Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloofszekerheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloofszekerheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hoe kan ik zeker weten dat ik het echte geloof heb? Ik spreek erover met mn ouders. Ik luister naar wat de dominee erover zegt. Maar ik kom er niet uit. Wat vindt u?

Ik kan me je vraag goed indenken, beste vriend. Wat is het om te geloven? Wanneer geloof je? Het is mooi dat je er met anderen over kunt spreken. Toch kan de vraag elke keer weer bij je terugkomen, nietwaar?
Gewoonlijk brengt de Heere mensen tot geloof als zij in nood verkeren. Dat vind je overal in de Bijbel terug. God maakt de zonde eerst bitter voordat Hij je de zoetheid van Zijn genade laat proeven. Hij laat je zien wat je hebt gedaan. Hij geef je oog voor de zonden in je hart. Hij doordringt je ervan: al zien anderen die niet, Ik wèl. En Ik reken je de minste zonde zwaar aan.
Hoe meer je overtuigd raakt van wie je bent in Gods oog, hoe dringender de vraag in je hart gaat klemmen hoe het goed kan komen tussen de Heere en jezelf. Je beseft dat God heilig is en dat Zijn heiligheid goed is. Glorieus en heerlijk. Tegelijk zie je dat het juist vanwege Zijn heiligheid is dat de Heere niet met je kan omgaan. Het goede verdraagt het kwade niet. Wat nu? Hoe moet het nu met je? Wat heb je nu nodig?
Wij hebben diep in ons hart de neiging te denken: Had ik dit of had ik dat, deed ik zus of deed ik zo, dan kon ik daaruit afleiden dat de Heere niet meer op mij toornt, maar mij in liefde aanvaardt. Zou ik zeker weten dat ik Hem oprecht lief heb, dán... Zou ik zeker weten dat ik wederom geboren was, dán... Zou ik zeker weten dat ik geloof in Christus Jezus heb, dán... Wist ik dat zeker, dan wist ik zeker dat het goed met me is. Maar dat is nu juist het punt: ik weet het niet zeker. Soms hoop ik erop. Maar vaak ook niet.
Zie je wat je zo doet? Je probeert te rusten in... je geloof, in iets wat je in jezelf hoopt aan te treffen. Je zoekt houvast in een werk van de Heilige Geest ín je. Je hebt, anders gezegd, de blik naar binnen gericht, naar jezelf, naar wat zich ín jou afspeelt, naar je gevoelens en overwegingen. Wat gebeurt er ín mijn hart?

Wat je nu zo nodig hebt, is dat je blik niet naar binnen gaat, waar de zonde heerst, maar naar búiten. Dat wil zeggen: weg van jezelf, naar Hem, Die door de verkondiging van het Evangelie nabij wordt gebracht, Christus. Hij komt tot zondaren, tot jongens en meiden die niets hebben, ook geen geloof. Hém alleen hebben we nodig. Niet ons geloof of vertrouwen kan ons zaligen. Christus alleen kan het. Hij is de vaste Rots van het behoud.
De Heilige Geest brengt zondaren bij Hem en laat hen bij Hem rust vinden. Hij gebruikt er het Evangelie voor. Hij laat je de Heere Jezus voor ogen schilderen als de lijdende en stervende Zaligmaker. Hij maakt je heel helder: wie Christus heeft, heeft genoeg en heeft vrede met God. Dat is wat Hij zeker voor je maakt.

Maar dat niet alleen. De Heilige Geest maakt je ook zeker van het feit dat de Heere Jezus je nodigt om tot Hem te komen. Dat stelt Hij in zo’n helder licht voor je, dat alle twijfel bij je wegebt. Al zegt iedereen je dat het niet waar is, jij weet zeker dat het wel waar is: Christus’ nodigende armen overtuigen je ervan. Ze maken een onuitwisbare indruk op je, zodanig dat je hart levend wordt en dat je gaat doen wat je tot die tijd onmogelijk kon: je handen naar Hem uitstrekken, Hem aangrijpen en Hem omhelzen.
Waarvan geeft de Heilige Geest je in zulke ogenblikken nu zekerheid? Van het feit dat je gelooft? Ach, daar heb je eigenlijk helemaal geen erg in. Nee, je ontvangt zekerheid van het feit dat Christus niet alleen anderen, maar ook jou nodigt om tot Hem te komen. Wat doet Hij dat allervriendelijkst. Dát is zeker voor je. Het maakt dat je metterdaad tot Christus uitgaat. In Zijn armen mag je het uit Zijn eigen mond horen: „Mijn zoon, mijn dochter, uw geloof heeft u behouden.”
Zulke momenten zijn onvergetelijk. Je kunt erop terugzien. De Heilige Geest wil je ook daarvan zeker maken: het waren momenten van oprecht geloof. Maar Hij laat je er niet op rusten. Rust laat Hij je alleen vinden waar die ook echt te vinden is: bij Christus alleen.

Reacties en vragen: jouwvragen@terdege.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 februari 2014

Terdege | 84 Pagina's

Geloofszekerheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 februari 2014

Terdege | 84 Pagina's