OPENBARING 13 (3)

Het andere beest dat Johannes uit de diepte omhoog zag komen, kwam niet uit de zee, maar uit de aarde. Reeds is gezegd, dat de aarde hier staat in tegenstelling met de hemel. Het aardrijk, dat om der zonden wil is getroffen door Gods vloek en zo gesteld is in de macht van de duivelen. Zo wijst het opkomen van dit beest uit de aarde zinnebeeldig op de duivelse oorsprong en het duivelse karakter van het beest, ondanks het vriendelijker uiterlijk, n.l. gelijkend op een lam met twee hoornen. Maar ondanks enige gelijkenis met het Lam is het beest uit de aarde aards. Het komt niet op in de naam van God, maar uit de natuur en het aardse gebeuren. Het is niet van boven, het leeft en werkt niet uit Gods Geest, het leeft zonder en buiten God, want het sprak als de draak, de satan. Ook de hoornen van het beest zijn het zinnebeeld van macht, tekenen van het machtsbezit, middelen om zijn macht uit te oefenen. En de twee hoornen kunnen gezien worden hoe dit beest zijn macht uitoefent, n.l. door getuigenis en door tekenen. Maar in zijn getuigenis spreekt het als de satan, het is al leugen en verleiding wat het voortbrengt, en bevestigt zijn leugenwoord door wonderen en tekenen om de mensheid te misleiden.

Van deze grote tekenen wordt zelfs gezegd, dat het ook vuur doet afdalen uit de hemel op de aarde voor de mensen. Het beest kan sensationele staaltjes van wondermacht aan de mensen tonen, zoals de tovenaars in Egypte deden in het nadoen van Mozes. Het gelijkt op een Elia, die op de Karmel voor het gehele volk Israël vuur uit de hemel deed afdalen ten bewijze dat alleen de Heere God was. Het sukses van dit alles was, dat de mensen op de aarde ook dit beest, gelijk het beest uit de zee, aanbaden. Zo is dit beest uit de aarde te zien als het zinnebeeld van een vals profetisme, van valse profeten. Christus heeft het reeds gezegd toen Hij op de aarde was, dat valse profeten zullen opstaan, valse profeten in schaapskleren. maar die van binnen grijpende wolven zijn. Het bootst Christus na, komt soms in de naam van Christus. Het kan zacht en lief en aangenaam voor de mens zijn, want de ergernis van het Evangelie en van het kruis van Christus is weggenomen. Het komt tegemoet aan de mens, die wil zalig worden zonder ware wedergeboorte en zonder een stervend leven op de aarde. Men kan een vriend van de wereld blijven en toch de naam dragen van een christen. Ook de „schone gaven" van de mens kunnen gebruikt worden om te werken aan de zaligheid van de mens. De menselijke kracht en macht kan er een pluim mee krijgen. Het is alles zo betoverend en verleidelijk voor de mens. Men kan op de aarde zijn levenselement behouden. Het is de satan, die zich vermomt als een engel des lichts. Door alle eeuwen is dit beest gegaan in dienst van de satan, in verschillende vormen en gedaanten. Valse godsdienst, dwalende humanistische wijsgerige stelsels, z.g. wetenschappelijke aanvallen op Gods Woord. En de bijgelovigheid en de onwetendheid van de mens wil bedrogen worden en gelooft het beest. En de moderne technische uitvindingen en kultuur bieden het beest en de satan ongekende mogelijkheden om te bouwen aan de godsdienst van de mens. Ook heden in onze dagen is het beeld van de eindtijd te zien. De tegenstelling tussen kerk en wereld wil men wegnemen. Gods Woord moet zich aanpassen aan het verdorven verstand van de mens. Een christelijk getint humanisme en een gesekulariseerd christendom vinden elkaar in de religie van de mens, de opbouw van de nieuwe wereld (Kremer: Woord en kerk). De wereld mag geen zondige en boze wereld meer genoemd worden, de belijdenisgeschriften zijn antiek en ouderwets. De christelijke moraal en levensstijl heeft afgedaan. Het is alles mens en nog eens mens, want de mens moet aan zijn trekken komen, zijn begeerten en zinnen moet hij kunnen bevredigen en de kerk mag de taak nog hebben om als de mens zich heeft uitgeleefd te zorgen voor een plaats in de hemel om daar zijn leven van genieten kunnen voortzetten. Dit is het ontzettende en ontstellende van de tijd, waarin wij heden leven. Pers, radio en televisie gieten er de huisgezinnen mee vol en de satan staat er achter om het heerlijk en begeerlijk voor de mens te maken, om de mens in te pompen dat hij heden een mondige mens is geworden, die zelf wel weet wat hij doen moet en geen bevoogding van God en Zijn Woord meer nodig heeft, of alleen in zo verre het hem past en gelegen komt om aan zijn zinnen, lusten en begeerten te kunnen voldoen. Zelfs in de roomse kerk van heden kunnen we de tekenen van het beest zien, want daar gaat het heden niet om Luther, maar om Erasmus, om de humanistische vrijheid van de mens. Gereformeerden moeten een evangelische kerk worden om zich los te kunnen maken van Schrift en belijdenis. Alles moet één worden onder de macht van het oecumenische beest uit de aarde.

En wee degene, die niet meedoet aan de erediensten van het beest: en allen, die het beeld van het beest niet zouden (zullen) aanbidden, zouden gedood worden, en niemand mag kopen of verkopen dan die het merkteken van het beest heeft aan de rechterhand of aan het voorhoofd, het teken van het verstand en denkleven en het teken van vlijt en beroep. Door alle eeuwen is de ware kerk des Heeren gedood, vervolgd en verdrukt. In de dagen van Johannes was het christenen onmogelijk lid van een vakvereniging te zijn en daardoor werd hun broodwinning benadeeld. Christenen werden geboycot en kwamen op de zwarte lijst te staan. In de dagen van de Afscheiding kregen „de fijnen" ontslag van hun „christelijke werkgevers". De predikanten, die buiten de Hervormde Kerk preekten, kwamen in de gevangenis. Bunyan in Engeland heeft het ook ervaren wat het betekende Gode meer gehoorzaam te zijn dan de mensen. En wie zich verzet tegen het beest uit.de aarde zal het aan de weet komen, want het draagt het mensengetal van 666, driemaal zes, driemaal zes herhaald als het teken dat het zondige menselijke overal en altijd weer te vinden is daar waar het menselijke zich stelt tegenover het Goddelijke, ' en dat ook kan zijn in eigen hart en leven. Wie niet meezingt in het lied van de verheerlijking van het menselijk kunnen en kennen krijgt de wind van voren; voor dezen zijn de promotiekansen in de wereld weinige. Rekreatie, muziek, sport en spel voeren de mens in een adembenemend tempo en de mens heeft geen tijd meer om in de eenzaamheid zich te stellen voor het aangezicht Gods. Er is geen tijd meer om te denken aan God en de eeuwigheid, en zo gaat de mens voort in zijn vlucht voor God.

Maar eenmaal zal dit leven van de mens op de aarde doorbroken worden wanneer Christus komt op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden. Wanneer? Niemand weet het, maar het komt. Laat ons liever bidden om ogenzalf voor onze ogen om op de tekenen der tijden acht te geven, en om een hart waarin de vreze des Heeren woont, om te mogen zijn bij dat getal, de honderd vier en veertig duizend, die de naam van de Vader van het Lam hebben aan hun voorhoofd. Om te behoren bij degenen, die gekocht zijn door het bloed van het ware en echte Lam en geleefd hebben op de aarde als tempelen van de Heilige Geest naar lichaam en ziel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen