Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eensgezind in een dorpshuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eensgezind in een dorpshuis

Wim Rozendaal: „Het zou voor ons een heel gat zijn als we dit niet meer hadden''

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit een wijde omtrek komen liefhebbers naar dorpshuis De Til in Giessenburg, om daar de bevindelijke waarheid te horen. Tientallen jaren werden de samenkomsten bij fietsenmaker Jan Rozendaal gehouden. „De mensen zaten echt overal. Op de orgelbank, op de koelkast, zelfs op het bed in de slaapkamer op de begane grond.

De vroegste herinneringen van Wim Rozendaal (56) zijn die aan een benauwd zaaltje in café Pinkeveer, gevuld met donker geklede mensen. Bezoekers van de door zijn vader opgerichte vrije evangelisatie in Giessenburg. „Er stond daar nog zo’n oude driegaatskachel. Een oudere man moest halverwege de dienst het vuur oppoken, anders ging het uit.”
Met mede-initiatiefnemer Harry van Dijk nodigde vader Rozendaal predikanten en oefenaars uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte uit. De eerste jaren kwam het gezelschap samen in het Pinkeveer.
Tot de eigenaar, een vermogende boer, het onderkomen niet meer beschikbaar wilde stellen voor dit doel. „Die man moest niets van de waarheid hebben”, zegt Rozendaal.
Toch was dat niet het enige. Sommige sprekers hielden weinig rekening met de overige bezoekers van het café. Een van de dominees die voorging, was G.J. Zwoferink van de Vrije oud gereformeerde gemeente in Kampen.
„Ons huis stond ongeveer een kilometer van het Pinkeveer, maar als mijn moeder in de zomer oppaste en het raam stond open, dan hoorde ze hem bulderen. Vader en moeder zeiden altijd: ‘Zwoferink is het best in de toepassing’. Dan werd hij moe. Aan het begin van de preek stond het schuim op zijn mond.”

Worstvol
Na het gedwongen afscheid van het bekende café aan de Giessen stonden Van Dijk en Rozendaal voor de vraag wat nu te doen. „Mijn opa, die naast ons woonde, adviseerde mijn vader in zijn eigen huis verder te gaan. Naast het huis hadden we een kleine werkplaats. Daar is een kerkzaaltje van gemaakt. Iemand heeft een preekstoeltje getimmerd, later kregen we zelfs vaste banken.”
Door klapdeuren was het kerkzaaltje afgescheiden van de woonkeuken.
Elke dinsdagavond gingen de deuren open, om alle aanloop te kunnen bergen. „De mensen zaten echt overal. Op de orgelbank, op de koelkast, zelfs op het bed in de slaapkamer op de begane grond.”
Met wat passen en meten kon de woning aan de Muisbroekseweg zo’n honderdvijftig personen bergen. „Als Du Marchie preekte, zat het hele huis worstvol, en stond langs dat smalle boerenweggetje een lange rij auto’s.
We hielden ons hart vast als we tijdens de dienst weer een vrachtwagen hoorden die er amper langs kon. M’n vader is nog eens ontboden op het gemeentehuis, omdat het onverantwoord zou zijn. Hij heeft er de burgemeester op gewezen dat de situatie bij het voetbalveld nog veel gevaarlijker was. Daar had die man niet van terug.”

Thuislezers
Aanvankelijk las Rozendaal in de samenkomsten het Bijbelgedeelte. Toen hij steeds meer last van bronchitis kreeg, nam Van Dijk de taak van voorlezer over. „Omdat hij er vanwege zijn werk voor de gemeenteraad niet altijd kon zijn, had hij Peter Oskam en Piet Verspui achter de hand.”
Onder de bezoekers waren in de beginjaren bekende thuislezers als Jan den Besten uit Noordeloos, Jan Smits uit Meeuwen, Jan Kees Tukker uit Molenaarsgraaf, Bakker Baars uit Nieuwland en vrouw Spuibroek uit Raamsdonk. „Het echte volk van God. Jan Smits uit Meeuwen heb ik dingen horen vertellen die ik nooit zal vergeten. Als ds. Gebraad, ds. Du Marchie of ds. Toes bij ons preekte, ging m’n vader Smits altijd met de auto ophalen.”
Ook ds. Toes, die niet kon autorijden, werd steevast opgehaald. „Eerst reed m’n vader dan met hem langs Dirkje Blonk, een bekeerde vrouw uit Oud Alblas die al jaren op bed lag. Daarvandaan gingen ze naar Jan den Besten.”
In april 1966 was het weer zo ver.
„M’n moeder en ik waren er die keer ook bij. Op een beruchte kruising van de provinciale weg hebben we een ongeluk gekregen. Een Duitser die vanaf Schoonhoven kwam, reed met volle vaart door. Drie keer zijn we over de kop gegaan.” Wonder boven wonder kwamen alle inzittenden levend uit het Volkswagenbusje. „M’n moeder helemaal onder het bloed, ds. Toes met gekneusde ribben en schouderbladen. Hij heeft ’s avonds toch nog een uur gepreekt, tot hij niet meer wist hoe hij moest staan.”

Dorpshuis
Op zondag kerkte het gezin bij ds. Dorsman in Schelluinen. „Na Dorsmans vertrek werd het daar een stuk minder. Mijn vader kon er niet meer kerken. Daarom gingen we naar ds. Smits in Sliedrecht, die was toen nog christelijk gereformeerd. We bleven hervormd, maar fietsten twee keer op een zondag vanuit Giessenburg naar Sliedrecht. Op een gegeven moment vertrok Smits naar Canada, wat jaren later is hij beroepen door de oud-gereformeerden van Hardinxveld-Giessendam. Dat beroep heeft hij aangenomen. We zijn er toen gelijk lid geworden.”
De doordeweekse samenkomsten in Giessenburg, die zelfs in de zomervakantie doorgaan, bleef vader Rozendaal voortzetten. Met volle instemming van zijn predikant. Statuten heeft de vrije evangelisatie van Giessenburg niet. Het was en bleef een particuliere onderneming.
De beide zoons van de fietsenmaker namen de plaats van hun vader in. Na het overlijden van moeder Rozendaal verplaatsten ze de samenkomsten naar dorpshuis De Til. „De beheerder was zo rood als een kroot, maar hij deed voor ons wat hij kon. We kregen meteen de aula, die bestemd is voor uitvaarten. Ligt daar iemand opgebaard, dan regelen ze voor ons een andere zaal. We letten er dan wel op dat we niemand tot last zijn. Als het warm is, zetten we de deuren open, maar tijdens het zingen doen we ze dicht.”

Aanhang
Kerkmuren zijn voor de organisatoren van de samenkomsten in Giessenburg van marginale betekenis.
„Ds. Hakvoort van de Gereformeerde Gemeenten zei laatst dat er geen groep in Nederland is waar predikanten van zo veel verschillende richtingen voorgaan. Ik denk dat dat klopt. We hebben ze van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten, oud-gereformeerd, vrij oud gereformeerd, christelijk gereformeerd, PKN en hersteld hervormd.”
Sinds het onverwachte overlijden van broer Jan, vorig jaar, nodigt Wim de predikanten weer uit. „Daar trek ik in augustus een dag voor uit. Dan heb ik bijna alle diensten voor het komende jaar gevuld. Er gaan inmiddels zo’n dertig dominees bij ons voor. Sommige zouden wel vaker willen, maar we gaan niemand afzeggen.”
De predikanten van de Gereformeerde Gemeenten kwamen er pas na verloop van tijd bij. „Op advies van m’n broer, omdat ze veel mensen trekken. Wij zeggen altijd: ‘Elke dominee heeft zijn eigen aanhang’. Bij Mouw hadden we viérhonderd mensen. De grootste zaal van De Til zat tot de nok vol, dat hadden we nog nooit beleefd. Bij ds. Schultink is het ook enorm druk.
Dominees die eigenlijk niet buiten hun eigen kerkverband mogen preken, laten we zogenaamd voor een goed doel komen: GBS, SGP, noem maar op. Dan is die man gedekt. Soms komen ze voor de GBS, maar halen ze die zelfs in hun gebed niet aan.”

Pendule
Hoewel de nieuwe accommodatie gerieflijker is, denkt Rozendaal nog vaak met heimwee terug aan de vorige locatie. „We hebben het in De Til prima, maar het huiselijke is weg. Aan de Muisbroekseweg hoorde je onder de diensten moeders pendule op de schoorsteen slaan.”
Daar staat tegenover dat de drempel voor nieuwkomers nu lager is. „De laatste jaren krijgen we opvallend veel jongeren. Die stapten aan de Muisbroekseweg niet zo makkelijk binnen.”
Op de jaarlijkse bid- en dankdagen komt volk van veraf bij Rozendaal aan huis eten. Annie zorgt dan voor brood en koffie. „Vroeger deed Wim zijn moeder dat, wij proberen het in alle eenvoud voort te zetten.”
Dat elders de verhouding tussen kerken en predikanten vaak stroef is, maar in Giessenburg geen schisma’s lijken te bestaan, kan Rozendaal niet verklaren. „Dat is in ieder geval geen verdienste van ons. Wel hebben we altijd een hekel aan ruzie gehad. M’n vader en Van Dijk konden ondanks verschillen prima met elkaar overweg. Jan en ik hadden ook nooit woorden. Er zijn mensen die het ons kwalijk namen dat de hervormde dominees die PKN werden, gewoon konden blijven komen. Voor ons is dat nooit een punt geweest. Aan hun prediking is niks veranderd.”

Ds. Gebraad
Een leven zonder de vrije evangelisatie is voor het echtpaar in Giessenburg ondenkbaar. „In de zomer gaan we wel eens een week naar Staphorst. Dan kijken we altijd of ergens doordeweeks dienst wordt gehouden. Daar zijn we zó aan gewend, dat het raar voelt als we het niet doen.”
Zolang hij er de gezondheid voor krijgt, hoopt Rozendaal door te gaan met het organiseren van kerkdiensten.
„Het zou voor ons een heel gat zijn als we dit niet meer hadden.” De dierbaarste herinneringen heeft hij aan de oud-gereformeerde ds. Gebraad. „Dat was een man die dicht bij de Heere leefde. Als hij kwam preken, sliep hij altijd bij m’n ouders. Soms lag hij ’s nachts te zingen. Toen ik een keer zei dat ik dat had gehoord, antwoordde hij: ‘Ja jongen, de duivel had me zo te pakken dat ik maar psalmen ben gaan zingen. Dat is de beste manier om hem te verjagen.’
Na de diensten bleef altijd een groepje mensen achter, om nog een poosje na te praten. Meestal een uur, maar bij Gebraad lette niemand op de tijd. Dan zaten ze er om twaalf uur nog, en ging mijn moeder midden in de nacht soep voor hen koken. Als de laatste was vertrokken, gingen we als gezin met ds. Gebraad op de knieën. Dat vergeet je nooit meer.”
 


Van het Pinkeveer tot De Til

De vrije evangelisatie van Giessenburg dankt zijn bestaan aan ietsenmaker Jan Rozendaal en veevoerverkoper Harry van Dijk. Regelmatig delen ze hun zorgen over het verdwijnen van ‘de oude waarheid’ in dit deel van de Alblasserwaard. Na rijp beraad besluit het duo in 1955 doordeweekse samenkomsten te gaan organiseren. Van Dijk reist naar Ouderkerk aan de IJssel, woonplaats van de hervormde godsdienstonderwijzer A. de Redelijkheid. Die is bereid de eerste preekbeurt, op 15 september 1955, voor zijn rekening te nemen. Als locatie hebben de initiatiefnemers een houten noodlokaal van de Christelijke Nationale School te Giessen-Oudekerk in gedachten, maar het schoolbestuur geeft geen toestemming. Net op tijd vindt het duo een alternatieve locatie: een zaaltje in café Pinkeveer aan het riviertje De Giessen. Tegen alle verwachtingen in zijn er zo’n zestig bezoekers. Voor Van Dijk en Rozendaal is dat reden om wekelijks voorgangers uit te gaan nodigen. Na de samenkomsten wordt in de woning van Jan Rozendaal aan de Muisbroekseweg gezelschap gehouden. De ietsenmaker uit Giessenburg, van origine hervormd, sluit zich in 1971 aan bij de Oud gereformeerde gemeente van Hardinxveld-Giessendam, waar zijn vriend ds. C. Smits predikant is geworden. Van Dijk, kenner van het gezelschapsleven in de Alblasserwaard, blijft de Hervormde Kerk trouw. Aan het eind van zijn leven kerkt hij bij dr. I. Boot in Boven-Hardinxveld. Van meet af aan hebben de samenkomsten in Giessenburg een interkerkelijk karakter. De kosten worden gedekt door collecten. Wat overblijft, gaat naar de Mbumazending, de reformatorische Koelmanschool in Gorinchem en onverzekerden in inanciële nood. Als de eigenaar van het Pinkeveer zijn café niet langer wil verhuren voor de diensten, stelt Rozendaal zijn woonhuis met aanpalende schuur beschikbaar. De schuur wordt later omgevormd tot kerkzaaltje. In 1980 overlijdt Rozendaal, in 1992 Van Dijk. De plaats van Rozendaal wordt ingenomen door Jan junior, net als zijn vader ietsenmaker, de plaats van Van Dijk door Wim Rozendaal. Na de dood van moeder Rozendaal moet het huis aan de Muisbroekseweg verkocht. De samenkomsten worden daarom vanaf 1999 in dorpshuis De Til in Giessenburg gehouden. In 2010 overlijdt Jan Rozendaal junior. Diens zoon Harmen neemt zijn plaats in. Het bestuur wordt uitgebreid met Wim Rozendaals zoon Jan, die tevens organist is. Arie-Jan de Jong uit Arkel doet dienst als hulporganist, koster en collectant.


Volgende keer: Vluchtheuvel aan de Kerkweg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 augustus 2011

Terdege | 84 Pagina's

Eensgezind in een dorpshuis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 augustus 2011

Terdege | 84 Pagina's