Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Schoolstrijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Schoolstrijd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1.)

De schoolstrijd — in hoofdzaak gevoerd in de 19e eeuw — is in feite geweest een strijd der geesten; een strijd tussen twee levensbeschouwingen. Vóór of tegen het onvoorwaardelijke gezag van Gods Woord en dus ook vóór of tegen de Christus der Schriften.

Dit is een strijd, die elke dag weer kan ontbranden — misschien is ze reeds ontbrand, maar zien we het niet altijd en doorzien we het niet ten volle, omdat ook de vijanden van God en Zijn belofte het naar Gods eigen Woord zullen uitroepen: „Ziet, hier is de Christus". Hebben zij niet reeds in hun vaandel geschreven: „Voor Christus, de Heer"? (Amsterdam, 1948.)

Zouden wij, kinderen der 20e eeuw, die het voorrecht hebben dat we vrije Christelijke scholen bezitten, zouden wij bereid zijn met dezelfde vreugde die offers te brengen, die onze vaderen uit de 19e eeuw zich hebben moeten getroosten omdat zij hun kinderen om des gewetens wille niet konden sturen naar de Openbare School ?

Laten we met elkander die schoolstrijd eens in korte trekken naspeuren. Er zal genoeg in zijn tot onze lering èn tot onze beschaming.

Misschien zal deze of gene zeggen: Is er ook bij die schoolstrijd niet veel Jehu's ijver, veel onheilig vuur geweest? Natuurlijk, evengoed als bijv. bij de Reformatie of bij de strijd van de Contra-Remonstranten. Maar, daarover zullen wij niet oordelen; daarover heeft God geoordeeld.

Ons doel zal bereikt zijn, als we zien, welke rijke zegen wij mogen hebben in het veelal bezitten van scholen van eigen richting en als we iets weten van de offers, het lijden en de strijd om het bezit van vrije Chr. scholen in de vorige eeuw.

Waarom was de schoolstrijd nodig geworden?

Dit is wel de eerste vraag die we met elkander onder de ogen moeten zien. Daartoe moeten we terug naar de toestand tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden in de 17e eeuw.

Als we het hebben over die Gouden Eeuw is er gevaar voor tweeërlei fout. In de eerste plaats de fout van het idealiseren der dingen. In de tweede plaats de fout van het kleinere der toenmalige toestanden. Voor geen van beide is plaats, maar wie eerlijk de geschiedenis van ons volk in de 17e eeuw benadert en daarbij speurt naar de Calvinistische draad in ons Volksbestaan, is telkens blij verrast als hij die vindt ook op die terreinen van het openbare leven, waar hij die nu node mist. En al was er ook toen veel, waarover Gods Woord de staf breekt, toch mogen we zeggen, dat de Staat toen had een Chr. karakter en dat daarom de Openbare Staatsschool was een School met de Bijbel.. Wie meer wil weten van de gezegende toestand op onderwijsgebied in de Gouden Eeuw, verwijzen we naar de betreffende brochure daarover van de Heer P. Kuit te Krabbendijke.

In de 18e eeuw — bekend als de eeuw van verval — komt er kentering. De natuuronderzoekingen nemen een geweldige vlucht. Aan het maatschappelijk deel van het onderwijs wordt steeds meer zorg besteed, maar geheel het onderwijs komt steeds meer onder invloed van het rationalisme, dat de rede verheerlijkte en alles, dus ook Gods Woord aan de verdorven menselijke rede onderwierp. Een godsdienst welke ons geopenbaard zou zijn door een Hoger Wezen, werd niet langer erkend; slechts een natuurlijke godsdienst.

Groot is de invloed van de Franse filosofen zoals Voltaire en Rousseau, vooral op de onderwijzers. Het doel van de opvoeding wordt verplaatst naar de tijd. En tegen deze verwording van het onderwijs ontbreekt de waarschuwende stem van de Kerk, omdat de Kerk zelf meer en meer komt in de ban van het rationalisme. In het jaar 1784 richt Ds Domela Nieuwenhuis, Doopsgezind predikant te Monnikendam, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op. Tekenend voor die tijd is, dat deze Maatschappij haar leden trekt uit de Remonstrantse, Doopsgezinde, Lutherse, Roomse en ook — Gereformeerde Kerk! De Maatschappij had dan ook in haar vaandel geschreven het woord „verdraagzaamheid". En dit was voor menigeen het toverwoord om te komen tot een gelukkige samenleving. Ontegenzeggelijk heeft deze Maatschappij veel gedaan voor de methodiek van het onderwijs, dus laten we zeggen: de onderwijskunst. Op godsdienstig gebied propageerde de Maatschappij echter, geheel naar de geest van de tijd: de leerlingen mogen geen leerstellig godsdienstonderwijs ontvangen. Spreek hen vrij over Jezus, doch niet als een Zaligmaker van hen die dood liggen in zonde en misdaden, doch als een verheven Voorbeeld, Wien na te volgen de kinderen zeker gelukkig zal maken. De catechismus, voorheen één van de voornaamste leerboeken op school, achtte de Maatschappij contrabande. Als we dit laatste bezien is er al genoegzame reden om de naam van de Maatschappij aan te vullen gelijk terecht gedaan is tot: Maatschappij tot Nut van 't Algemeen Verderf.

Het jaar 1789 brengt grote beroeringen in Frankrijk. De bekende Franse Revolutie. Het koningschap wordt afgeschaft. Grote omwentelingen op velerlei gebied. In 1795 komen de Fransen onze grenzen over, door de Patriotten met gejuich als bevrijders ingehaald. Alles wat aan het oude herinnerde werd afgebroken en moest worden opgebouwd op de grondslagen van Rousseau en Voltaire: „Geen God en geen Meester". Ons verdwaasde volk droomde van een nieuwe Maatschappij, waarin gelijkheid, vrijheid en broederschap de grote tot nu toe ongekende zegeningen zouden zijn.

Spoedig reeds werd het om de vrijheidsboom dansende volk ontnuchterd, en naarmate de armoede en ellende onder de Franse dwinglandij toenamen, begon het volk uit te zien naar de bevrijding. Deze kwam in 1813, na een 18-jarige overheersing. Oranje keerde weer en nam als Souvereine Vorst de teugels van het bewind in handen. „Holland was weer uit het stof herrezen." Ons volk voelde zich weer gelukkig onder de regering van Vader Willem.

En toch — al waren de Fransen verdreven, de ideeën der Fransen, de ongeloofs theorieën, waren niet mèt hen gegaan. Die hadden te diep wortel geschoten. Om die uit te roeien, zou nodig geweest zijn een onvoorwaardelijke terugkeer naar Gods Woord en — daarvoor was de massa van het Volk niet meer te vinden. Men behield wel uit kracht van traditie de Christelijke vorm, het kerkgaan, bidden en bijbellezen. Het ongeloof in zijn brute openbaring van tijdens de revolutie kon over het algemeen de mensen niet meer bevredigen. In de plaats daarvan kwam een algemene godsdienstige gezindheid.

Echter: een godsdienst zonder Christus, want de Christus der Schriften bleef uitgebannen. Men sprak gaarne van de „Voorzienigheid", het „Opperwezen", de „goede Vader aller mensen", maar niet van een God die in heiligheid toornt tegen de zonde. Inplaats van over „zonde" sprak men liever over „zwakheid", die naar haar aard vergeeflijk was. De heiligmaking noemde men voortaan „deugd." Wel aanvaardde men de Bijbel, maar onderworpen aan het menselijke verstand.

Deze geestesrichting, wel aangeduid met de naam van Supra-naturalisme, werd de heersende richting in de kerk èn in de school.

Daarin ligt de kiem voor de schoolstrijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's

De Schoolstrijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's