Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kroniek van de Oranjes: honderdvijftig jaren lief en leed.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kroniek van de Oranjes: honderdvijftig jaren lief en leed.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. J. Bonman; „Op en om Oranje's troon. Ons vorstenhuis in de 19de en 20ste eeuw". Uitgave van de „Europese Bibliotheek", 's-Gravenzande, 1963. 324 blz., geb. f 15.90.

Over de geschiedenis van het Oranjehuis bestaat een zeer omvangrijke en zeer gevarieerde reeks van werken, waarin alle mogelijke genres zijn vertegenwoordigd, van het waardevolle, wetenschappelijke standaardwerk tot aan het onbeduidendste gelegenheidsgeschrift. Is er daarom nog wel plaats voor een uitvoerige geschiedenis van de Oranjes in de laatste anderhalve eeuw? De negentiende eeuw behoort bepaald niet tot de best gekende, en wat weet de lezer in het algemeen van de verschillende figuren uit ons vorstenhuis in deze tijd? Gedegen kennis hieromtrent treft men maar zelden aan. Wat „Op en om Oranje's troon" te bieden heeft, is dus beslist geen overbodigheid! Jarenlang heeft schrijver de gegevens voor zijn onderwerp bijeengezocht. Zijn boek is daardoor een verzameling geworden van biezonderheden die men elders zo niet samenvindt. Wie met het onderwerp vertrouwd is en de publikaties die erover zijn verschenen of alsnog verschijnen heeft gelezen en geregeld bijhoudt, treft hier weliswaar geen nieuwe feiten aan. Zelfstandig onderzoek in de betekenis van bestudering der archieven ligt nu eenmaal aan dit boekwerk niet ten grondslag. De nietgespecializeerde belangstellende zal echter veel ontmoeten wat hem onbekend was. Alles wat door anderen geschreven werd en door hem voor zijn onderwerp van enige betekenis geacht werd, heeft de schrijver hier uitstekend saamgevat. Voor de doorsnee lezer is dit boek een belangwekkend werk!

Niet alleen de koningen en koninginnen komen hier ter sprake, ook de leden van ons vorstenhuis in deze periode die wat minder op de voorgrond traden en die het tegenwoordige publiek nog maar bij name of in het geheel niet kent: de achtenswaardige figuren die destijds een grote populariteit genoten in ons land — zoals de prinsen Frederik en Hendrik, oom en neef, de tragische figuren — zoals kroonprins Willem en zijn broer prins Alexander, zoons van onze laatste koning, de edele gestalten die door huwelijken in het buitenland terechtgekomen en daar zeer bemind geworden zijn — zoals prinses Sophie, prinses Louise en prinses Marie, nichten en, de laatsten, zusters, maar ook een aanstootgevende gestalte: prinses Marianne, de geliefde dochter van de eerste koning uit het huis Oranje-Nassau over Nederland. Er heeft zich, als in iedere familie, heel wat afgespeeld in het Oranjehuis! En alle leden ervan, vanaf onze laatste stadhouder tot onze huidige prinsessen, vinden in dit boek hun plaats!

De kompositie leverde hier uiteraard veel moeilijkheden op. Het aantal mensen dat ter sprake komen moest was niet gering, en toch was het niet de bedoeling van de schrijver om een reeks biografietjes af te leveren. Sommige figuren stierven jong, maar anderen beleefden generaties. Schrijver wilde ieder plaatsen in zijn eigen tijd, hem tekenen in de verhoudingen waarin hij leefde. De oplossing was: heel de tijd die hij beschrijven wilde te verknippen in een aantal kleine perioden: achtentwintig hoofdstukken, en dan in ieder van die perioden het merkwaardigste te releveren. Dat hiermee alle moeilijkheden niet volkomen overwonnen zijn, daarvan is schrijver zich bewust. Zijn boek kreeg zo iets kroniekmatigs, maar er zat niets anders op!

Intussen zijn er ook kronieken en kronieken. Kronieken kunnen dor en kunnen onderhoudend zijn. Die van Bouman is er een van 't laatste soort. De schrijver heeft veel aandacht voor het meer persoonlijke en het familieleven, en weet heel handig allerlei biezonderheidjes die de niet-belezen lezer leuk zal vinden, hier en daar te pas te brengen. Bovendien is zijn verteltrant vrij eenvoudig, soms zelfs zeer gemoedelijk, terwijl hij in zijn oordeel heel bezadigd maar niettemin strikt eerlijk is. Kortom, zijn boek is uitgesproken leesbaar. Alleen: de vele namen die niets zeggen van de dignitarissen die bij een plechtigheid aanwezig waren, hadden, op bepaalde plaatsen, beter weggelaten kunnen zijn.

Op bladzij 15, bovenaan, beweert de schrijver dat prins Frederik, de zoon van onze eerste koning Willem, naar zijn vader is genoemd en naar zijn beide ooms. Inderdaad droeg hij de namen Willem, Frederik en Karei. Evenwel kreeg hij die laatste naam niet naar die van de echtgenoot van tante „Loulou", Karel, prins van Brunswijk, maar naar die van de Oostenrijkse aartshertog waarmee zijn peetoom Frederik. door hechte vriendschapsbanden was verbonden. Schrijver heeft zich, door niet na te gaan of wat hij giste ook verantwoord worden kon, een aardige biezonderheid — de aanleiding tot deze naamgeving — laten ontgaan. Hij had dit kunnen vinden in het eerste en het tweede deel van het bekende werk van generaal De Bas over , Prins Frederik der Nederlanden en zijn tijd", dat.... in de lijst van werken die door schrijver zijn geraadpleegd niet te vinden is! Een kleinigheid is dat op bladzij 53 wordt gezegd dat de zo vroeg gestorven prins Ernst Casimir genoemd is naar twee Friese stadhouders, terwijl de stadhouder waarnaar hij werd genoemd Ernst Casimir geheten was. Op bladzij 88 moet bij 't opschrift van de daar vermelde steen uit 1840 worden opgemerkt dat onze tweede koning Willem niet Willem George Frederik, maar Willem Frederik George Lodewijk genoemd moet worden. Willem George Frederik was namelijk zijn oom. Dit foutje zal ontstaan zijn door kritiekloos overnemen van het opschrift uit een aardig, maar niet altijd evenzeer betrouwbaar boekje uitgegeven ter gelegenheid van de geboorte onzer tegenwoordige vorstin. Ook dit is echter maar een kleinigheid. Ernstiger is de omstandigheid dat het portret van prinses Marianne enigszins vertekend is. Zeker, schrijver wil haar grote misstap niet verhelen. Maar afgezien daarvan wordt er van haar alleen maar goeds gezegd. Op bladzij 78 spreekt schrijver van de vroomheid die zij van haar moeder had geërfd. Verder op komt deze vroomheid weer ter sprake. „Praktische vroomheid" heet het ergens zelfs. Helaas, de feiten liggen anders. Prinses Marianne had geregeld vlagen van godsdienstigheid, die.... afgewisseld werden met de liederlijkste vormen van vermaak. Er is destijds — in 1938 — een brochure uitgegeven: „Uit het leven van de prinses Marianne" — anoniem en zonder aanduiding van plaats — waarin men allerlei betrouwbare, maar weinig stichtende gegevens over prinses Marianne vinden kan. Het is biezonder jammer dat dit boekje schrijver blijkbaar onbekend gebleven is. De inhoud ervan is ter kompletering van het beeld dat hier gegeven wordt beslist noodzakelijk!

Achterin vindt men een viertal saamgevouwen overzichten van betrekkingen van leden van 't Oranjehuis. Ongetwijfeld zullen dit voor wie hiermee niet zeer vertrouwd is, toevoegingen zijn van groot belang. Niet ieder kent die ingewikkelde relaties cp zijn duim!

Het boek is met zijn drieënzestig platen ruim geïllustreerd. Onder de portretten zijn er uiteraard die vrij bekend zijn, maar ook enkele die vrijwel onbekend zijn. In sommige gevallen had men andere gewenst. Zo worden hier van kroonprins Willem en prins Alexander, de zoons van onze laatste koning, die portretten weer gegeven die men altijd aantreft. Wie, als recensent, in het bezit van een verzameling biezonder sprekende portretten van genoemde prinsen is die vrijwel onbekend zijn, die zal het betreuren dat er hier geen andere portretten opgenomen zijn. Tegenover bladzij 97 vindt men een prent met medaillonportretten van de leden van het koninklijk huis van omstreeks 1838. De toelichting die onder deze prent gegeven wordt noemt twee keer „erfprins Willem". De tweede maal moet dat „prins Alexander" zijn!

Af en toe komt men een stijl-of spellingsfout of drukfout tegen. Het aantal ongerechtigheden van dit soort is echter niet ontstellend groot. Het lelijkst is wel „zei" voor „zij", op bladzij 48, regel 8 van onderen.

De band is voor een boek van dit formaat en deze inhoud te eenvoudig: er is niets sierlijks aan. Daartegenover is de prijs van dit toch vrij omvangrijke en keurig uitgegeven werk biezonder redelijk!

Alles bij elkaar genomen: dit is een uitgaaf die, als goede samenvatting van een stof waar elke Nederlander toch belangstelling voor hebben moet, de aandacht trekken zal. Het is te hopen dat dit mooie en in deze vorm unieke boek, dat bovendien ook doorgaans zeer betrouwbaar is, een grote schare lezers en niet minder lezeressen vinden zal!

J. Kwekkeboom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1964

Daniel | 8 Pagina's

Kroniek van de Oranjes: honderdvijftig jaren lief en leed.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1964

Daniel | 8 Pagina's