waarin hij zich geheel en al verwijderde van wat de Schrift dienaangaande leert. In feite ging bij Kuyper de wedergeboorte geheel buiten het horen van het Woord Gods om.

Daarmee wedersprak hij datzelfde gedeelte van de Dordtse Leerregels. Want wel wordt daar de wedergeboorte genoemd „een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking", waarop Kuyper alle nadruk legde. Maar in dezelfde paragraaf wordt ook gezegd: „En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen". Met andere woorden, de wedergeboorte gaat toch niet buiten de bediening des Woords om. Het is waar, bij uitverkorenen die de Heere reeds in hun kindsheid uit dit leven wegneemt, ligt dat anders. Maar van die extra-ordinaire werking des Geestes ging Kuyper een regel maken. En daarin dwaalde hij grotelijks.

Zo kwam hij al verder redenerend tot de stelling, dat men van alle kinderen die op de erve des verbonds geboren waren, moest veronderstellen, dat zij de genade van de wedergeboorte deelachtig waren. Men moest van allen (dus ook van zichzelf) veronderstellen, dat zij dat zaad reeds in hun geboorte meegekregen hadden.

Het is waar, de Schrift spreekt in verband met de wedergeboorte ook van een zaad. Maar de wedergeboorte zelf vfordt in de Schrift geen zaad genoemd. Petrus zegt: ij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwigblijvende Woord Gods (1 Petr. 1 : 23).

Niet de wedergeboorte is een zaad, maar het Woord Gods is het zaad van de wedergeboorte. Waarom de kanttekening daarbij dan ook zegt: „Alzo wordt het woord des Evangelies genaamd, omdat het met de onberouwelijke werking des Heiligen Geestes gevoegd is, en omdat de wedergeboorte die daardoor in ons teweeg wordt gebracht, onvergankelijk is."

Insgelijks leert ook Jakobus, sprekende van de wedergeboorte: Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid" (Jak. 1 : 18), kanttekening: at is: oor de predikatie des Evangelies, als het uiterlijke middel daartoe nodig".

En om maar niet meer te noemen, 1 Joh. 3:9: , Een iegelijk die uit God geboren is, die doet de zonde niet; want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren." Ook daar wordt Kuypers stelling weer zo krachtig weersproken door de kanttekening; waar er bij , , Zijn zaad" staat aangetekend: , Dat is, Gods zaad, waardoor hij wedergeboren is, namelijk het Woord Gods."

Hoe blijkt dan Kuypers spreken over de wedergeboorte (hoewel hij goed begonnen was!) door zijn theoretisch redeneren geheel en al ontspoord en met de Schrift in strijd!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's