Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEMEENTEBESTUUR (47) IN RELATIE TOT:  DE NIEUWE WET VERMOGENSSANCTIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMEENTEBESTUUR (47) IN RELATIE TOT: DE NIEUWE WET VERMOGENSSANCTIES

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat in de bijdrage van de heer C. den Uil in „De Banier" van 21 juni jl. v/erd voorbijgegaan aan het sinds 1 mei 1984 geldende nieuwe stelsel van geldboetecategorieën en strafbepalingen in gemeentelijke verordeningen informeer ik u onderstaand over deze materie, waardoor het aangehaalde artikel wordt geactualiseerd.^)

Op 1 mei 1983 is de Wet Vermogenssancties inwerkinggetreden, waardoor een volledige herziening van het systeem van geldboete in het strafrecht is gestart. Tot voor kort werden in strafbepalingen van wetten, algemene maatregelen van bestuur en verordeningen geldhoetebedragen genoemd.

In het vervolg gaat gewerkt worden met de aanduiding van geldboetec^tegorieën. Doel van de Wet Vermogenssancties is te komen tot een vereenvoudiging in het ondoorzichtige stelsel van geldboetes, waarin voor de verschillende strafbare feiten specifieke geldboetemaxima gelden.

Door de regeling van artikel 24 (oud) van het Wetboek van Strafrecht was immers voor feiten waarop naast vrijheidsstraf geldboete was gesteld, maar het maximum van die boete in concreto niet voldoende werd geacht, oplegging van een hogere boete mogelijk (maximaal ƒ 10.000, — voor feiten waarop gevangenisstraf van niet meer dan drie maanden of hechtenis was vastgesteld).

Het andere doel van de Wet Vermogenssancties is de toepassingsmogelijkheden van de geldboete te verruimen. In de hoogte van de op vele strafbare feiten gestelde boetemaxima kwam de ernst van het delict niet meer tot uitdrukking. Sommige maxima waren zelfs van bijna symbolische betekenis geworden. In artikel 23 (oud) van het wetboek van Strafrecht was het minimum van de geldboete „vijftig cents". Dit minimum is bij de wijziging opgetrokken tot 5 gulden.

Het ontbreken van adequate sanctiemogelijkheden kan een ernstige belemmering vormen voor een doelmatige strafrechtelijke handhaving van wettelijke voorschriften. In het nieuwe artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht is voorzien in de volgende zes geldboetecategorieën, aan de hand waarvan een geldboete voor strafbare feiten kan worden opgelegd: de eerste is ƒ 500, de tweede is ƒ 5.000, de derde is ƒ 10.000, de vierde is ƒ 25.000, de vijfde is ƒ 100.000, de zesde is ƒ 1.000.000, -

In het nieuwe artikel 24 van het wetboek van Strafrecht is vastgelegd dat „Bij vaststelling van de geldboete de rechter rekening houdt met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin hij dat nodig acht met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen."

De oude artikelen 23 en 24 zijn uit het wetboek van Strafrecht verdwenen. De aanpassing van de in het wetboek van Strafrecht en in enkele andere wetten vervatte delicten aan het nieuwe stelsel van geldboetecategorieën, heeft plaatsgevonden bij de Wet Indeling Geldboetecategorieën, die op 1 mei 1984 in werking is getreden. Daarmee is het overgrote deel van de frequent gepleegde strafbare feiten in boetecategorieën ingedeeld.

Bij deze wet is ook artikel 195 van de gemeentewet gewijzigd. Ik noem dit artikel hier specifiek, omdat het artikel van de heer C. den Uil (gemeentebestuur 47) in het nummer van 21 juni 1984 nog uitgaat van de oude regeling en derhalve niet meer up to date is.

Ik citeer hier de oude en nieuwe tekst van het artikel om u kennis te laten maken met de nieuwe formulering van strafbepalingen ter zake van de geldboetecategorieën.

Artikel 195 van de gemeentewet (oud) luidde:

„De raad kan op overtreding zijner verordeningen, voor zoveel daartegen niet bij een wet, een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening is voorzien, hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboe­ te van ten hoogste driehonderd gulden stellen, alsmede openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak."

Het nieuwe artikel 195 van de gemeentewet luidt als volgt: „De raad kan op overtreding zijner verordeningen, , hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste of tweede categorie stellen, alsmede openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak."

Om de gemeentelijke wetgever een zekere mogelijkheid te bieden de hoogte van de maximumboete te nuanceren, is op aandrang van de Tweede Kamer in zojuistgenoemd artikel de keuzemogelijkheid opgenomen om op overtreding van hun verordeningen geldboete te stellen van de tweede (ƒ5.000, -) of de eerste categorie (ƒ500, -).

De gemeentelijke wetgever mag niet differentiëren in zijn verordeningen: hij mag slechts kiezen voor hetzij de tweede, hetzij de eerste geldboetecategorie.

Omdat het nieuwe artikel 195 van de gemeentewet een zeer aanzienlijke verhoging van het boetemaximum inhoudt, behoorde de in artikel 196 geregelde strafverhoging bij recidive naar het oordeel van de wetgever geen consequenties te hebben voor de inde- Hng in geldboetecategorieën. De mogelijkheid van verdubbeling van de geldboete bij recidive is derhalve in artikel 196 geschrapt.

Bij de Wet Vermogenssancties is nog een aantal andere vernieuwingen ingevoerd, die ik hieronder kort wil omschrijven.

In het nieuwe artikel 9a van het wetboek van Strafrecht wordt voorzien in de algemene mogelijkheid van een „rechterlijk pardon". Dit is een schuldigverklaring door de rechter zonder toepassing van straf.

Voor alle bijkomende straffen geldt, dat deze ook steeds afzonderlijk, dus zonder toepassing van een hoofdstraf kunnen worden opgelegd. Bijkomende straffen zijn onder andere ontzetting van bepaalde rechten, plaatsen in een rijkswerkinrichting, verbeurdverklaring en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak (artikel 9 wetboek van Strafrecht).

Artikel 14c van het wetboek van Strafrecht opent de mogelijkheid om storting van een waarborgsom als bijkomende voorwaarde te stellen ingeval van een voorwaardelijke veroordeling.

Artikel 36e van het wetboek van Strafrecht maakt het de rechter nu mogelijk bij een veroordelende uitspraak de maatregel van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel op te leggen. Deze maatregel heeft vooral zin in gevallen waarin duidelijk sprake is van baten verkregen uit strafbare feiten, zonder dat daartegenover een direct benadeelde kan worden aangewezen. Deze ontneming werkt beter dan een hoge geldboete, daar het verband met de ernst van het feit verloren zou gaan.

Tenslotte is in artikel 23, lid 6, een overgangsregeling vastgelegd, indien in een regeling geen boetecategorie is bepaald: „Voor een overtreding, onderscheidenlijk een misdrijf, waarop een geldboete is gesteld, maar waarvoor (nog) geen boetecategorie is bepaald, kan de rechter een geldboete opleggen tot ten hoogste het bedrag van de eerste, onderscheidenlijk de derde categorie, indien dit bedrag hoger is dan het bedrag van de op het betrokken strafbare feit gestelde geldboete."

Ik hoop u hiermede enigszins een indruk te hebben gegeven van de wijziging van het geldboetesysteem in het strafrecht.

Bergambacht

H. F. J. van Erkel

De heer Den Uil zond deze bijdrage in in feb. 1984, zodat het niet up-todate zijn van zijn bijdrage niet aan hem is te wijten. Red.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 1984

De Banier | 16 Pagina's

GEMEENTEBESTUUR (47) IN RELATIE TOT:  DE NIEUWE WET VERMOGENSSANCTIES

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 1984

De Banier | 16 Pagina's