Petrus in het ambt hersteld

MEDITATIE

Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb,

Johannes 21: 17m

Het gaat in onze tekst over de openbaring van de Heere Jezus aan Zijn discipelen, aan de zee van Tiberias. Een andere naam hiervoor is het meer van Galilea, of het meer van Gennésaret.

Petrus is er ook bij. Hij heeft door zijn verloochening alles verzondigd. Kan dat met genade bestaan? Zou iemand die dat gedaan heeft, toch een knecht van God kunnen zijn?

Aan de middag van de opstandingsdag heeft Jezus hem opgezocht. Niemand is erbij gev^eest. Het is onder vier ogen gebeurd. Maar ik durf wel te schrijven, dat Petrus het voor Zijn Meester heeft uitgesnikt: Ik ben niet meer waard, dat U ooit nog naar me omkijkt. Daar is een wonder gebeurd. Petrus' schuld is vergeven. Zijn tranen zijn gedroogd. Kunt u dat ook zeggen?

De tijd gaat nu aanbreken, dat de Heere Jezus naar de hemel zal varen. Maar eerst moet Petrus in het openbaar in zijn ambt bevestigd worden. Er brandt een kolenvuur. Petrus zal vast gedacht hebben aan het vuur in de zaal van de hogepriester in die vreselijke nacht. De andere discipelen hebben hem niet weggestuurd. Ze zijn ook bedroefd over de diepe val die hij gemaakt heeft.

De Heere Jezus zegt: 'Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan deze? ' Simon, dat is de naam die genoemd is toen hij geroepen werd. Zolang Gods kind op aarde is, blijft hij een zondaar. Dat vdl zeggen, er woont in ons, dat is in ons vlees, geen goed. 'Liever dan deze? ' Dat wil zeggen: liever dan de andere discipelen. Een paar maanden geleden zou Petrus hier volmondig 'ja' op gezegd hebben. In zijn oog was er niemand zo goed bekeerd als hij.

Nu kan het in het Nederlands niet zo goed weergegeven worden, wat er in het Grieks staat. Het gaat over het woord agapao. Dat is liefhebben met

een bewuste wil. Wat ontroerend! Daar staat de Goede Herder, Die Zijn leven heeft gesteld voor Zijn schapen. De tekenen van Zijn overvdnning zijn duidelijk te zien. Petrus zegt: 'Ja, Heere! Gij weet dat ik U liefheb.' Hij gebruikt hier een ander woord voor liefhebben dan zijn Meester. Eigenlijk zegt hij: 'Heere, U weet, dat ik van U houd, dat durf, dat wdl ik niet ontkennen. Het is echter niet met die volmaakte liefde waar U recht op hebt.'

De Heere Jezus vraagt voor de tweede keer: 'Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? ' Weer gebruikt Hij hetzelfde woord voor liefde. Dat is zwaar geweest voor Petrus. Het is of Zijn Meester hem niet gelooft. Er zijn mensen, die vinden het heel belangrijk wat anderen van hen zeggen. Bij Gods kinderen echter is het toch het voornaamste wat de Heere, als de grote Hartenkenner, zegt.

Waarom heeft Jezus nu nogmaals deze vraag gesteld? Straks zal Hij het nog een keer doen. Dat is om Petrus medicijn te geven tegen zijn hoogmoed en om hem zijn voorbarigheid af te leren. Hij heeft hier zijn hele leven profijt van gehad. Kijk maar naar het begin van de tweede Petrusbrief. Geschreven aan degenen die even dierbaar geloof met ons hebben verkregen.

Augustinus heeft gezegd: 'Drie vragen waren nodig, omdat Petrus de Heiland drie keer verloochend had.' De derde keer gebruikt Jezus hetzelfde woord wat Zijn discipel al twee keer heeft gebruikt. We kunnen het ook vertalen met: Simon, houd je van Mij? Na de derde vraag is het héél stil geworden aan de zee van Tiberias. Petrus' ogen hebben zich met tranen gevuld.

Dan doet hij een beroep op de Goddelijke alwetendheid. Heere, U weet hoe het in mijn hart is. Vraag uzelf eens af of Gods alwetendheid voor u een troost of een schrik is. De Heere heeft hem drie opdrachten gegeven: lammeren weiden, schapen hoeden en schapen weiden. Van onszelf zijn we bokken. Alleen door een Godswonder kan een bok een schaap worden. Laten we daar toch veel om vragen. De Heere staat nog met uitgebreide armen en Hij wacht om genadig te zijn.

Tot de taak die Petrus wacht, behoren drie dingen: Een hart vol liefde voor de onbekeerden, een fles melk voor de nieuwgeboren kinderkens en vaste spijs voor hen die dat kunnen verdragen. Na zijn openbare bevestiging is het in zijn hart geweest: 'Hij handelt nooit met ons naar onze

zonden'. Twee zendbrieven van Petrus vinden we in de bijbel, ze zijn vol onderwijs. Zo spreekt hij nog nadat hij gestorven is. Wanneer Petrus, jaren later, de marteldood moet sterven, verzoekt hij gekruisigd te worden met zijn hoofd naar beneden. Hij is het niet waard om de kruisiging op dezelfde manier als Zijn Meester te ondergaan. Zijn lieve Meester, Die voor hem de dood inging.

Nieuwerkerk,

ds. A.J. Gunst

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen