Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SPREKEN OVER … GENADE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SPREKEN OVER … GENADE

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn in de periode van de huisbezoeken. Veel onderwerpen komen in de gesprekken aan de orde. Uit de praktijk van het dagelijkse leven, de wereld, de kerkelijke gemeente, de prediking. Allerlei meningen worden gegeven. In ieder huisbezoek wordt uitgezien en toegewerkt naar een centraal punt. Als ambtsdrager zoeken we het hart van hen die we bezoeken. In dit artikel willen we enkele opmerkingen maken en een handreiking bieden om te spreken over een van de kernpunten van het christelijk geloof en de geloofsbeleving.

Hoe staat het in dit gezin, bij deze broeder en zuster, met het delen in en het leven in de genade?

Het is onze roeping om daarvoor aandacht te vragen in het gesprek. Het is ook onze roeping om te leiden op de weg van de genade. Het is niet onze roeping om over mensen en hun genadestaat te oordelen.

We raken een gevoelig punt als het gaat over genade en of die gekend wordt. Wij zijn daar zelf ook helemaal bij betrokken en staan niet boven of tegenover hen die we bezoeken.

Wat is genade?

Veelkleurige, menigerlei genade. Dat is de uitdrukking die in de bijbel gebruikt wordt. Je denkt aan een regenboog. Genade is iets goeds, moois en positiefs. Over de kleuren van de regenboog kun je spreken. Over de kleuren die voor het oog zichtbaar zijn en zelfs over de kleuren die niet voor het oog zichtbaar zijn zoals infrarood en ultraviolet. Je moet ogen hebben om genade te zien. Kan een blinde kleuren zien? En je moet gevoel hebben om de werking van genade die je niet ziet toch te ervaren, zoals de goede werking van infrarood.

In ons taalgebruik heeft het woord ‘genade’ niet een positieve klank; let bijvoorbeeld op de uitdrukking ‘genadebrood eten’. Daar zit de ergernis in dat je niet jezelf kan redden en aangewezen bent op de vriendelijkheid van een ander. Toch hebben we te maken met een woord dat we nooit zullen kunnen opgeven, omdat het bij wijze van spreken op iedere bladzijde van de bijbel voorkomt. De Schrift is ervan doortrokken.

Het is allereerst een feestelijk, blijmakend woord. Genade hoort onafscheidelijk bij God. Het is zijn toegenegenheid tot mensen die dat niet verdiend hebben. Zijn aangezicht, in gunst tot ons gewend. Veelkleurig als een regenboog, zichtbaar en onzichtbaar leven we dagelijks onder de blijken van Gods genade.

Algemene genade

Het is Gods algemene genade die het laat regenen en de zon laat schijnen over goeden en bozen. Het is algemene genade van God dat er een besef van de wet van God in ieder mens is. In een huisbezoek kan een deel van het gesprek bestemd zijn om over de algemene genade te spreken. Dat betekent: spreken in het algemeen over alles wat God doet en geeft in de wereld. Het element van het christelijke geloven speelt daarin een rol, dat vastgehouden wordt dat wat in de wereld is het kenmerk van genade van God draagt, de genade van zijn geduld en van zijn lankmoedigheid en verdragen van zondaren. Immers wij zijn niet op huisbezoek om de situatie in de wereld te doorlichten, oorlogen en rampen te verklaren. Juist daar zit de moeite: we houden vast dat God in oneindige genade vasthoudt en lankmoedig is over de wereld en waarom is het vaak zo’n eilende en zo’n verdriet. Niet alleen door wat zondige mensen elkaar aandoen, maar ook door rampen en ongelukken buiten directe schuld van mensen. Het geloof doet ons zeggen: ook al kunnen we heel veel niet begrijpen, toch mogen we niets afdoen van Gods genadig omgaan in algemene zin met de wereld en de mensen. Bij een huisbezoek met als thema: genade, kunt u aandacht geven aan verschillende kleuren oftewel gebieden waar de genade van God blijkt en werkzaam is. Dat ligt op het terrein van wat we de algemene genade van God noemen. Geduld, lankmoedigheid, verdraagzaamheid, rechtsorde, gezondheid, gezinsleven, gevoelsleven. Genade van God die heel het bonte leven van alledag kleurt. Gebruik je daarvoor het woord genade dan spreek je in het geloof. Dan blijkt ook het karakter van het geloof dat aangevochten en bestreden wordt en dat zegt: en toch is God genadig.

Immers, er zijn niet alleen de lichte kleuren van Gods genadige gezindheid tot ons. Er zijn zoveel donkere kleuren van nood en ramp en verdriet, die elke genade lijken te verduisteren. Het is een ingrijpende zaak en het vraagt eenheid van geloof van alle betrokkenen in een gesprek op huisbezoek om de geloofstaal te blijven spreken dat Gods doen in deze wereld een genadig en barmhartig handelen is, ondanks onze zonden. In het huisbezoek kan samen besproken worden waar en hoe in het concrete leven van de bezochte familie zaken als gezondheid, studie en werk beleefd worden in hun genadekarakter, namelijk niet als Verdienste of eigen werk, maar als onverdiende tekenen van Gods toegenegenheid.

Zeker jongeren die de wereld aan het ontdekken zijn en hun plaats daarin zoeken, kunnen veel aandacht in het gesprek over deze algemene genade vragen. Het blijft belangrijk aan God niets ongerijmds toe te schrijven, ook al moeten we de pijn van onvolkomenheid en menselijke schuld dragen. De geschiedenis van Job biedt tal van aanknopingspunten.

Al kan een huisbezoek gevuld worden met het spreken over de algemene genade, we zullen ook hebben te spreken over de speciale, bijzondere of particuliere genade.

Niet los verkrijgbaar

Vervolgens is genade een zaak die niet geïsoleerd en op zichzelf staat of los verkrijgbaar is.

Dan blijft de genade vaag en onbepaald. Genade is verbonden met het hart van God, de daden van God als de oorsprong en bron. Uit louter genade. Puur het hart van God zien of ervaren kunnen wij niet. Bij voorbeeld: Gods genade en waarheid zijn verschenen in Jezus Christus.

Er moet een verbinding met iets of iemand zijn

Het is bijzondere, speciale genade van God als we spreken over reddende, zaligmakende genade. Die is onderscheiden van de algemene genade.

De particuliere, persoonlijke, bijzondere genade is de genade van de verkiezing, de genade van de wedergeboorte en de bekering, de genade van het geloof, van de rechtvaardiging en de heiliging van de zondige mens. Het is genade van… het is genade voor…, het is genade en … zonde, het is genade en … waarheid. Altijd is genade verbonden met iets anders.

Je kunt de invulling van genade ook met een bijvoeglijk naamwoord uitdrukken: helpende, levendmakende, ondersteunende, voorkomende, bekwaammakende, heiligende, inwonende genade. Genade wordt daardoor concreet gemaakt. Het lijkt me spannend om uw gedachten helder te maken op dit punt. Weet u wat er met die verschillende bijvoeglijke naamwoorden wordt bedoeld? Kent u de vormen en blijken ervan in uw persoonlijk leven? De genade blijft zo niet vaag en onbepaald. Wat God doet en wat in ons leven is, is doortrokken van het kenmerk van genade. God zoekt ons daardoor op. Hij stelt zichzelf tot ons in een relatie. Dat heet een verbond. Dat verbond heeft als kenmerk: genade. Vandaar: een verbond der genade.

Wat proeft een mens in alles wat God doet? Het heeft de smaak van genade, vriendelijkheid, gunst, ontferming. Zijn dat dan altijd dingen die ons bevallen? Nee. Is er genade in ziekte en nood en alle verschrikkingen waardoor een mensenleven geteisterd wordt? Op de korte termijn niet, met de lange adem van God wel. De apostel Petrus spreekt in zijn brief over de genade van het lijden om Christus’wil. De apostel Paulus en zijn lijden door de ‘doom in het vlees’ waartegenover God zegt: Mijn genade is u genoeg.

De persoonlijke genade ter sprake brengen

We komen tot de kern van een huisbezoek als u leiding moet geven aan het gesprek over het kennen en beleven van de zaligmakende genade in het leven van een broeder en zuster en hun kinderen. Aan de hand van de belijdenis van de kerk kunnen we het een en ander verhelderen.

U stelt de vraag: Hoe beleeft u het geloof in Christus? Daarbij laten we ons leiden door wat de belijdenis van de kerk in de Dordtse Leerregels zegt. Dat is immers de belijdenis die het meest over de ervaring van de gelovigen schrijft in overeenstemming met Gods Woord.

De kern van de Leerregels is dat het geloof een gave van God is, die de Here aan niemand verschuldigd is te geven. Alles moet van God komen en toch wordt de mens geheel ingeschakeld. Zonder ons en in ons werkt God. Wij werken ook zelf. En toch wordt alles aan God toegeschreven: het hele werk van onze redding uit louter genade om de Verdienste van Christus’ volbrachte werk. Dat is het werk van het bevrijden van het grootste kwaad en brengen tot het hoogste goed. Hoe moet je dat verwoorden als je tegenover gemeenteleden zit die het goed gaat, geen vreemde dingen doen en zich aardig thuis voelen in het leven in de wereld? Het vreemde en aanstootgevende van het van de genade van God leven komt dan naar voren.

De ‘staat’ van de mens

We moeten aandacht vragen voor de staat van de mens. Met het woordje ‘staat’ wordt bedoeld de situatie, het gesitueerd zijn van de mens. De belijdenis spreekt over de staat van het verderf waarin ieder mens verkeert. Ook de kerkmens, ook de gedoopte kerkmens verkeert in die verderfsituatie. Die situatie, dat gesitueerd zijn in het verderf, in de verlorenheid is een staat waarin we door eigen schuld van Adamswege geraakt zijn. Aan onze kant zijn er geen mogelijkheden daaruit te komen. De algemene genade kan ons niet helpen, de wet van Mozes helpt ons nog verder van huis, onze vrije wil ten goede is er niet. Verstand, hart, wil en gevoel zijn bedorven als het gaat om God en goddelijke zaken. God staat in Zijn recht als Hij ons oordeelt. God is ook ten volle barmhartig. Daar verschijnt stralend de genade. De Here laat het er niet bij. Hij ontfermt zich. Het verstand wordt verlicht, de wil gebogen, het hart vernieuwd, de genegenheden geheiligd. Dat is het grote goddelijke werk van genade in een klein mensenleven. Verkiezing, roeping, wedergeboorte, geloof, bekering, rechtvaardiging en heiliging tot de volmaking in de verheerlijking. Door dit werk van genade van God wordt de ‘staat’ van de mens veranderd. Het gesitueerd zijn in het verderf wordt een gesitueerd zijn in de ‘staat’ van genade. Bijbels gesproken: de oude mens wordt vernieuwd, de nieuwe mens staat op; er is een ‘vroeger’ in de duisternis, er is een ‘heden’ in zijn wonderbaar licht. Hier komt de ernst naar voren van onze verantwoordelijkheid. In het heden komt de genade van God tot ons, het is een ‘heden der genade’. Men moet niet uitstellen en op de lange baan schuiven.

Het tijdstip

Wanneer je op huisbezoek spreekt over die verandering van positie, staat en situatie van de mens komt zeker de vraag: Wanneer is dat? Moet je dat kunnen aanwijzen? Hier komt de verscheidenheid aan de orde van de verschillende theologische tradities. Zo’n krachtige omzetting van een mens moet op een bepaald tijdstip zijn aan te wijzen. Er is immers zielenstrijd, kwelling in het geweten, gevoel van verlorenheid en een komen tot het licht.

Het klinkt zakelijk, maar er is niets wat gevoeliger ligt dan iemand op huisbezoek persoonlijk vragen naar de weg van het heil van God in het persoonlijke leven. Daar kan makkelijk een stilte in het gesprek vallen. Probeer het wat anders te doen dan een theoretische discussie over de heilsorde en heilsvolgorde. Er zijn in het gewone leven aanknopingspunten bij ieder mens waar hij veranderde van gedachten, waar schuld bekend en recht gevonden werd, waar ondersteuning werd gegeven in moeiten. Ik kijk nu eens naar Amerika. De strenge puriteinen hechtten aan zo’n ingrijpende en opvallende verandering. Psychisch kan dat gevaarlijk zijn. Er kwam in de negentiende eeuw dan ook een sterke reactie tegen de overwaardering van de bekeringservaring. Die reactie ging veel meer uit van een geleidelijke ontwikkeling en opvoeding in de genade en ging milder om met de mensen. Bij ons in Nederland kreeg dat de vorm van de idee van de veronderstelde wedergeboorte waardoor het moment van de verwisseling van de staat al heel vroeg werd gezien. Een kind werd nagenoeg als wedergeboren geboren. Het werd gezien als zijnde in de staat van de genade. Tot op de dag van vandaag ligt hier een spanningsveld en hebben we er in de huisbezoeken mee te maken. Hoe zien we de gemeenteleden? Met het oordeel der liefde, naar wat de mond belijdt en wat het leven niet weerspreekt, dus als in de staat van genade of zien we hen als nog niet onder de genade? In onze kerken staan we niet naar het benadrukken van een veranderingsmoment. Alleen bij aanstaande predikanten wordt er een onderzoek naar gedaan.

In onze kerkorde staat nog bij één gelegenheid dat er een onderzoek moet worden ingesteld naar roeping en genadestaat, normaal wordt er gesproken over een onderzoek naar de verhouding tot de Here en de beweegredenen om te staan naar het ambt. Een vloeiende overgang is gemaakt in de kerkorde om te spreken over de verhouding tot de Here in plaats van iemands genadestaat te onderzoeken.

De conclusie moet zijn dat we op huisbezoek voorzichtig moeten omgaan met het spreken over het tijdstip en de intensiteit van de eenmalige, eerste genade-ervaring; het is beter de Here te volgen in zijn vele, durende, geduldige genadebewijzen door heel het leven.

Waar werkt de genade van God?

Ten slotte is de vraag belangrijk naar de vindplaats van de genade. Genade van God is daar waar het Woord van God verkondigd wordt en de sacramenten gevierd worden. Woord en sacrament zijn de middelen van de genade. Genade is in Gods huis. Daar wordt ze gezocht: O God, wees mij zondaar genadig. En gevonden. Preken is genade toezeggen. Huisbezoek doen is genade toepassen in de persoonlijke situatie. Met uw woorden het Vaderhart van God ontvouwen voor de u toevertrouwden.

Innerlijk is de genade in het persoonlijk leven te ervaren in het hart dat opengaat, het verstand dat verlicht wordt, de wil die gewillig gemaakt. De manier van die werking kunnen we niet helemaal begrijpen, maar we zijn daarin gerust dat we weten en gevoelen dat we door deze genade van God met het hart geloven en onze Zaligmaker liefhebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

SPREKEN OVER … GENADE

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's