Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dichters uit ons land en Frankrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dichters uit ons land en Frankrijk

BOEKENSCHAP

8 minuten leestijd

In deze Boekenschap staan we stil bij liet verzameld werk van een veelzijdig taalkunstenaar, Michel van der Plas, bij Franse dichters die de cultuurwereld daar veranderden en bij een mooie bloemlezing in boekvorm én op een cd met vaderlandse dichters vanaf de Middeleeuwen tot heden. Het eerste hier te noemen boek is dat van dichter en schrijver Michel van der Plas.

"De oevers bekennen kleur" heet een bundeling te zijn van zijn verzamelde gedichten. Dat laatste lijkt niet helemaal te kloppen; het is volgens insiders meer een zeer omvangrijke eigen bloemlezing uit Van der Plas' werk. Daarvoor koos hij uit zijn bundels vanaf "Dance for you" uit 1947 tot en met "Vaderland" uit 1991. Ook nam Van der Plas hier eigen vertalingen op van auteurs als T. S. Eliot, E. E. Cummings, W. H. Auden (Advent-reeks) en Paul Claudel. Aanleiding tot deze bundeling zou kunnen zijn dat Van der Plas -als Bernardus Gerhardus Franciscus Brinkel geboren, maar zo kent niemand hem meer- in 1992 65 jaar werd en vertrok als redacteur van Elsevier, waar hij in 1949 was begonnen.

Kerkliederen

De schrijver, journalist en dichter Michel van der Plas heeft een flink oeuvre op zijn naam staan. Na zijn debuut kreeg hij in 1949 voor "Going my way" de Jan Campertprijs. Later maakte hij naam als vertaler (ook van Heinrich Böll) en als liedjes- en tekstschrijver, onder meer voor cabaretier Wim Sonnêveld ("Frater Venantius", "Tearoom Tango") en anderen. Die cabaretteksten zijn vorig jaar verzameld verschenen. Daarnaast is de schrijver ook biograaf: van een dik boek over priester-dichter Guido Gezelle en van zijn vriend Godfried Bomans. Hij werkt nu aan een biografie over de vader van Lodewijk van Deyssel, de katholieke emancipator J. A. Alberdingk Thijm. 

Ook als dichter van religieuze teksten is de zich „kritisch-katholiek" noemende Van der Plas bekend. Kort geleden is aangekondigd dat hij samen met de zich als „soepel-hervormd" betitelende musicus Louis van Dijk een bundel van veertig kerkliederen zal schrijven voor rooms-katholieke vieringen. Die bundel moet onderdeel worden van een kerkmuzikaal project, waarvoor Van der Plas wel 150 kerkliederen levert. Hij werd gevraagd door de St. Gregorius Vereniging, min of meer tegenhanger van de protestantse Prof. G. van der Leeuw Stichting.

Traditioneel

In "De oevers bekennen kleur" -een versregel van Van der Plas die bijna klinkt als een berijmde psalmregelgaat het echter over zijn poëtisch en literair werk in engere zin. Dat zijn cycli of bundels als Edelman bedelman (gepeurd uit vroege bundels, zoals: Als ik koning was en De schelp). Een hemel op aarde. De dag van morgen, Achter de rattenvanger. Het ei van Columbus, Korte metten (met de verzen Bidden, Jezus, Credo, Berouw, Bomans en zo meer) en de in onze ogen nogal profane titel "God en omstreken" (met onder andere De goede moordenaar, Jezus in Jericho, Het huis des vaders en De Paus kust de grond). 

Het dichterschap van Van der Plas  is, zeker de eerste tijd, vrij traditioneel van vorm: veel sonnetten en andere rijmende en ritmische verzen. Het experiment gaat hij later niet uit de weg, maar een vernieuwer zoals zijn generatiegenoten de Vijftigers (Lucebert, Paul Rodenko) mag men hem niet noemen. Ook in deze niet-cabareteske verzen laat de humor hem niet in de steek, zoals blijkt uit zijn sonnet "Regentesselaan" over de daar wonende Willem Kloos, met de sublieme slotregels „Daar ging een god in 't diepst van zijn gedachten/ naar P. van Haastrecht voor een half ons ham". Een vergelijking met '"k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid" van J. A. Dèr Mouw (Adwaita) is hier wel op z'n plaats. 

Of Van der Plas zich als serieus dichter een blijvende plek in de historie der vaderlandse letteren zal verwerven, moet nog worden afgewacht. Aan zijn ijver en versproduktie zal het niet liggen. Ik kan me nu nog geen "klassieker" van zijn hand herinneren. Er is in "De oevers bekennen kleur" echter keuze genoeg.

Franse poëzie

"Geboorten van het vers" door Jan H. Mysjkin is een bundel met "Levende Franse poëzie" van het Poëziecentrum in Gent. Dit stelt dat de Franse dichters van deze eeuw de grote onbekenden zijn uit de wereldliteratuur. Wie kent en leest Guillevic, Jean Tardieu, Philippe Jaccottet, Yves Bonnefoy, André du Bouchet? Wie las "De wassende nacht" van Jacques Dupin, of "Het deel van de schaduw" van Jean Tardieu of werk van Jean Tortel? Dat de Franse taal een belemmering vormt, geldt na dit boek niet meer. Mysjkin levert van deze poëten een inleiding tot hun persoon en werk, een foto en een vertaalde keuze uit dat werk. 

Hij opent met een essay, "Geboorten van het vers", en betoogt dat in 1942 de Franse dichtkunst een beslissende wending nam met "Le parti pris des choses" (Namens de dingen) van Francis Ponge en "Teraqué" (Waterland) van Guillevic. Deze dichters kijken, aldus de bloemlezer, voor het eerst naar buiten, naar de wereld, niet langer naar hun eigen zieleroerselen. Zij breken met hun directe voorgangers, de surrealisten. Ze krijgen aandacht voor het elementaire, de materie, de dingen. Mysjkin schetst wat aan deze 'veertigers' voorafging.

Rousselot

Een complete literatuurgeschiedenis der 20e eeuw biedt hij niet. Na zijn essay beperkt zijn keuze zich tot "levende Franse poëzie" van de jaren 1940-1960. Mysjkin geeft slechts een staalkaart en wilde eerst zijn bloemlezing "Afbraak in aanbouw" in het tijdschrift Yang uit 1989 aanvullen. Het pakte toch wat anders  uit: hij koos elf nog in leven zijnde dichters die geboren werden in de jaren 1903 (Tardieu) tot Dupin (1927) en erkent dat de reeks moeiteloos uit te breiden was. Maar dan werd dit boekje te duur. Mysjkin meent dat deze elf, die direct op de surrealisten volgden, een aardig beeld geven van wat de dichters vanaf 1940 zochten en hoe hun werk aansloot bij het alledaagse leven. 

Indringend vond ik, naast andere verzen, het gedicht "Het is niet het idee van God dat sluimert/ Achterin steegjes waar de zon niet meer doordringt (...)" van Jean Rousselot in zijn cyclus "Bestaansmiddelen". Rousselot was politie-commissaris, maar besloot in 1946 van zijn pen te gaan leven. Dat betekende dat hij volgens Mysjkin zo'n tweehonderd boeken moet hebben geschreven: romans, biografieën in romanvorm, luisterspelen, bloemlezingen, studies, vertalingen. Hiervan leefde hij. maar zijn eigen poëzie schreef hij om zijn bestaan zin te geven. Die verskunst is wel een „kroniek van het menselijke leed" genoemd.

Boek en cd

Poëzie kun je lezen, maar ook horen, in een smaakvolle uitgave van Kwadraat, die al veel thematische bloemlezingen op de markt bracht. Ditmaal verscheen "O wereld, jij zingt, speelt en lacht", aanmatigend "De bekendste Nederlandse gedichten van alle tijden" genoemd. Dat klopt niet. Bovendien zijn lang niet alle heel bekende verzen hier opgenomen. Wel bijna honderd -soms ook meer van één dichter- vanaf Heinric van Veldeke ("So we mi scade an miner vrouwen") via Vondel, Luyken, Bilderdijk ("Uitvaart"), Staring, Gorter, Bloem (driemaal, waaronder "De gelatene") en Aafjes tot Wilmink, Bernlef, Neeltje Maria Min en Eva Gerlach ("De dorpelen en de gesloten vensters"). 

Het aardige van dit boek is wel dat het vergezeld gaat van een cd van ca. 65 minuten, waarop acteuren voordrachtskunstenaar Henk van Ulsen een vijftigtal gedichten leest. Het boek is chronologisch opgezet; de cd begint in omgekeerde volgorde: eerst de nog levende dichters, zoals Rutger Kopland, Eddy van Vliet ("Afscheid van mijn vader") of Remco Campert, daarna ouderen van Jan Campert ("De achttien doden"), Nijhoff ("De moeder de vrouw"), Willem Elsschot ("Het huwelijk"), Keuls en Boutens ("Goede Dood") tot Hieronymus van Alphen, Huygens, Revius ("Hy droech onze smerten"), landvoogdes Margaretha van Oostenrijk ("Minnelied" en de anonieme middel-Nederlandse liederen "Ghequetst ben ie van binnen", "Het lied van Halewyn" en "Het waren twee conincxkinderen".

Bekendste?

Dat Henk van Ulsen een groot, goed invoelend voordrachtskunstenaar is, bewijst hij hier niet voor het eerst. Zijn voordrachten, onder meer uit de bijbelboeken Job en Prediker, trokken alom de aandacht. Opmerkelijk vond ik het dat dit afluisteren van de cd mij andere perspectieven bood op sommige overbekende gedichten dan wanneer ik ze zelf meermalen stil of hardop las. Zo leek mij zijn interpretatie van Elsschots "Het huwelijk" (met "Tussen droom en daad/ staan wetten in de weg en praktische bezwaren") heel terecht. Maar "Zwerversliefde" van A. Roland Holst kwam er, in mijn oren, bij hem wat magertjes af. 

Zoals gezegd: 'de bekendste' gedichten van deze poëten zijn het niet altijd. Wèl Van Eycks "De tuinman en de dood" en Marsmans "Herinnering aan Holland" en misschien Luceberts "Ik tracht op poëtische wijze". Maar is "Goede Dood" het bekendste vers van Boutens? Ik geloof er niks van. Dezelfde bezwaren heb ik ook tegen de keuze van Achterbergs "Thebe", van Gorter (hier niets uit "Mei", maar "Zie je, ik hou van je"), Willem Wilmink, Jacob Israël de Haan, Vroman of Hans Andreus. Van wie de versregel is die de boektitel werd, staat niet vermeld. 

N.a.v. "De oevers bekennen kleur", door Michel van der Plas. Gebonden, met stofomslag van Co Westerik; uitg. Anthos/Lannoo, Tielt; 568 blz.; prijs 59,50 gulden; "Geboorten van het vers", door Jan H. Mysjkin; uitg. Poëziecentrum, Gent; paperback; 215 blz.; "O wereld, jij zingt, speelt en lacht"; uitg. Kwadraat, Utrecht; gebonden; 160 blz.; prijs incl. cd 39,90 gulden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 13 juni 1994

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Dichters uit ons land en Frankrijk

Bekijk de hele uitgave van maandag 13 juni 1994

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's