Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderwerk in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderwerk in de kerk

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijwel alle kerkelijke gemeenten kennen kinderwerk. Betrokken leidinggevenden zetten zich ervoor in, maar missen vaak de bagage om orde te houden en werkelijk een boodschap over te dragen. „Ook kinderen moeten gaan beseffen dat er buiten Jezus geen leven is.

Zijn eerste middag als leidinggevende van de zondagsschool in de gemeente waar hij opgroeide, staat Steven Middelkoop nog helder voor de geest. „Ik kwam niet vrolijk thuis. Voor mijn gevoel had ik geen grip op de kinderen en kwam mijn boodschap niet over. Dat was heel confronterend.” Mede door de pabo-opleiding die hij volgde, kreeg hij al snel routine in het bewaren van de orde, zodat hij zijn aandacht kon richten op de kinderen en de inhoud van de boodschap. „Nu doe je me geen groter plezier dan met een groep kinderen die ik wat mag vertellen.” Sinds 2009 is de voormalige onderwijzer jeugdwerkadviseur bij de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO). In de training van leiders van zondagsscholen en jeugdclubs hoort hij vaak zijn eigen ervaring van destijds terug.

„Veel kinderwerkers zijn zo druk met het beheersen van het groepsproces, dat ze niet tot werkelijk contact met de kinderen komen. Anderen zitten bij de vertelling aan hun papier vast, waardoor ze de kinderen achter het papier niet zien.” Eerste vereiste voor het overbrengen van een boodschap is voor Middelkoop rust. „Als leidinggevende moet je werkelijk leiding geven, waarbij een positieve benadering beter werkt dan een negatieve. Vervolgens moet je de kinderogen zien. Kinderwerk is een vorm van verkondigen, dat doe je niet vanaf een papiertje.”

Vlieguren

Het feit dat de meeste kinderen binnen de gereformeerde gezindte op reformatorische scholen zitten, maakt kerkelijk kinderwerk voor de jeugdwerkadviseur niet overbodig. „De gemeente is het lichaam van Christus. Daar gaat als het goed is het Woord open, ook voor kinderen. Ik ben dankbaar voor de scholen waar uit de Bijbel wordt verteld, maar het zou zomaar kunnen dat dit in de toekomst minder vanzelfsprekend wordt. Dat is een reden te meer om het kerkelijk jeugdwerk een stevige basis te geven.” Sterker nog dan op school dient het vertellen uit de Bijbel in het kerkelijk jeugdwerk een wervend karakter te hebben. „Ook verbondskinderen hebben, met alle beloften die hun zijn toegezegd, vernieuwing van het hart nodig. Dat wat ze op school meekrijgen, kunnen we in het jeugdwerk uitdiepen. Het gesprek over het Bijbelverhaal is zeker zo wezenlijk als het Bijbelverhaal zelf. In dat gesprek kun je als volwassene veel van kinderen leren. De Heere Jezus zegt niet voor niets dat we moeten worden als een kind.”

Voor kerkenraden heeft kinderwerk in het algemeen niet de hoogste prioriteit, ontdekte Middelkoop. „Ze benoemen de leidinggevenden, wensen die veel sterkte en daar blijft het bij. Vreemd genoeg zie ik dat met name in de rechterflank van de kerk. Mensen worden plompverloren voor een groep kinderen gezet. Ik denk dat het heel belangrijk is dat ze een stuk vorming en toerusting aangeboden krijgen, gekoppeld aan de praktijk. Er zijn natuurtalenten, maar in het algemeen moet je onder begeleiding vlieguren maken om ervaring op te doen.”

Weiden

Het belangrijkste is voor Middelkoop dat kinderwerkers van God en van kinderen houden. „Zulke leidinggevenden kom ik gelukkig veel tegen, maar er zijn er ook die kinderwerk als morele plicht ervaren. In de praktijk leidt dat tot moralistische vertellingen of tot dogmatische beschouwingen met een cliché als besluit. We hebben behoefte aan mensen die zowel het zondaar zijn als de verlossing in Jezus Christus vanuit persoonlijke beleving naar voren brengen. Ook kinderen moeten gaan beseffen dat er buiten Jezus geen leven is.”

In zijn visie weet Middelkoop zich op veel punten gevormd door het werk van ds. M. Storm, directeur van het Internationaal Kinderevangelisatie Genootschap (IKEG). „Een van zijn credo’s is dat we niet de bokjes moeten entertainen, maar de schaapjes moeten weiden. Ik pleit ervoor dat kinder- en jeugdwerkers in goed overleg met de kerkenraad bepalen welke Bijbelse thema’s bijzondere aandacht verdienen.” Een gemeente die het belang van binnenkerkelijk jeugdwerk onderkent, heeft ook oog voor kinderevangelisatie, is de ervaring van Middelkoop. „Nu de meeste kinderen niets meer van de Bijbel weten, hebben we enorme kansen om hun het Evangelie bekend te maken. In Kerkrade zie ik hoe aandachtig ze luisteren en hoe gemakkelijk ze Bijbelteksten uit het hoofd leren. Aan het laatste moeten we ook in het kerkelijk jeugdwerk weer meer aandacht geven. Dat zijn we te veel kwijtgeraakt.”

Welkom

Nelie de Leeuw evangeliseerde jarenlang onder moslimkinderen in Veenendaal. Op persoonlijke titel. „Ik was betrokken bij kinderevangelisatiewerk op zaterdag, maar dan was het moeilijk om kinderen te krijgen. Bijna alle jongens waren naar voetbal.” Op een zondagmiddag trok ze met haar gitaar de wijk in, ging op een bankje zitten en begon te spelen. „Er wonen veel moslimkinderen in deze buurt, dus al snel had ik een groepje om me heen. Ik zei dat ik voortaan elke zondagmiddag, als het niet regende, een verhaal zou komen vertellen. Geleidelijk ontstond een vast clubje dat regelmatig kwam luisteren.” Drijfveer was voor de maatschappelijk werkster het verlangen moslimkinderen bekend te maken met de Heere Jezus. „Veel in hun religie komt overeen met het christendom, maar de kern is radicaal anders. In de islam moét je heel veel, zeker als je ouder wordt. Ik zat daar in dat parkje met de hoop: als ze teleurgesteld raken in hun godsdienst, herinneren ze zich misschien dat er Een is bij Wie ze onvoorwaardelijk welkom zijn. Ik vertelde ze wie de Heere Jezus is, waarom Hij naar deze wereld kwam, wat Hij heeft gedaan. Dat leidde soms tot heel persoonlijke gesprekken.”

Verwonderd

Door toenemend verzet van de ouders werd het groepje steeds kleiner. „Op een gegeven moment ben ik gestopt. Nu ontmoet ik de kleine kinderen van toen soms als pubers bij de C1000. Sommigen maken een praatje, anderen schamen zich ervoor dat ze me kennen. Dan laat ik het bij een knipoog.” Tegenwoordig geeft ze leiding aan een kinderclub voor acht- en negenjarige jongens van de hersteld hervormde gemeente van Veenendaal. Met dezelfde grondhouding. „Ik zie elk kind als een ziel voor de eeuwigheid. Kerkelijke kinderen weten meer en kun je aanspreken op hun doop, maar ook zij moeten de Heere Jezus als hun Verlosser leren kennen. Daarvoor gaf Hij Zijn leven. De moslimkinderen reageerden soms heel verwonderd als ik dat vertelde. Dat mis ik wel eens. Aan de andere kant maak ik ook op de kerkelijke club bemoedigende dingen mee. ‘Hoe kun je nou ingaan in Gods Koninkrijk?’ vroeg een jongen me. Na zo’n avond kom ik blij thuis. Dat zijn de vragen waar het echt om gaat in het leven.”

Heilige Geest

Vroeger zette ze haar Bijbelvertelling op papier. „Dat doe ik niet meer. Ik merkte dat ik in de war raakte als ik van mijn papier afweek. Nu lees ik een week van tevoren het Bijbelverhaal aandachtig door en bepaal ik voor mezelf de kern daarin. De dagen daarna ontstaat in mijn hoofd het verhaal, onder het werken door. Soms pak ik de Kinderbijbel van Anne de Vries erbij. Die heeft een mooie verteltrant en blijft heel dicht bij de Bijbel. Voor achtergrondinformatie raadpleeg ik ‘Bij de bron’.” Een van haar favoriete Bijbelboeken voor het kinderwerk is Handelingen. „Bij een boek als Richteren is het centrale thema in veel verhalen min of meer hetzelfde: Gods trouw tegenover de ontrouw van Israël. Handelingen bevat heel veel verschillende thema’s: geloof, bekering, gehoorzaamheid, vervolging, zending, de kracht van de Heilige Geest...” Dat de meeste kinderen op school dezelfde verhalen horen, ervaart ze niet als een probleem. „Ik heb 23 jaar in de kerk gezeten zonder wezenlijk de boodschap te horen. Toen was het raak. Iets wat een kind al honderd keer heeft gehoord, kan de Heilige Geest op een dag gebruiken. Daar doe ik het voor.”

N.a.v. ‘Als een kind. Kinderwerk in de praktijk’, door Steven Middelkoop; uitg. De Banier, Apeldoorn; 134 blz.; prijs € 10,95.


Gids voor kerkelijk kinderwerk

Met ‘Als een kind’ biedt Steven Middelkoop leidinggevenden in het kerkelijk kinderwerk een principiële en praktische handleiding. In zeven hoofdstukken behandelt hij achtereenvolgens de betekenis van kinderwerk, doel en beleid, de inhoudelijke voorbereiding, de praktische voorbereiding, het bewaren en bewaken van de gewenste orde, het persoonlijk contact met de kinderen en het belang van meeleven buiten het club- of zondagsschoollokaal. Illustratieve voorbeelden concretiseren de beschrijvende gedeelten. Aan het eind van elk hoofdstuk staan persoonlijke vragen en gespreksvragen.


Bijeenkomst voor kinderwerkers

Op donderdagavond 7 maart wordt op initiatief van uitgeverij De Banier een bijeenkomst over kerkelijk kinderwerk gehouden, bedoeld voor kinderwerkers binnen de gereformeerde gezindte. Aanleiding is de verschijning van het boek ‘Als een kind’ van Steven Middelkoop. Sprekers zijn ds. G. Kater (hersteld hervormd predikant), Steven Middelkoop (jeugdwerk-adviseur bij de HHJO) en Gertrude de Regt (jeugdwerkadviseur bij de JBGG). Na de lezingen is er gelegenheid tot het stellen van vragen aan de inleiders. In het forum heeft ook ds. M. Storm (directeur van het Internationaal Kinderevangelisatie Genootschap) zitting. De toegang is gratis. Opgave vooraf is niet noodzakelijk maar wordt wel op prijs gesteld, via: info@debanier.nl

Opening: 19.30 uur (inloop vanaf 19.00 uur) Sluiting: 21.30 uur Locatie: Kantoor EMG, Laan van Westenenk 12, Apeldoorn


Ds. M. Storm: „Niet wat kinderen willen horen, maar wat ze nodig hebben is bepalend”

Hét gevaar in christelijk kinderwerk is voor ds. Marius Storm het vertellen van prachtige Bijbelverhalen zonder toepassing. „We moeten kinderen op hun niveau confronteren met de grote waarheden van de Bijbel.”

Bij zijn eerste bezoek aan Nederland, ruim twintig jaar geleden, vroeg ds. Marius Storm zich af wat hij als kinderevangelist in dit land kon toevoegen. Meta Knecht, oprichter van Stichting Kinderwerk Timotheüs, bracht hem tot andere gedachten. „Ze zei tegen me: ‘Nederland kent heel veel kinderwerk, maar nauwelijks evangelisatiewerk onder kinderen’.” In de achterliggende decennia zag de directeur van de Nederlandse tak van het Internationaal Kinderevangelisatie Genootschap die uitspraak bevestigd. „Er worden spannende Bijbelverhalen verteld zonder die te gebruiken om kinderen het Evangelie uit te leggen. Men gaat ervan uit dat ze automatisch op de goede weg zijn. Omdat ze kind zijn of omdat ze kind van het verbond zijn.” In de reformatorische kerken ziet hij nogal eens het tegenovergestelde. „Er wordt kinderwerk gedaan zonder de overtuiging dat jonge kinderen de kern van het Evangelie al kunnen verstaan.” Alleen mensen die persoonlijk weet hebben van het heil in Christus, zijn in de optiek van Storm geschikt voor kinderwerk. „Dan ben je in staat de kern van het Evangelie aan een kind uit te leggen. Als je dat niet kunt, versta je zelf het Evangelie nog niet.”

Verlosser

In de kerken waar hij training geeft, ontmoet Storm te veel moralisme en zoetsappigheid. „We moeten kinderen op hun niveau confronteren met de grote waarheden van de Bijbel: zonde, bekering, geloof, rechtvaardiging. Op mijn eigen kinderclubs wikkelde ik ze wel eens in een laken. ‘Als je een kind van God wordt, ziet Hij jou niet meer. Dan ziet Hij alleen het schone, reine leven van de Heere Jezus.’ De ontdekking van Luther moet ook de beleving van die kinderen worden.” Het IKEG leert kinderwerkers uitnodigend en onderscheidend te vertellen. Met een eerlijke toepassing naar gelovige en ongelovige kinderen. „Dat algemene ‘Wij moeten in God geloven’ zegt kinderen niets. We moeten hen heel persoonlijk aanspreken. ‘Heb jíj je vertrouwen al op de Heere Jezus gezet?’ Daar hebben veel kinderwerkers moeite mee.” Naast schroom voor deze aanpak signaleert Storm een principiële afwijzing ervan. „Vroeger worstelden kinderwerkers met de pedagogische vraag: hoe onderwijs ik de Bijbelse waarheden op een begrijpelijke wijze aan een kind. Geleidelijk is alle nadruk op de psychologie komen te liggen. De behoefte van kinderen staat centraal. Vandaar al die enquêtes om te weten te komen wat ze willen. Daar zijn ook de behoudende kerken door beïnvloed. We moeten het weer veel meer gaan verwachten van Gods Woord en de kracht van de Heilige Geest. Niet wat kinderen willen horen, maar wat ze nodig hebben is bepalend. Jezus wil niet hun vriend zijn, maar hun Verlosser.”

Kernboodschap

Een kernpunt in de trainingen van het IKEG is het leren formuleren van de centrale boodschap in een Bijbelverhaal. „Wat wil God ons door dit verhaal zeggen. Daar zoek je de liederen en een passende verwerking bij, daar kies je een Bijbeltekst bij die de kinderen moeten leren.” Onlangs vroeg hij jeugdwerkers in een gemeente de kernboodschap van de geschiedenis van Zacheüs weer te geven. „De uitkomst was: Jezus heeft oog voor alle mensen. Dat lijkt me de zwakste exegese van dit gedeelte. Deze geschiedenis leert dat Jezus is gekomen om te redden wat verloren is! Dat moet ook aan kerkelijke kinderen worden onderwezen, opdat zij hun hoop op God zullen stellen. Zij zijn wel verbondskinderen, maar daarmee nog geen geredde kinderen.” Op zijn eigen kinderclubs zag Storm meer dan eens buitenkerkelijke kinderen tot geloof komen. „Dat gaf een zichtbare verandering in hun leven. Die kan niet uitblijven als je tot geloof komt. Ook dat moet worden onderwezen. Een van die tot geloof gekomen kinderen ging naar een kerkelijke jeugdclub, maar was daar al snel weer weg. Toen ik hem vroeg waarom, zei hij: ‘Die jongens in de kerk leven goddelozer dan ik leefde.’ Je kunt allerlei mooie beschouwingen over het verbond hebben, maar dan klópt er iets niet.”

Meerjarenprogramma’s

Storm adviseert kinderclubs en zondagsscholen te werken met meerjarenprogramma’s. „Daarmee voorkom je dat bepaalde Bijbelse thema’s nooit aan de orde komen en andere bijna elke week. Paulus zegt dat we de volle raad van God moeten verkondigen. Aan iedereen, dus ook aan kinderen.” Zijn tweede advies is de kracht niet te zoeken in populaire sketches of flitsende digitale presentaties. „Die gaan ten koste van je contact met het kind. De Heilige Geest wil jou als kinderwerker gebruiken. Jij bent zijn belangrijkste materiaal.” In de loop der jaren zag hij de belangstelling van kinderen voor kinderclubs afnemen. „Dan ontstaat de verleiding de principes van Gods Woord aan te passen, om kinderen binnen te krijgen, Daar moeten we niet aan toegeven. We kunnen beter luisteren naar wat God tegen Ezechiël zei: Verkondig Mijn Woord, of ze het willen horen of niet.

In onze managementcultuur wordt resultaat in aantallen gemeten. Dat heeft ook de kerk geïnfecteerd. Maar God telt niet, God weegt. Als een vrouw in haar huiskamer uit de liefde van haar hart aan vier buitenkerkelijke kinderen vertelt wie God is, weegt dat voor Hem veel zwaarder dan een spektakel zonder inhoud waar driehonderd kinderen zich aan vergapen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 februari 2013

Terdege | 92 Pagina's

Kinderwerk in de kerk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 februari 2013

Terdege | 92 Pagina's