Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het huisbezoek’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het huisbezoek’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arme gezinnen, die zulke ambtsdragers op bezoek krijgen die alleen maar naar hun eigen verhalen kunnen luisteren. Is het dan vreemd dat mensen tegen het huisbezoek opzien? Natuurlijk niet! Zij ervaren het niet als een bezoek maar als een bezoeking! Is het vreemd dat tijdens zulke bezoeken de monden en de harten hermetisch gesloten blijven? Is het vreemd dat zoonlief liever op zijn kamer blijft? Natuurlijk niet! Niemand zit op zo’n bezoek te wachten. Vooral onze kritisch ingestelde jeugd niet. Wie daar geen oog voor heeft, moet niet op bezoek gaan. Die ambtsdrager moet maar wat anders gaan doen in de gemeente. Dat laatste klinkt natuurlijk niet zo aardig. Toch meen ik het in volle ernst. Een ambtsdrager die niet kan luisteren is een ramp voor de gemeente. Zijn optreden roept allerlei negatieve reacties op in de gezinnen. En dat kan de bedoeling van het huisbezoek niet zijn. De gemeente moet ernaar uitzien dat er weer bezoek vanuit de kerk plaatsvindt. Het probleem met de ambtsdrager die de hele avond bezig is met zijn verhalen, is dat hij niet in de gaten heeft dat hij het gezin pastoraal in de kou laat staan. Hij vindt zijn eigen verhalen erg mooi en hij meent dat de ander ze ook mooi vindt. Het gezin zwijgt uit respect voor het ambt en kijkt toe. Het zwijgende gezin drijft hem voort naar het volgende verhaal. De stilte is taboe. De kamer is vol met klanken maar de ontmoeting blijft achterwege.

Mogen er dan tijdens het huisbezoek geen verhalen verteld worden? Dat zeg ik niet. Maar verhalen zijn er om te illustreren. Ze mogen niet domineren. Wanneer het bezochte gezin iets persoonlijks vertelt, dan kan het gebeuren dat je als ambtsdrager heel bescheiden iets uit het eigen leven ernaast legt. Niet om daarmee het gehoorde verhaal terzijde te schuiven. Je vertelt je verhaal ter ondersteuning van het gehoorde. Zo wordt het gezin niet verlaagd tot publiek.

Ik heb mezelf vaak de vraag voorgelegd waarom we zo slecht kunnen luisteren. Waarom komt het niet tot echte communicatie? Waarom komen we zo snel met onze eigen verhalen op de proppen? Onze geachte ambtsdrager die we hierboven even schetsten zal die vragen niet stellen. Hij doet dat niet omdat hij de avond in het gezin totaal anders evalueert. Geen moment kwam het bij hem op om aan het zwijgende gezin de vraag te stellen waarom men zwijgt. Hun zwijgen stimuleerde hem om te spreken. U zult het daarom niet vreemd vinden dat onze ambtsdrager na het bezoek op weg naar huis tegen zijn medeambtsbroeder zegt dat hij het zo’n fijne avond vond. Ik hoor het hem al zeggen: ‘Ja, joh dat zijn nu adresjes waar je nog eens je woord kwijt kunt!’ En om dan na zo’n ontboezeming als ambtsbroeder eerlijk met hem om te gaan! Daar is moed voor nodig. Toch is het nodig. Ik raad u aan om met uw ambtsbroeder de avond door te spreken. Vraag hem in alle ernst: ‘Wat is er op het huisbezoek gebeurd? Heeft het echtpaar een serieuze kans gekregen om iets te zeggen? Waarom bleef die jongen boven zitten? Is het meisje dat wel aanwezig was opgemerkt en is haar iets gevraagd? Weet u nu van het gezin hoe het erbij staat op weg naar Gods rechterstoel? Waarom vond je het nu zo’n fijne avond? Was het omdat jouw woord aan het woord kwam?’

Vanzelfsprekend moet zo’n gesprek met de nodige tact en wijsheid gevoerd worden. Uw medeambtsbroeder zal wellicht na al uw vragen u verbaasd aankijken. Misschien kijkt hij u wel heel verdrietig aan. Dat zou een moedgevende reactie zijn. Maar ik twijfel eraan of hij u zo zal aankijken. Ik vermoed dat hij boos zal worden en dat hij uw vraagstelling in een verkeerd daglicht zal plaatsen. Hij zal in de kerkenraad naar steun gaan zoeken om zichzelf te kunnen redden. Ik zou u aanraden om er niet voor opzij te gaan. Wanneer u merkt dat over uw gesprek met anderen gesproken is, leg de zaak bij de voltallige kerkenraad neer. Vertel wat er op het huisbezoek gebeurd is en vraag de mening van het college. Moeten wij aan het woord komen of moet Gods Woord aan het woord komen? Dat is de vraag!

Hierboven werd de vraag gesteld waarom we zo snel of té snel met onze verhalen komen. De gestelde vraag moet beantwoord worden. Waarom luisteren we zo slecht? Ik weet maar één antwoord als het erop aankomt en dat is dat we in de kern van de zaak geen wezenlijke interesse in de ander hebben. Echte interesse lokt als vanzelf een gesprek uit. Maar gebrek aan belangstelling voor het ‘zijn’ van de ander drijft mij naar het verhaal. Met mijn verhaal voel ik me veilig. Het verhaal moet dienen om een echte ontmoeting te voorkomen. Ik geloof dat we ertoe overgaan uit angst voor heel persoonlijk getinte vragen. Het verhaal moet de innerlijke leegte camoufleren. Of zou het toch nog weer anders liggen? Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

‘Het huisbezoek’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's