Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art.XIII

Bekijk het origineel

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis Art.XIII

Van de Voorzienigheid Gods en de regering aller dingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit artikel spreekt er verder van, niet alleen dat er geen geval of fortuin is, maar ook dat God alzo alle dingen bestuurt en regeert naar Zijn heilige wil; dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijn ordinantie. God alleen regeert en Zijn regering gaat over alle dingen, groot en klein. Ik formeer het licht en schep de duisternis, zegt de Heere. De Heere heeft Zijn troon in de hemelen gevestigd en Zijn koninkrijk heerst over alles (Psalm 103 : 19). Deze voorzienigheid Gods gaat, niet alleen over materiële dingen, maar ook over het denken en willen en handelen der mensen. Zij is in het algemeen het werk van de Drieënige God. Van het werk der voorzienigheid van de Zoon wordt getuigd o.m. in Coloss. 1 : 17: Hij is voor alle dingen en alle dingen bestaan tezamen door Hem. Van het werk der voorzienigheid van de Heilige Geest in Psalm 104: Gij vernieuwt (houdt in stand) het gelaat des aardrijks. Maar in het bijzonder is de voorzienigheid echter het werk des Vaders. In Zondag X van de Catechismus wordt van de voorzienigheid Gods dan gesproken als: De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met Zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen. Naar Gods eeuwige raad onderhoudt en regeert de Vader al het geschapene en het werk der voorzienigheid, waarvan Christus sprak: Mijn Vader werkt tot nu toe. Uw getrouwheid, zegt David, is van geslacht tot geslacht. Gij hebt de aarde vastgemaakt en zij blijft staan; naar Uw ordinantiën blijven zij nog heden staan, want zij alle zijn Uw knechten. Deze voorzienigheid Gods kunnen we onderscheiden in een algemene voorzienigheid over al het geschapene, een bijzondere voorzienigheid over de redelijke schepselen (mensen en engelen) en een zeer bijzondere, aller bijzonderste voorzienigheid over Zijn uitverkoren kerk. Zonder de wil des Vaders is het dat geen musje valt op aarde. Zijn wil is het dat gras uitspruit op de bergen en de gewassen op de velden een voedende kracht ontvangen voor mens en beest. En niettegenstaande dat de van God afgevallen mens zich verlieft tegen zijn Maker en Formeerder, Hem smaadt en hoont, geeft God de mens een woning om in te wonen, kleding om de naaktheid te bedekken en om er zich in te verwarmen, spijze en drank om zich te verkwikken. Voor Gods volk echter, ieder die Hem vreest, hetzij klein of groot, is het in het bijzonder troostrijk de daden der voorzienigheid Gods op te merken. Hij zorgt voor hen eer het leed genaakt en het geldt hun toch in het bijzonder dat zonder de wil des hemelsen Vaders geen haar vallen zal, daar zij alle geteld zijn.

Voor Gods volk staan ook, hoewel gescheiden, het werk der voorzienigheid en de verlossing in Christus niet los van elkaar. Zijn voorzienigheid in het bijzonder is het, die Zijn uitverkorenen verzorgt en bewaart in hun onbekeerde staat, hen leidt tot en hen vergezelt op de weg des levens. Voor ieder is het daarom noodzakelijk op te merken, dat alles ons komt van de hand des Heeren, ons oproept met aandacht te letten op de grote werken Zijner handen, om in afhankelijkheid van Hem te leren leven.

Wat de daden der voorzienigheid betreft onderscheiden we in. onderhouding, medewerking en regering. Onder de onderhouding verstaan we die almachtige kracht Gods waardoor Hij alles in Zijn wezen doet blijven, zodat het niet vernietigd wordt tot de door Hem bepaalde tijd. Verder geschiedt deze onderhouding door door Hem bepaalde middelen, door tussenkomst van tweede oorzaken (middellijk); andere dingen worden door God onderhouden zonder de tweede oorzaken en middelen, dus onmiddellijk. Onmiddellijk onderhoudt God de engelen en zielen der mensen. Mozes en Elia werden zonder spijs en drank veertig dagen onderhouden. Maar middellijk hield de Heere in de woestijn Israël in het leven door het manna uit de hemel. God heeft de mens aan de middelen gebonden, hoewel Hijzelf boven de middelen staat. In het natuurlijke leven heeft de mens bij ziekte de geneesheer te raadplegen en voor de genezing der ziel Gods Woord te onderzoeken, op te gaan onder de prediking, Gods aangezicht te zoeken in het verborgen.

Ook in de middellijke onderhouding is Gods weg soms wonderlijk. Werd niet Jozef naar Egypte gezonden om een groot volk in het leven te houden en is bij de weduwe te Sarphath de olie in de kruik en het meel in de fles verminderd? Zijn volk in het bijzonder mag het wel eens opmerken en ervaren dat de Heere hen voedt met het brood huns bescheiden deels. Hierom bad ook Agur: armoede of rijkdom geef mij niet, voed mij met het brood mijns bescheiden deels (Spr., 30). Zij, die de Heere vrezen, hebben geen gebrek aan enig goed; hun brood is zeker en hun water gewis. Een eenvoudige woning waarin Zijn wonderen van genade en voorzienigheid worden verheerlijkt is dan een huis Gods. Het weinige dat de rechtvaardige heeft, is dan meer dan de overvloed des goddelozen.

Lisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art.XIII

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1951

De Saambinder | 4 Pagina's