BIDDEN.... hoe doe je dat ?
Wat een moeilijke vraag is dat! Bidden? Hoe moet je dat doen? O, zegt iemand, dat is niet zo-moeilijk; je vouwt je handen samen, je sluit je ogen... en je zeg je gebed maar op... Ik denk dat velen van jullie al lang ondervonden hebben dat het zo: eenvoudig niet is.
Ik denk dat velen van jullie al aan de weet gekomen zijn dat je het eigenlijk heel niet voor elkaar krijgt om te bidden zoals je denkt dat het moet.
Ik denk ook dat velen van jullie heel niet zo echt kunnen bidden zoals je over het gebed hoort spreken.
En weet je wat ik ook denk...? Dat je ook wel eens denkt dat je gebed toch niet verhoord wordt.
Denk niet dat je de eerste bent die met het bidden zit te tobben. Al velen voor jou hebben er mee geprutst. Velen voor jou hebben er geen raad mee geweten.
Toen ik als kind hoorde spreken over bidden, , begreep ik er niet veel van. Toen ik groter werd begreep ik alleen dat het gebed van een onbekeerd mens toch niet aangenaam was voor de I-Ieere. O, wat is dat soms een verdriet voor me geweest. Wat heeft het me als kind soms zeer gedaan dat ik niet bidden kon en eigenlijk ook niet bidden mocht !
Misschien kun je dat wei begrijpen. Je kent misschien dat benauwende zelf ook wel ?
En weet je wat het dan allemaal nog moeilijker maakte? Dan hoorde ik oude bekeerde mensen zeggen; „Je moet maar veel aan de Heere om een nieuw hart vragen". „Och, ja" dacht ik dan, „dat is het, want dan kun je alles aan de Heere vertellen. Dan mag je wel bidden".
Jonge vriend, vriendin ken je ook iets van die vragen en twijfels in je leven? Dat is niet zo. erg hoor! Je mag er wel blij mee zijn zelfs. Maar wat ik je wel raden wil; blijf er niet mee lopen, maar'vertel het aan de Heere. Weet je, Hij is helemaal niet die harde God zoals wij vaak denken. Hij is helemaal niet DE ONGENAAKBARE Hij is de God Die het ons toeroept: „Ik heb geen lust in de dood van de zondaar, maar daarin heb ik lust dat hij zich bekeert en leeft”.
Hij roept ons toe; WENDT U NAAR MIJ TOE, WORDT BEHOUDEN . . . !
Wendt U naar Mij toe . . . dat heeft met bidden te maken!
Bidden is ook; JE NAAR GOD WENDEN. NAAR GOD TOE GAAN. MET AL JE NOOD. MET AL JE VERDRIET. MET JE HELE ONBEKEERDE HART!
JA, MAAR HOE MOET IK DAT DOEN . . . ? Hoe moet ik naar God gaan?
Is dat echt een vraag voor je? Toh je daar echt wel eens mee? Kijk dan eens naar de twee jongetjes in dat versje dat hier bij staat.
Zie je ze in hun nood! Ze moesten er langs, en ze durfden met geen mogelijkheid. Ze zaten muurvast. Niemand kon hen helpen. Nergens konden ze heen. Er was geen uitkomst.
En dan stelt de ene het voor: BIDDEN..! Ja, maar dan moet je wel kunnen bidden. Anders helpt het toch niet. Dat is de reaktie van het ene kind.
Maar „Heere, zegen deze spijs en drank, Amen" Dat is de noodkreet van het andere jongetje.
In d'e Bijbel "staat „Het is vreselijk te vallen in de handen van de levende God !”
MAAR . . ; HET IS OOK HEERLIJK om te vallen in de handen van de levende God !
Dat hebben die twee kinderen ervaren. Met heel hun benauwde hart vallen ze voor de Heere neer. Met een helemaal verkeerd gebedje. „Dat is voor bij het eten", zouden wij zeggen.
„Zo mag je niet tegen God roepen, ZO' ongemotiveerd", zouden velen in onze tijd zeggen. „Het moet toch wel een beetje steekhoudend zijn, wat je aan God vraagt". Maar wat zegt God Zelf . . . . ?
Hij ziet van Zijn oneindig hoge, heilige hemeltroon, twee angstige mensenkinderen die heel hun angstig hart in Zijn handen leggen. Die zich geheel aan Hem overgeven. Hij ziet twee kinderen die nergens, heen kunnen. Die nergens meer heen willen dan alleen naar Hem. Twee kinderen die met hun onrust voor Hem buigen. Van Hem alles verwachten En zie het dan gebeuren
De handen van de LEVENDE GOD Zijn sterke handen (angstig sterk tegen al Zijn vijanden maar verrukkelijk sterk voor allen die Hem; zoeken) worden uitgestrekt om die twee kinderen te helpen Weg zijn de koeien ! Zo is God! Hij is die God van Lukas 8 vers 43 - 48. Een durvende en toch een moetende vrouw. Er was niemand die haar helpen kon dan Hij alleen. Hoe krijgt ze die hulp? Door naar Hem toe te gaan.
Hij is de God van Markus 10 : 46 - 52. Daar komt een man naar de Heiland gevlucht.
Twee knaapjes moesten door het veld Nog klein en jong van jaren Maar ach, wat stonden zij ontsteld Elkander aan te staren. ..
Wat zagen z' in de weide staan.. ? Een aantal grote koeien. Eén keek met dreigend oog hen aan, En één begon te loeien....
De knaapjes wisten hxdp nog raad Wat moesten zij beginnen ... ? De weg was lang, en 't werd al laat. Daar schoot hen iets te binnen
We moeten bidden sprak meteen de jongste vlug en schrander. „Ik kan niet bidden", antwoord d' één. „Ik wel!", sprak daarop d' ander...
De knaapjes knielden neer in 't veld En vouwden d' handjes samen . . . „Heer, zegen deze spijs en drank", En daarop zei hij; „Amen" ....
Maar HIJ, Die op geen woorden die mensenoren boeien ... Verhoorde 't kinderlijk gebed En weg gingen al de koeien let
Helemaal op de verkeerde manier (zomaar luid roepen om hulp). Heel geen mooi gebed., helemaal op de verkeerde tijd. Maar alle waarschuwingen houden hem niet van de Heere Jezus vandaan. En hij wordt geholpen !
BIDDEN, HOE MOET JE HET DOEN .. ? Dat was de vraag van de discipelen. „Heere, leer ons bidden".
Laat dat ook jouw gebed zijn. Hij wil het je leren.
BIDDEN, HOE MOET JE HET DOEN . . ? Net zoals die kinderen Net zoals die vrouw Net zoals die blinde man in Jericho Net zoals ze het ons als kind hebben geleerd
Geknield voor de Heere — Met de handen gevouwen — Met de ogen gesloten — Met het hoofd gebogen !
Ja maar, is dat dan niet alleen de buitenkant? Ja en Nee!
Het is symboliek. Denk er maar eens over na:
KNIELEN — Het is de houding van een slaaf — „Heere ik ben geen koning meer!" HANDEN VOUWEN — is de houding van een smekeling — „Heere help mij !" OGEN SLUITEN — is een afzien van mijzelf — „Heere ik verwacht het. niet meer van mezelf en ook niet meer van de wereld, maar van U alleen !"
HOOFD BUIGEN — is de houding van ootmoed — „Heere Gij zijt die grote God, ik ben een zondig mensenkind. Nog. zo' jong en toch zo zondig !"
En als dit de houding van het HART is mag het tot Gods troon opklinken; „Heere wees mij, de zondaar genadig !" En dan zal de Heere horen ! Dat heeft Hij beloofd! ZO MOET JE BIDDEN ... . N E E . .. ! ZO MAG JE BIDDEN.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1979
Daniel | 24 Pagina's