Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Puur Hollands

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Puur Hollands

Quirien van Haelen: ,,Spreuktegels hebben soms iets nostalgisch omdat ze bij oma aan de wand hingen''

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Religieuze teksten, deugdzame uitspraken en wijsheden waar geen speld tussen te krijgen is. Wandtegels met spreuken zijn terug van weg geweest en worden nu vooral persoonlijk ingekleurd. Quirien van Haelen (29) bereidt een boek voor over spreukentegels. „Het is een echt Nederlands verschijnsel.

Zijn garage raakt aardig vol. Naar schatting 1500 wandtegeltjes zijn er opgeslagen. In de computer zitten nog veel meer teksten en foto’s van tegels. „Het gaat me eigenlijk niet om de tegels, maar om de spreuken zelf.” De Limburger (29), leraar Nederlands en dichter, nam zich vijf jaar geleden voor om een boek te maken over spreuken. „Ik zocht iets in de sfeer van de volkscultuur met als voorbeeld een boek over levensliederen. Wandtegelspreuken zijn daaraan verwant. Ze gaan vaak over de gewone dingen in het leven. Ik verbaasde me er altijd over. Als je ze half hoort, kun je zo de rest invullen. Iedereen kent er en ze hebben soms iets nostalgisch omdat ze bijvoorbeeld bij opa of oma aan de wand hingen.” Het verzamelen van de tegels volgde bijna automatisch. „Voor je het weet heb je er honderden staan.” Hij verwachtte voor zijn boek een jaar nodig te hebben, maar dat viel tegen. „Je merkt dat er niet zoveel over bekend is. Ook musea hebben nauwelijks aandacht voor dit onderwerp. Het Tegelmuseum in Otterlo heeft enige tijd geleden een tentoonstelling gehad over tegels en spreuken. De conservator van dat museum heeft me geholpen bij het onderzoek.” Van Haelen ontdekte regionale verschillen en een onderstroom met religieuze teksten. „Van het een rol je in het ander. Ik dacht alleen maar alle bekende spreuken op een rij te zetten, maar het gaat om veel meer.” Quirien, die blij is met iedere informatie over wandtegels, hoopt dat zijn boek volgend jaar af is.

Religieus getint
Nederland is al enkele honderden jaren een land van spreuken. Dat begon in de 15e en 16e eeuw met vloertegels. De oudste bekende spreuk luidt ‘Alle dinc heeft synen tyt’. Daarna verschenen er achthoekige etensborden met spreuken. Vanaf de zeventiende eeuw zijn er ook gevelstenen waarop spreuken en fraaie afbeeldingen te vinden zijn. En de negentiende eeuw was de tijd van de spreuktableaus: schilderijen die opgebouwd waren uit meerdere tegels waarop een landschap te zien was. De wandtegels met teksten zijn niet eens zo oud, ontdekte Van Haelen. De eerste kwamen begin vorige eeuw voor. „Toen zag je ze vaak bij boeren boven de schouw hangen. Prachtige, handbeschilderde tegels met wijsheden over bijvoorbeeld het werken op het land.” Een flink deel van de teksten is religieus getint of rechtstreeks aan de Schrift ontleend (‘Werp al uw bekommernis op Hem want hij zorgt voor u’). De religieuze teksten vormen tot op heden nog een beetje een blinde vlek in Van Haelens onderzoek. „Waar die vooral voorkwamen en in welke mate, weet ik niet precies.”

Moeder en liefde
Veel andere spreuken hebben betrekking op de huiskamer, gezelligheid en visite, zoals ‘Wie als vriend hier binnen gaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat’. Cadeautegels voor ouders waren voor de Tweede Wereldoorlog eveneens populair. Ze werden vooral voor moeders gemaakt. Quirien van Haelen zette de meest voorkomende onderwerpen van de niet-religieuze spreuktegels op een rij en komt tot de conclusie dat er veel overeenkomsten zijn met een gemiddeld levenslied. „Het gaat vaak over liefde, leven, huis, moeder, tijd en geluk. Dat soort onderwerpen.” Tijdens de Tweede Wereldoorlog verschijnt nog een bijzondere serie spreuken, geplaatst op ‘kartonnen’ tegels. De economische voorlichtingsdienst riep daarin op om zuinig te zijn met voedsel en materialen. De oer-Hollandse spelling doet Van Haelen vermoeden dat ze ook een beetje bedoeld waren als protest tegen de bezetter.

Tuttig
Een echte hausse ontstond in de jaren vijftig, toen de spreuktegels vrijwel alle huiskamers binnendrongen. „Iedereen had ze”, aldus Van Haelen, die de toppers op een rij heeft gezet (zie kader). Veruit de meest voorkomende spreuktegel is ‘Van het concert des levens krijgt niemand een program’. „Ik heb er een hele doos vol van. Gekocht op rommelmarkten, braderieën en andere plaatsen.” Iedere dag kijkt de Limburger ook op internet naar aanbiedingen. De spreuken weerspiegelen de tijdgeest. „Zo zag je dat de teksten in de jaren zestig losser werden.” De seksuele revolutie liet zijn sporen achter. „Tegelijkertijd bleven andere spreuken gewild, zoals uitspraken van cabaretier Toon Hermans. Ook regels uit het bekende gedicht van Nicolaas Beets - ‘De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’ - kwamen nog vaak voor.” In die periode begonnen de toilettegels (‘Heren doe de bril omhoog, de dames zitten ook graag droog’) aan een opmars. Regionaal waren er verschillen. Zo kwamen er veel Friese wijsheden - „merkwaardig genoeg wel in het Hollands” - op de markt en gaven Twentenaren hun quasi fi losofi sche spreuken op wandtegeltjes op hun eigen wijze door aan de rest van Nederland. In de jaren zeventig volgde een reactie. „Er ontstonden parodieën op bepaalde spreuken, die als burgerlijk en tuttig werden ervaren.” In de jaren tachtig raakte de tegel uit de gratie en belandden grote partijen bij het kringloopcentrum. „Wat er nog werd gemaakt was een beetje volks, heel goedkoop en meer passend in de winkel voor feestartikelen”, aldus Quirien. Hij rekent af met het idee dat er veel fraaie exemplaren in omloop zijn. „De mooiste werden gemaakt in het begin van de vorige eeuw, maar daarna is het qua vormgeving verreweg alles meer van hetzelfde. Zeker negentig procent heeft een bruine omlijsting.”

Persoonlijk
De laatste jaren is de antistemming verdwenen. „Het mag weer, de tegelspreuken passen nu in ieder interieur.” Er wordt in de nieuwere versies nog wel vaak de spot gedreven met burgerlijkheid in de teksten. Tegelijkertijd ziet Quirien van Haelen een groeiende interesse voor oude spreuken en volkswijsheden. Dat uit zich in radioprogramma’s, waarbij de luisteraars op (humoristische) spreuken worden getrakteerd of waar gasten zelf een spreuk mogen bedenken. Wijsheden van de weerman of weervrouw zijn eveneens gewild. Tegelijkertijd worden er weer meer tegelspreuken verkocht. De hedendaagse collectie vormt volgens Van Haelen een bonte verzameling van spreuken die de huidige tijdgeest weergeven. „Ze laten zien dat alles kan en mag.” Bij de informatie die hij krijgt toegestuurd, bevindt zich vaak een persoonlijk verhaal. „Mensen willen steeds vaker iets uitdrukken met een bepaalde spreuk. Iets over zichzelf of over familie of kennissen.” Hij vond het verrassend om dat te vernemen. „Van jong en oud, dat maakt niet uit. Het varieert van een spreuk in relatie tot het afkicken van een drugsverslaafde zoon tot iets over oma die fantastische appeltaarten kon bakken. Die impressies zijn te mooi om te laten liggen”. Peinzend: „Ik wil daar in mijn boek wel iets mee doen.” Het sluit nauw aan bij de tendens om persoonlijke spreuken te ontwikkelen. „Er zijn momenteel veel internetsites waar je je eigen spreuken kunt laten afdrukken. Die sites zijn erg gewild.”

Delfts Blauw
Dat de tegelspreuk terug van weg geweest is, blijkt volgens hem verder uit de prijzen op rommelmarkten. „Kreeg je ze voorheen voor tien cent mee, nu kost een tegel enkele euro’s. Verschillende fabrikanten zijn actief. Je ziet weer rekken vol staan, tot in de designzaak toe.” De hernieuwde populariteit heeft ook iets te maken met een reactie op de globalisering, denkt Quirien. „Je ziet dat we niet alleen meedoen aan de internationalisering, maar tegelijkertijd ook steeds trotser op Nederland worden.” De spreuktegels passen in het typisch Hollandse rijtje van de klompen, tulpen en molens. „Het is een echt Nederlands verschijnsel. In andere landen komt dit niet of nauwelijks voor. In Duitsland tref je wat spreukborden met ingebrande letters, meer niet. In Engeland ben ik wel wat tegels tegengekomen, maar die bleken in Nederland te zijn vervaardigd. Verder zie je dit nergens.” Een verklaring daarvoor heeft hij (nog) niet. „Misschien heeft het te maken met de opkomst van porseleinen borden en Delfts Blauw, maar dat is speculatief.”

 


Quirien van Haelen
Quirien van Haelen (1981) heet in werkelijkheid Frits Criens, maar om verwarring met zijn gelijknamige vader - die ook dichter is - te voorkomen gebruikt hij een pseudoniem. Hij kreeg bekendheid doordat hij met een gedicht de jongste opgenomen dichter is in de bloemlezing “De Nederlandse poëzie van de 19e tot en met de 21e eeuw in 2000 en enige gedichten” (2004) van Gerrit Komrij. Van Haelen, in het dagelijkse leven docent Nederlands, is spreuktegel- en tegelspreukverzamelaar. Uit alle windstreken verzamelt hij tegels en foto’s van tegels. Sinds kort geeft hij ook workshops in het bedenken en versieren van spreuken.

www.Spreuktegelsentegelspreuken.nl; quirienvanhaelen@hotmail.com.
Voor reacties per post: Bernhardstraat 15, 6081 EN Haelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 september 2010

Terdege | 100 Pagina's

Puur Hollands

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 september 2010

Terdege | 100 Pagina's