BIDDAG
Daar liggen weer onz' akkers stil te wachten,
Weer omgewoeld, bestrooid met kost'lijk zaad.
We hebben weer gewerkt met alle krachten,
We namen weêr en tijd zoo schoon te baat.
O Heere, geef, dat wij met al ons trachen,
Van 't morgenschemeren tot 's avonds laat.
Stil als de akkers naar U mogen smachten,
Opdat Uw zegen, Heere, met ons gaat.
Geen onzer kan een korrel zaad doen spruiten,
Geen onzer maakt een halm uit stervend zaad,
Maar ook, o Landman, Gij alleen kunt stuiten
De wreede hagel, die de velden slaat.
Geef Gij, o Heere, zonneschijn en regen,
Schenk aan ons allen een verbeurden zegen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1947
Daniel | 8 Pagina's