Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EMANUELS ONDERTROUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EMANUELS ONDERTROUW

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hier volgt het tweede gedeelte van de derde brief. Deze brief is .het antwoord op de brief, die de bruid als een zeer desolate, arme, eenzame en bedrukte, schreef aan een vriendin.

Dit weten wij, dat die bedrieger Emanuels dodelijke vijand is en dat over zulks het zeker is, dat hij niemand tot dat huwelijk zal raden noch helpen. Wanneer we dan in de conditie van dit huwelijk met Emanuel hebben overeengestemd, zo is het openbaar, dat we zijn bedrog niet te vrezen hebben. Maar eer ik van de conditie iets ter neder stel, zo wenste ik, dat dit tevoren bij u zeker was, dat niemand van dit huwelijk wordt uitgesloten dan die niet gezind is hetzelve aan te nemen, dewijl de aanbieding algemeen is: die wil die nemen; die dorst, die kome, is de publieke aanbieding.

Wat nu de conditie belangt, die moeten noodzakelijk deze zijn:

1. Dat wij uit een klare ondervinding van onze alleszinse schuldigheid, onreinigheid, mismaaktheid, blindheid en radeloosheid met zelfveroordeling, droefheid enschaamte tot Hem komen; nademaal Emanuel niet minder dulden kan dan armenhovaardig en het is ten hoogste betamelijk, dat zo’n vuile, naakte en doodschuldige met schaamte bedekt zij en met ootmoedigheid bekleed.

2. Dat men vrijwillig al de vorige boelen, hoe klein of hoe groot, hoe voordelig of hoe vermakelijk zij ook mochten geweest zijn als een snood geboefte veroordeelt en tot elk een van die zegt: henen uit, willende geen van dezelve te woord staan noch huisvesten, maar dat men integendeel Emanuel geheel en alleen verkiest tot zijn Bruidegom, Heer en Hoofd en Hem geheel wil eigen zijn, in Hem alleen zijn genoegen stelt, lustend (niet alleen niet boven, maar zelfs) niets nevens Hem in de hemel noch op de aarde, want behalve dat niemand in de hemel zelfs tegen Hem mag geschat worden, zo is het ook tegen de natuur van het huwelijk nog andere boelen nevens de Bruidegom aan de hand te houden.

3. Dat men met al zijn gebrek gedurig tot Hem kome om van Hem alles vervuld te mogen hebben en door Hem zo versierd te worden, dat men Hem alleen in alles behage, want de getrouwde bekommert zich om haar man te behagen. Dat haar genoegen zijnde, hem genoegen te geen en Hem dienst te doen. En dat dit alles van Hem verzocht moet worden is, omdat zij van haarzelf niets heeft, maar alleen uit Zijn hand moet leven. Waarom Hijditook bij huwelijks-voorwaarde haar heeft toegezegd: bid en gij zult ontvangen.

4. Dat men gezind is om Hem nimmermeerte erlaten, Hem alleszins na te volgen, zuur en zoet met Hem uit te staan, dewijl het met de aard van een rechtgeaarde vrouw in strijd is haar man alleen voor een wijl en in voorspoed aan te hangen en niet in tegenspoed en voor altijd: zijt getrouw tot de dood, zegt Emanuel, en Ik zal u geven de kroon des levens.

5. Dat men met Emanuel hetzelfde oogmerk en belang hebbe. Dat men gewilligisomde welstand van het huis tebezorgen, deeer en de glorie van het geslacht ter harte te nemen en bevordere, als zijnde nu al Emanuels huisgenoten onze vrienden, broeders en zusters. Immers mag het hier te pas gebracht worden hetgeen 6en van Emanuels geheimschrijvers en gezanten gezegd heeft: die de zijnen, namelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, is erger dan een ongelovige.

Zie dit, waarde vriendin, zijn de ware condities van dit gezegende huwelijk. Breng dit uzelf eens te binnen en vraag uzelf of ge op deze conditie dit huwelijk met Hem hebt ingewilligd, ja, of ge het nu ook als zodanig en op deze conditie zoudt willen aannemen. Is dit zo (gelijk ik uit uw eerste brief gemerkt heb) zo geloof ik toch, dat Emanuel Zich zekerlijk met u heeft ondertrouwd en dat ge geenszins door een razernij of tovergeest bedrogen zijt, dewijl er geen zekerder bewijs van het bevestigen van een huwelijk bedacht kan worden dan de vrijwillige toestemming of aanneming van deszelfs conditie. Hetwelkhier te meer zeker is, omdat wegens de onkunde en natuurlijke ongenegenheid, die doordemoedwillige afval in alien gekomen is, niemand genegenheid voor Emanuel (om opzo’nwijze met Hem verenigd te worden) kan hebben, tenzij Zijn Vader door een verborgen trek deze overspelige naar Zijn Zoon uitlokt, gelijk Emanuel dit Zelf verklaard heeft, zeggende: Niemand komt tot Mij tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke. Welke trekking des Vaders een zeker bewijs is van Zijn ware bevrediging met wie aldus getrokken wordt en een dadelijke inbrenging in het verbond van Zijn eeuwige ondertrouw met deze

Zijn Zoon. Waarom ook Emanuel (met Zijn Vader eens zijnde) uitdrukkelijk zegt: die tot Mij komt zal Ik niet uitwerpen, dat is, die begerig is om Mij tot een Losser en Man te hebben, zal Ik zekerlijk aannemen tot Mijn bruid en vrouw.

En vermits deze bruid nog met haar overspelig hart ten tijde van haar ondertrouw bezet blijft, zo blijkt haar oprechtheid in deze nog meer, wanneer zij bij zichzelf (na scherp onderzoek) niet anders bewust is, of zij wil met Emanuel op die gemelde wijze en conditie (en op geen andere) ondertrouwd zijn, en zij echter over haar hoerachtig hart in vrees is, of het haar in deze ondertrouw niet.hinderlijk zal zijn en daarom niet liever wenste dan daarvan ontslagen te wezen. Nademaal uit niets een oprechte onderhandeling meer blijkt dan zich niets anders bewust te zijn of men is en wil oprecht zijn en dan nog voor onoprechtheid bekommerd te zijn en te wensen daarvan bevrijd te wezen. Dezen hebben waarlijk hetzelfde hart en hetzelfde bewijs van waarlijk ondertrouwd te zijn met Hem, Die in de tijd van Zijn ondertrouw uitriep: Heere, laat Mijn hart oprecht zijn. Houd dan, waarde vriendin (dit zo in u zijnde) de waarheid van uw ondertrouw niet langer verdacht, waardoor ge Emanuel onteert, uzelf benadeelt en andere ondertrouwden verdacht maakt.

De volgende keer hopen we het slot van deze brief op te nemen en ookhetantwoordvan de bruid daarop.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

EMANUELS ONDERTROUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's