Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welke weersverwachting wilt u horen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welke weersverwachting wilt u horen?

KNMI krijgt steeds meer concurrentie

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is geen dankbaarder onderwerp om over te praten dan het weer, maar eris geen ondankbaarder onderwerp om te voorspellen dan datzelfde weer.Dat ondervinden alle officiële en officieuze weermannen die Nederland rijkis. Het KNMI is zijn monopoliepositie snel aan het verliezen. Vanuit Paterswoldebedient Pelleboer al vele jaren zijn luisteraars met populaire weerberichtenen vanuit Gorredijk doet Hans de Jong hetzelfde. In Wageningen worden zelfs al weeringenieurs opgeleid pn een van de meteorologen van De Bilt staat ophet punt voor zichzelf te bfcginnen. Weersvoorspelling als handelsartikel opAmerikaanse leest geschoeid Over één ding zijn academici en amateur heteens: voorspellen blijft mensei^erk. Vier weerlieden over het weer, zichzelfen de anderen.

,,Wat denkt Pelleboer ervan." Door de jaren is dit een gevleugelde uitdrukking geworden wanneer het weer ter sprake komt. Toen de bekende weerjournalist zo' n dertig jaar geleden z' n baan bij het KNMI opzegde om voor zichzelf te beginnen leek het een gewaagde onderneming. Nu is zijn naam in heel Nederland een begrip. Toch is de 62-jarige Jan Pelleboer uit het Groningse Paterswolde niet de gevierde man geworden. „Die bekendheid is helemaal niet zo leuk," vertelt hij in zijn sappige dialect. ,,De mensen zijn vreselijk brutaal. In de zomer loop ik met een zonnebril op en een mooi petje waardoor ze m'n grijze haardos niet zien. Dat moet wel, omdat ze m'n koppie nog van de TV herkennen. Televisie is een vreselijk indringend medium. Daarom ben ik ermee gestopt. Iedereen zit te loeren en ze maken overal opmerkingen over. ,,De volgende keer moetje letten op de das. Die paste niet bij het jasje". Zulke raadgevingen kreeg ik via de telefoon. Ik heb ook een paar brieven liggen over het haar. Dat zat niet goed. Ik moesteen andere kapper nemen. Dat gezeur word je zat. Niets is zo betrekkelijk als roem. Als ik hier over de grens stap is Pelleboer ganz unbekannt. Wat heerlijk hè."

Vrijbuiter
Schrijven over het weer zit Jan Pelleboer in het bloed. Als schooljongen schreef hij iedere morgen de minimumtemperatuurvan de afgelopen nacht op een blaadje en prikte deze publikatie met een punaise vast op de schuurdeur bij een café in de buurt van 's Heerenbroek. Toen hij na de Tweede Wereldoorlog bij het KNMI terecht kon greephij die mogelijkheid met twee handen aan en verliet de landbouwschool. Bijna tien jaar was hij werk_ zaam op vliegveld Eelde, een nevenvestiging van De Bilt.
In zijn vrije tijd hield hij lezingen voor landbouwverenigingen en schreef artikeltjes over het weer voor verschillende kranten. Een nieuwe directeur van het KNMI had helaas weinig fiducie in de nevenactiviteiten van zijn personeel en maakte er een einde aan. ,,Dat was die man z'n goed recht," vindt Pelleboer, ,, maar het was voor mij een reden om af te haken. Ik ben doorgegaan in de freelance sector en dat bevalt me nog steeds prima. Kijk, ik ben nogal een vrijbuiter. Dat heb je als je van een boerderij komt. Dan word je nooit een ambtenaar.

Pelleboer brak in zijn presentatie van het weerbericht met de wat dorre wijze van berichtgeving die het KNMI kenmerkt. Dat wil niet zeggen dat hij onzin verkoopt. De serre van zijn woning is ingericht als professioneel weerstation. Elk half uur rollen de Europese weerkaarten uit een apparaat. Een klein scherm vertoont de satellietwaarnemingen die opgevangen worden door de schotelantenne op het keukendak. Op het bureau liggen de weerkaarten uitgespreid.

Weerbandje
De onderlinge verhouding tussen het KNMI en Pelleboer is prima. ,,Alsje elkaar een hak kunt zetten zul je het niet laten", grijnst hij, , ,maar het gebeurt nooit op een vervelende manier." Dat de weerdienst van Pelleboer in een behoefte voorziet toont de teller naast het weerbandje dat onophoudelijk draait. Gemiddeld wordt zo'n 3000 keer per dag 05907-5907 gedraaid; in het hoogseizoen loopt dit op tot pakweg 7000., ,Ik zal het even voor je draaien," zegt Pelleboer bereidwillig en duwt me de telefoonhoorn in handen. Direkt herken ik het karakteristieke hoge stemmetje. Zo nu en dan verspreekt hij zich of aarzelt even, maar dat geeft allemaal niets.,, Ik doe het altijd uit de losse hand," zegt hij als ik de hoorn heb neergelegd. 
,,Om één uur is het weer zo ver. Kijk, hier heb ik een microfoon. Dan druk ik op deze knop en ik begin. Op dit klokje zie ik wanneer m'n minuut om is. Dat moet je natuurlijk een beetje uitmikken, maar dat leer je vanzelf. Ik zet vooraf geen letter op papier." Door zijn ongedwongen manier van spreken hebben de luisteraars nauwelijks de indruk dat ze naar een bandje luisteren. Zodoende heeft de weerdienst van Pelleboer ook een sociale functie in de diepere zin van het woord. ledere avond draait een depressieve vrouw uit Den Haag het bekende nummer. Ze valt veel sneller in slaap als ze Pelleboers vriendelijke stem heeft gehoord. . .

Schelden
Schelden op het weer is volgens de Groningse weerjournalist een typisch Hollandse eigenschap., ,In ons land wordt wat afgezeurd,'' zegt hij geïrriteerd.,,Morgen wordt het warmer. Dat duurt geen twee dagen of ik hoor: ,,Nou, het hoeft voor mij niet warmer. Moet het nu zo." Dan wordt het iets koeler. „Nou, buiten zitten kun je niet meer. Een zomer van niks." Altijd die negatieve benadering. We hebben soms mensen aan de telefoon die ons gewoon uitschelden. ,,Hoe kom jij aan dat slechte weer. Kun je er niet wat anders van maken. '' Dat is toch idioot. Pelleboer verwacht niet dat een ander zijn taak over zal nemen als hij een punt achter zijn loopbaan zet. ,,Je moet voor dit werk een beetje weergek zijn," meent hij. ,,Wij gaan twee keer per jaar een weekje met vakantie, maar dat is ook het maximum, ledere morgen sta ik om zeven uur gereed. Bovendien heeft het KNMI een zwaai genomen naar een populairdere berichtgeving, dus de verschillen zijn kleiner geworden. Ik denk dat het tijdperk van weerjournalisten zoals De Jong en Pelleboer bijna voorbij is."

Leek
De stelling dat iemand alleen een goed meteoroloog wordtals hij,,weergek" is hoor ik ook uit de mond van prof. dr. ir. L. Wartena, de enige full-time hoogleraar in de meteorologie in Nederland. Naast verschillen bestaan er veel punten van overeenkomst tussen Pelleboer en de hoogleraar aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen. Ook prof. Wartena werd 62 jaar geleden geboren, is afkomstig van een boerderij, was van jongsaf geïnteresseerd in het weer en bleef ondanks de grote bekendheid die hij in de meteorologische wereld verwierf de eenvoud zelf. Zijn professoraat combineert hij met noeste landarbeid. Tot voor kort mestte hij op zijn boerderij in het Achterhoekse Bredenbroek nog varkens, maar dat is hem te veel geworden. Het opfokken van pinken en bewerken van een moestuin van zo'n 1500 vierkante meter wil hij echter nog niet laten schieten. In zijn manchester broek en blauwe schipperstrui voldoet de tanige meteoroloog in geen enkel opzicht aan het beeld dat het woord professor oproept.,,ledere vakmeteoroloog moet de inborst hebben van een weeramateur," vertrouwt hij me toe. ,,Als ik 's nachts wakker word loop ik direct naar het raam om te zien hoe het weer zich in de laatste uren heeft ontwikkeld. Bij wijze van spreken zou ik in staat zijn om mijn vrouw te wekken en te vertellen dat de bewolking gebroken is." Volgens prof. Wartena kan de leek, die meestal niet vertrouwd is met het kansbegrip, het weerbericht slecht beoordelen. ,,Als de kans op neerslag zeventig procent is," aldus Wartena, ,,en men ziet geen regen, dan is het weerbericht niet uitgekomen, ook al heeft zeventig procent van de Nederlanders wel regen gezien. Laatst kwam de weersvoorspelling op bijna alle punten uit. We hadden droog weer voorspeld, oostenwind, windkracht drie, een dauwpunt van twaalf graden, half tot zwaar bewolkt. Alleen met de temperatuur zaten we ernaast. Het werd geen vijfentwintig maar twintig graden. Dan zegt het grote publiek: ,,Er klopt weer niets van.'' Dat is te veranderen door een betere presentatie van het weerbericht. Men ervaart dat als een verbetering van de voorspellingen, terwijl er meteorologisch niets verandert."

Regionaal
Sinds 1 mei van dit jaar kan prof. Wartena zijn denkbeelden in praktijk brengen. Van maandag tot en met vrijdag verzorgt hij met enkele studenten van de Landbouw Hogeschool drie keer per dag een regionaal weerbericht voor een omroep in Gelderland. ,,We doen dit vooral om studenten die de theorie achter de rug hebben en voldoende praktijkervaring bezitten vertrouwd te maken met het werken tegen de klok," vertelt prof. Wartena. ,, Achter de microfoon kun jeniet zeggen:,,Ik moet nog even wat nakijken. Het is een mooi gezicht als je ze met een rooie kop, trillend van de zenuwen, voor de eerste keer in de studio ziet zitten. Het is wel belangrijk datje in zo'n uitzending voortdurend op je woorden let. Eén van de studenten voorspelde half mei dat het lekker weer zou blijven. Een kwartier later werden we opgebeld door een woedende astma-patiënt. ,,Hoe kun je zeggen dat dit lekker weer is! Het is een schandaal. Er zijn mensen die op de rand van de dood leven bij deze temperatuur." Tot 1 juli jl. beperkte men zich tot het geven van een regionaal populair wetenschappelijk weerbericht voor het Gelderse publiek, maar dat was niet het uiteindelijke doel van prof. Wartena. ,,De land- en tuinbouw heeft behoefte aan zeer gespecialiseerde informatie," verklaart hij. ,,We doen nu het volgende. Wekelijks krijg ik enkele minuten om te vertellen wat in de komende dagen de meteorologische knelpunten voor de verschillende bedrijfstakken binnen de landbouw zijn. Ik word daarin bijgestaan door de landbouwvoorlichting. We gaan niet op de stoel van de boer zitten door bijvoorbeeld te zeggen: ,,Nu moetje maaien," maar we adviseren wel. We kunnen bijvoorbeeld binnen nauwe marges voorspellen hoeveel water de komende dagen in de regio zal vallen. Daar heeft een boer belang bij. Niet alleen of het gaat regenen maar vooral hoevéél het gaat regenen.

Weeringenieurs
Tot nog toe was meteorologie aan de Landbouw Hogeschool een bijvak, maar het is de bedoeling dat prof. Wartena vanaf 1986 meteorologische ingenieurs op gaat leiden. Via een overgangsregeling kan hij tot zijn zeventigste jaar hoogleraar blijven, aangezien de termijn om zijn plannen uit te voeren anders erg kort zou zijn. De weeringenieurs zullen naast de meteorologische kennis een brede landbouwkundige kennis moeten bezitten. ,,De ontwikkelingen gaan steeds verder,'' betoogt de Wageningse hoogleraar enthousiast. ,, Er zijn nu al computersystemen op de markt die boeren adviseren bij het nemen van hun beslissingen. Er wordt rekening gehouden met de stand van het gewas, de toestand van de grond en ga zo maar door. In die teelt- en bedrijfsbegeleidingssystemen is ook plaats ingeruimd voor de meteorologie. Dat gaat natuurlijk veel verder dan het geven van informatie via een regionale uitzending. Prof. Wartena is ervan overtuigd dat de behoefte aan een particulier weerbureau door deze ontwikkelingen steeds groter wordt, omdat het KNMI onvoldoende in staat is om op de vraag naar toegepaste meteorologische informatie in te spelen. ,,ln de eerste plaats ontbreekt de kennis,'' constateert hij, ,,en in de tweede plaats is een overheidsinstelling met strakke werktijden en allerlei regeltjes voor overuren voor deze markt niet flexibel genoeg.

Meteo-Consult
Het is de bedoeling dat het eerste particuliere weerbureau in ons land, MeteoConsult, nog dit jaar van start gaat. Momenteel worden serieuze onderhandelingen met de Landbouw Hogeschool gevoerd. ,,Dat wil niet zeggen dat we de samenwerking met het KNMI beëindigen," verklaart prof. Wartena. ,,lk denk dat beide instituten goed naast elkaar kunnen bestaan. Ik verwacht zelfs dat de behoefte aan globale informatie toe zal nemen. Dat leert de praktijk. Als mensen geïnteresseerd raken in gespecialiseerde informatie willen ze ook globaal op de hoogte blijven.'' De toekomstige weeringenieurs hoeven volgens prof. Wartena niet bang te zijn dat ze geen werk krijgen. , ,Ze kunnen op tal van plaatsen terecht," zegt de hoogleraar optimistisch. ,,Bij het KNMI, hopelijk bij Meteo-Consult, maar ook bij industrieën in verband met luchtverontreinigingsproblemen, bij waterschappen in verband met neerslag en verdamping en zo kun je nog wel even doorgaan. Binnenkort wordt iemand uitgezonden die moet assisteren bij het signaleren van een beginnende sprinkhanenplaag. Er zijn wel informatiesystemen die antwoord geven op de vraag wanneer sprinkhanen in een bepaald gebied massaal op zullen stijgen, maar waar ze naartoe gaan is een meteorologisch vraagstuk. Daarvoor heeft de gewone meteoroloog de benodigde kennis niet. Als in een vroeg stadium de bestemming van die sprinkhanen voorspeld wordt kan ontzettend veel schade voorkomen worden."

Zandkijker
Een weersverwachting maken voor een lange termijn is volgens prof. Wartena onmogelijk. Het zal derhalve duidelijk zijn dat hij weinig respect heeft voor de wijze waarop de media weerprofeten vaak voor het voetlicht plaatsen. ,,Ik vergeet nooit dat TV-programma over het weer,'' zegt hij zichtbaar geïrriteerd. ,,lnde studio zaten mensen van het KNMI, professor Schuurmans uit Utrecht, Jan Pelleboer, Hans de Jong en verder een zandkijker, een molenaar uit het midden des lands en meer van dat soort lieden. De vakmensen zijn in die anderhalf uur misschien vijf minuten aan het woord geweest. Verder hebben ze geen kans gekregen om iets te zeggen, ook al werd de meest ergeriijke nonsens uitgekraamd. Jan Pelleboer is een minuut of drie aan het woord geweest. Toen kwam de zandkijker die aan de zandkorrels kon zien hoe het weer in het komende half jaar zou worden. Die man kreeg onbeperkt het woord. Later zei iemand uit Hilversum tegen me:,, Wij geven objectief voorlichting. Het publiek moet zelf de keuze maken.'' Dat is toch te gek. Zo'n hocus-pocus figuur stellen ze op één lijn met professor Schuurmans." ,,Aan de hand van bepaalde stromingspatronen van de bovenlucht en meer van dergelijke gegevens kan eem meteoroloog wel proberen een bepaald weerpatroon te voorspellen," vervolgt prof. Wartena. „De Amerikanen doen dat. Ik kan me goed voorstellen dat bepaalde bedrijfstakken gebaat zijn bij zo' n weerprognose, maar het grote publiek moetje daarmee niet vermoeien. Wat heeft men aan de wetenschap dat de kans op een strenge winter geen tien, maar vijfentwintig procent is."

Particulier weerbureau
Het brein achter MeteoConsult, de 36-jarige meteorologische hoofdambtenaar bij het KNMI, ir. Harry Otten, laat er geen twijfel over bestaan dat er een grote markt is voor een particulier weerbureau. In 1980 werkte en studeerde hij een jaar aan de universiteit State College in Pennsylvania, waar hij naar eigen zeggen écht meteorologie heeft geleerd. ,,Vrijwel alle meteorologische studies, behalve die van prof. Wartena, zijn erg theoretisch gericht," licht hij toe. In Amerika maakte Otten kennis met de particuliere meteorologie. ,,Ik heb daar gezien datje de markt op een heel andere manier kunt benaderen door niet te wachten tot de klant naar je toe komt, maar zelf je diensten aan te bieden, nieuwe markten open te leggen en voorspellingen te geven waar de klant in zijn situatie wat aan heeft," verklaart de toekomstige particuliere meteoroloog. , ,In 1982 leek het nog onmogelijk om als particulier weerbedrijf aan de benodigde gegevens te komen. We willen de modelgegevens van het Europese weercentrum hebben. Die plukje niet uit de lucht. Hetzelfde geldt voor gedetailleerde Nederiandse weergegevens. Toen de situatie vorig jaar gunstiger werd hebben we besloten om de knoop door te hakken. Ik heb contact opgenomen met de toenmalige . directeur van het KNMI.Die bleek
wel achter de plannen te staan. We hopen dit jaar nog te kunnen beginnen, voorlopig met vijf man, maar dat zal waarschijnlijk snel uitgroeien tot het drievoudige. De bedoeling is om zo snel mogelijk continue-service te gaan verlenen, zeven dagen in de week vierentwintig uur. We hopen dat met een jaar te kunnen realiseren."

Bedrijfsleven
Hoewel Meteo-Consult het grote publiek niet zal vergeten zal het zich voornamelijk op het bedrijfsleven richten. ,,De hele natte sector zal een belangrijke klant zijn," verwacht Otten.,,Je kunt denken aan het verplaatsen van booreilanden waarbij een betrouwbare voorspelling van wind en golfslag erg belangrijk is. Je kunt ook denken aan de energiebesparingsmarkt en de landbouwsector. Er is grote behoefte aan specifieke weerkundige informatie. We gaan ervan uit dat de meteorologische markt met veertig procent vergroot kan worden. Daar hopen wij dertig procent van in handen te krijgen. Dat betekent dat het KNMI in ieder geval het eigen marktaandeel behoudt." Het spreekt voor zich dat de informatie niet gratis verstrekt zal worden. De opzet van een professioneel weerbureau vraagt een investering van een slordige miljoen gulden. Daarnaast zal Meteo-Consult in vijf gezinnen brood op de plank moeten brengen. Toch is Otten niet pessimistisch. ,, Het geld dat men uitgeeft voor onze meteorologische informatie krijgt men dubbel en dwars terug," meent hij. ,,Een tijdige waarschuwing voor nachtvorst kan één boer tienduizenden guldens besparen." Otten is ervan overtuigd dat de voorspellingen van Meteo-Consult beter zullen zijn dan die van het KNMI. „We lopen hier ten opzichte van Amerika ver achter," constateert hij. De voorspellingen zijn volgens Otten te verbeteren door het kennisniveau van de meteorologen te verhogen., ,Je hebt mensen nodig die een goede synthese kunnen maken tussen dat wat de computer voorspelt en dat wat men op de weerkaarten ziet," verduidelijkt hij. ,,De computer blijft een hulpmiddel dat geverifieerd moet worden met behulp van satellietfoto's, radaren andere middelen. Dat vereist een behoorlijke dosis kennis." De zelfverzekerde KNMIman verwacht overigens wel dat Meteo-Consult het KNMI met zich mee zal slepen. ,, Wat concurrentie kan geen kwaad," zegt hij cynisch. ,,Momenteel maakt het bij het KNMI niet uit of je een goede of een slechte weersverwachting maakt. Alsje héél slecht bent word je hooguit bevorderd naar de wetenschappelijke afdeling, omdat ze je in de operationele sector niet kunnen gebruiken. Zo is de gang van zaken in bijna alle overheidsinstellingen."

Stormrecorder
Iemand die weinig vertrouwen heeft in het toekomstige weerbureau is weeramateur Peter Cruyff uit Den Helder. Cruyff, die evenals Otten over een behoorlijke dosis zelfverzekerdheid beschikt, is in de meteorologische wereld geen onbekende. Vanaf 1974 heeft hij een eigen, volledig geautomatiseerd weerbureau dat hij naast zijn dagelijkse werkzaamheden runt. De opdrachten die hij ontvangt werkt hij 's avonds uit, waarna de gegevens per telex verzonden worden. Zijn weerberichten verschijnen in alle Noordhollandse dagbladen. Bovendien bezit hij een stormrecorder waarmee hij stormen kan voorspellen. ,,Er is geen behoefte aan duplicaten van het KNMI,'' verzekert Cruyff me. ,,Voor zover ik het nu kan zien wordt het weerbureau van Harry Otten dat wel. Er is behoefte aan specifieke informatie, vooral op het terrein waarop ik me gespecialiseerd heb. De stormvoorspelling." De stormrecorder, waarop inmiddels octrooi is aangevraagd, is door Cruyff zelfontworpen en vervaardigd. ,, Je kent de uitdrukking ,, stilte voor de storm" legt hij uit. De zuchtjes wind die je af en toe voelt zijn de^ voortekenen van een windveld. Als er een storm op komst is hebben die zuchtjes een bepaald figuur. Dat registreert de recorder. Zo kan ik een storm voorspellen die er nog niet is. Daar heeft de scheepvaart belang bij. Door vergelijking van de gegevens met die van vroegere stormen kan ik bepalen hoe sterk de storm wordt."

Ambtenaar
Het is een bekend feit dat het KNMI en inzonderheid Harry Otten weinig in de uitvinding zien.,,Otten zegt wel dat ze me vanuit het KNMIvolgen," verklaart Cruyff. ,,Dat vind ik leuk, datje als eenling een heel overheidsapparaat ertoe aan kunt zetten om je te volgen. Ze zijn blijkbaar toch wel benieuwd, maar ik voel er geen bal voor om verantwoording af te leggen aan het KNMI. Als ze iets willen weten op het gebied van wind kunnen ze zich als klant tot me wenden. De beste graadmeter is voor mij het aantal cliënten dat me benadert. Ik doe bijvoorbeeld zaken met Mobil-offshore. Als ik dat soort bedrijven in toenemende mate op me af zie komen doe ik het blijkbaar nog niet zo gek." Volgens Cruyff is er in de meteorologische wereld erg veel haat en nijd. ,,Bij het KNMI is een aantal mensen van mening datje het weer pas goed kunt voorspellen alsje een academische opleiding hebt," geeft hij als verklaring. Ik blijf erbij datje voor weerman een beetje in de wieg moet zijn gelegd.'' Pelleboer is wel op de hoogte van het gekibbel, maar houdt zich afzijdig.,, Peter is een zeer kiene jongen hoor," verzekert hij me, ,,maar hij spring misschien weleens wat verder dan z'n polsstok lang is. ,,Toch heb ik veel waardering voor 'm." Met een olijke knipoog vervolgt hij: ,,Hij is veel serieuzer dan ik hoor. Echt een beetje een ambtenaar hè."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

Terdege | 60 Pagina's

Welke weersverwachting wilt u horen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

Terdege | 60 Pagina's